PENSIOEN - 16.04.2020

BV te weinig geld in kas, pensioenrechten ex gekort

Hoe worden pensioenrechten na een echtscheiding verdeeld? Wat gebeurt er met pensioen dat door een dga in eigen beheer in de BV is opgebouwd? Wat als de BV onvoldoende vermogen in huis heeft? Wat heeft de Hoge Raad beslist?

Verdeling pensioenrechten

In eigen beheer pensioen opgebouwd. Na dertig jaar huwelijk gaan Toon en Ingrid uit elkaar. Als dga heeft Toon jarenlang in eigen beheer pensioen opgebouwd in zijn BV.

Wat zegt de wet? In geval van een echtscheiding zegt de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding dat alle tijdens het huwelijk opgebouwde pensioenrechten tussen de beide (ex-)echtgenoten moeten worden verdeeld (art. 2 lid 1 en art. 3 lid 1 Wvps) . Deze verplichting geldt ook als een dga pensioenrechten in eigen beheer heeft opgebouwd (art. 3a lid 2 Wvps) .

FP-advies

Dat is slechts anders als er huwelijkse voorwaarden zijn opgesteld of als er een echtscheidingsconvenant is getekend, waarbij de echtgenoten verklaren van deze wettelijke regeling af te wijken (art. 3a lid 4 Wvps) . Dat speelt in deze casus echter niet.

Waarde opgeëist. Ingrid eist van Toon afstorting van € 357.089 bij een onafhankelijke verzekeraar. Dat bedrag is de helft van de commerciële waarde van de pensioenrechten die Toon in eigen beheer in de BV heeft opgebouwd. Het bedrag van de waarde is berekend per de dag van de echtscheiding. Toon zegt hier geen gevolg aan te kunnen geven. De financiële situatie van de BV laat dat momenteel niet toe. Hij vreest voor de continuïteit van het bedrijf.

Beslissende datum. Volgens Ingrid was er op de dag van de echtscheiding voldoende vermogen aanwezig om haar pensioenaanspraak af te storten zonder het bedrijf in gevaar te brengen. Mocht dat nu anders zijn, dan is dat jammer. De datum van de echtscheiding is beslissend.

Datum van afstorting van belang

Gelukkig voor Toon (en de BV) denkt de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2020:276) er anders over. De datum van de echtscheiding is inderdaad beslissend voor het vaststellen van de hoogte van de pensioenaanspraak waar Ingrid recht op heeft. Op de datum van afstorting van dat bedrag moet de BV wel over voldoende kapitaal beschikken. Hierbij moet niet alleen de ondernemingscontinuïteit in het oog worden gehouden. Er moet tevens voldoende kapitaal in de BV achterblijven om de commerciële waarde van het aandeel in de pensioenaanspraak van de tot verevening verplichte echtgenoot (Toon) te dekken.

Gelijkelijk. Als de BV op de datum van afstorting onvoldoende vermogen in huis heeft, dan brengen de eisen van redelijkheid en billijkheid met zich mee dat het tekort tussen de ex-echtgenoten moet worden verdeeld. Ze worden dan beiden voor een gelijk deel gekort op de aan hen toekomende pensioenrechten, zoals deze op de dag van de echtscheiding zijn vastgesteld.  

Bewijs. Als Toon stelt dat de BV te weinig vermogen heeft en ook geen liquide middelen kan verkrijgen zonder het bedrijf in gevaar te brengen, ligt de bewijsbal bij hem. Slaagt hij daarin, dan kan de rechter bepalen dat de pensioenrechten van beide ex-echtgenoten voor een gelijk deel worden gekort.

Verwijtbaar gehandeld. Eventueel kan de rechter een andere verdeling van de korting vaststellen. Er moet dan worden aangetoond (door Ingrid!) dat het aan de vereveningsplichtige echtgenoot (Toon) te wijten is dat het tekort aan liquide middelen bij de BV is ontstaan.

Een BV moet op de dag van afstorting voldoende vermogen hebben om de pensioenrechten van de ex-echtgenoot te kunnen garanderen. Is dat niet het geval, dan worden de pensioenrechten van beide ex-echtgenoten voor een gelijk deel gekort. Dit is slechts anders indien het tekort aan de dga van de BV te wijten is!

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01