Dwarsligger kan mogelijkheid hoger beroep niet belemmeren
Bezwaar ingediend. Jos heeft volmacht van zijn broer en twee zussen om namens hen de nalatenschap van hun vader af te handelen. Omdat hij het niet eens is met de belastingaanslagen van hun vader die voor diens overlijden door de inspecteur zijn opgelegd, heeft hij daar bezwaar tegen aangetekend. Helaas zonder succes.
Uitspraak naar verkeerd adres. De uitspraken op dat bezwaar zijn door de inspecteur niet naar Jos toegezonden, maar naar Harry (de oudste broer). Dit ondanks het feit dat Harry niet de vertegenwoordiger is van de gezamenlijke erfgenamen. Als Jos geruime tijd later hiervan op de hoogte wordt gebracht, wil hij tegen de uitspraak op het bezwaar bij de rechtbank beroep aantekenen. Harry ziet die procedure echter niet zitten. Hij verklaart dat Jos niet meer als gevolmachtigde van hem optreedt. De rechtbank heeft de belanghebbenden niet-ontvankelijk verklaard in hun beroep.
Niet namens alle erfgenamen. Volgens de inspecteur kan het hoger beroep bij het hof alleen door de gezamenlijke erfgenamen worden ingesteld. Nu Harry zijn volmacht heeft ingetrokken, treedt Jos slechts op namens drie van de vier erfgenamen.
Handelen als gevolmachtigde
Bevoegd. Het hof stelt vast dat Jos in de procedure, die in eerste instantie door Jos bij de rechtbank is ingesteld, handelde als gevolmachtigde van alle erfgenamen. Zo staat het ook in de verklaring van erfrecht van de notaris. Als gevolmachtigde is Jos bevoegd om de erfgenamen te vertegenwoordigen bij het beheer van de nalatenschap. Daartoe behoort ook het indienen van bezwaar tegen belastingaanslagen namens de erven. De uitspraak daarop bindt alle erfgenamen.
Wat zegt de wet hierover? De wet zegt dat een belanghebbende tegen een schriftelijke uitspraak van de rechtbank hoger beroep kan instellen (art. 8:104 lid 1 sub a ABW) . In afwijking (en beperking) daarvan zegt de wet ook dat slechts de belanghebbende, die bevoegd was beroep bij de rechtbank in te stellen, hoger beroep kan instellen (art. 27h lid 1 AWR) .
Wat vindt het hof hier nu van?
Wel namens alle erfgenamen. Het hof stelt vast dat Jos aan beide criteria voldoet. Als gevolmachtigde was hij bevoegd om namens alle erfgenamen de procedure bij de rechtbank te starten. Dit betekent dat hij als belanghebbende, mede namens zijn beide zussen, ook hoger beroep kan instellen bij het hof. Er is geen sprake van niet-ontvankelijkheid. Het feit dat Harry zijn volmacht heeft ingetrokken, heeft daar geen enkele invloed op.
Recht op schadevergoeding. Daarbij stelt de rechter dat de inspecteur de redelijke termijn voor afhandeling heeft overschreden. Dit komt mede doordat hij stukken naar de verkeerde geadresseerde heeft gestuurd. De hele zaak duurt al ruim zes jaar, terwijl zowel voor de procedure bij de rechtbank als die bij het hof telkens een termijn van twee jaar als redelijk wordt beschouwd. Daarom heeft Jos recht op een immateriële schadevergoeding. Tip. Als een bezwaar- en beroepsprocedure langer dan twee jaar duurt, kunt u € 500 schadevergoeding krijgen per halfjaar overschrijding. U moet daar dan wel uitdrukkelijk om verzoeken. Claim dit dus uiterlijk op de rechtszitting.
Uitspraak. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dan ook dat Jos gewoon hoger beroep kan instellen tegen de schriftelijke beschikking van de rechtbank (ECLI:NL:GHARL:2019:7720) . Verder beslist het hof dat de inspecteur aan Jos € 2.000 schadevergoeding moet betalen. Ook moet de inspecteur € 2.048 aan proceskosten betalen!
Maak uw profiel aan om dit advies en vele andere adviezen te kunnen ontdekken.