Ingrijpende verbouwing leidt niet altijd tot btw
Ingrijpend of niet Bij verbouwingen aan een pand is het van belang om alert te zijn op de btw-gevolgen. Wanneer een pand ingrijpend wordt verbouwd, kan daardoor in wezen nieuwbouw ontstaan. Omdat het niet altijd duidelijk is wanneer een verbouwing ingrijpend genoeg is om van nieuwbouw voor de btw te kunnen spreken, komt de rechter er in dergelijke situaties regelmatig aan te pas.
Hof Den Bosch
Een btw-ondernemer die een (deel van een) oude en monumentale wollenstoffenfabriek die grondig gerenoveerd is, levert, is van mening dat hij een nieuw vervaardigde onroerende zaak levert. De rechtbank (ecli:nl:rbzwb:2019:774) oordeelde eerder dat er inderdaad sprake is van een nieuw vervaardigde onroerende zaak, zodat er btw over de levering verschuldigd is, maar het hof kwam tot een ander oordeel. Het hof oordeelt dat, doordat de werkzaamheden er vanaf het begin op gericht zijn geweest de kenmerken van het gebouw(deel) in stand te houden, er sprake is “van restauratie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden die, hoe ingrijpend ook, niet hebben geleid tot het ontstaan van een goed dat tevoren niet bestond” (ecli:nl:ghshe:2020:834) . De levering is niet belast met btw maar met overdrachtsbelasting.
Conclusie Uit bovenstaande uitspraak blijkt maar weer dat uitspraken van lagere rechters soms weinig houvast bieden. Zeker wanneer het een onderwerp betreft als in de beschreven zaak. Regelmatig moeten rechters over de zaak beslissen om uiteindelijk de knoop door te hakken.
bz-advies
Het is raadzaam om bij transacties met onroerende zaken de btw-gevolgen vooraf in kaart te brengen. Waar nodig kan de situatie aan de Belastingdienst worden voorgelegd zodat discussie achteraf en een gang naar de rechter wordt voorkomen.