Bezwaar tegen WOZ-beschikking door executeur, wat nu?
Aangifte erfbelasting
WOZ-waarde. Samen met zijn twee broers is Piet erfgenaam in de nalatenschap van zijn vader. Daartoe behoren een woonhuis en twee bedrijfspanden. Jan, de oudste van de drie broers, is tot executeur benoemd. Hij is verantwoordelijk voor de aangifte erfbelasting.
Bezwaar door executeur. Jan heeft een bezwaarschrift ingediend tegen de beschikking waarbij de WOZ-waarde van de drie onroerende zaken is bepaald (art. 27 lid 1 Wet WOZ) . Volgens Jan is de WOZ-waarde te hoog vastgesteld, waardoor de drie erfgenamen te veel erfbelasting moeten betalen. Het bezwaar wordt verworpen. Door Jan wordt hiertegen geen beroep aangetekend.
Nogmaals bezwaar door erfgenaam. Enige tijd later is Piet druk bezig met zijn aangifte inkomstenbelasting. Hij is verplicht om in box 3 de waarde van zijn 1/3 onverdeeld aandeel in de onroerende zaken van zijn overleden vader op te geven. Hij tekent nogmaals bezwaar aan tegen de WOZ-beschikkingen, maar het bezwaarschrift wordt door de gemeente teruggestuurd.
Kan tweemaal bezwaar niet?
Volgens de gemeente kan Piet helemaal geen bezwaar meer indienen, omdat dit al eens is gedaan. Het bezwaar tegen de WOZ-beschikkingen is door Jan ingediend in zijn hoedanigheid als executeur. Hij heeft dat gedaan namens alle erfgenamen, dus ook namens Piet. De uitspraak op het bezwaar is ook aan alle erfgenamen gericht. Tegen die uitspraak is geen beroep aangetekend. De keuze van Jan om te berusten in de uitspraak op het bezwaarschrift, kan aan Piet als medebelanghebbende worden toegerekend.
Wat zegt de rechter?
Taak executeur. De rechter denkt daar anders over. Een executeur heeft tot taak om namens de erfgenamen tijdig en volledig de aangifte erfbelasting in te dienen. Tot die taak kan ook behoren om namens de erfgenamen bezwaar aan te tekenen tegen een WOZ-beschikking, omdat die waarde bepalend is voor de aangifte erfbelasting.
Inkomstenbelasting. Een WOZ-beschikking is niet alleen van belang voor de omvang van de waarde van de nalatenschap. Het is ook van belang voor de heffing in box 3 van de inkomstenbelasting voor iemand die als erfgenaam (mede-)eigenaar is van onroerende zaken die tot de nalatenschap behoren. Ieder die opvolgend (mede)gerechtigd is in een onroerende zaak, kan zelf bezwaar aantekenen (art. 26 lid 1 sub a Wet WOZ) en, bij afwijzing daarvan, zelf in beroep kan gaan.
Zelfstandig actie ondernemen kan. Uit het oogpunt van rechtsbescherming is het noodzakelijk dat iemand die fiscaal de gevolgen ondervindt van een WOZ-beschikking, daartegen zelf actie kan ondernemen. Het feit dat Jan als executeur ‘namens de erven’ al bezwaar heeft aangetekend, speelt daarbij geen rol. Als executeur heeft Jan immers de taak om namens de erfgenamen de aangifte erfbelasting in te dienen en niet om de inkomstenbelastingzaken van Piet te regelen.
Hoe oordeelt de Hoge Raad? De Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2019:1594) vernietigt de beschikking van de gemeente en geeft opdracht om alsnog aan Piet een nieuwe WOZ-beschikking af te geven. Als Piet niet akkoord is met de daarin vermelde waarde, kan hij in daartegen ieder geval beroep bij de rechter aantekenen. De gemeente moet € 4.904 aan proceskosten betalen.
Maak uw profiel aan om dit advies en vele andere adviezen te kunnen ontdekken.