HUWELIJKSRECHT - 09.07.2020

Inkomensbegrip in huwelijkse voorwaarden van groot belang!

Wat wordt er bedoeld met verrekening van inkomen in huwelijkse voorwaarden? Wat als er niet wordt verrekend? Wat staat daarover in de wet? Wat is goed om te weten en goed om te regelen?

Van Vof naar BV. Echtgenoten Jan en Trees zijn vennoten in een Vof die door hen is omgezet in een BV. Bij oprichting heeft Jan 60% van de aandelen en Trees 40%. Daarna worden de aandelen gecertificeerd waarbij Jan en Trees in dezelfde verhouding certificaten verkrijgen.

Jaarlijks verrekenbeding

Ze zijn gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Daarin is een periodiek verrekenbeding opgenomen (art. 1:141 BW) . Op basis daarvan hebben de echtgenoten de plicht om jaarlijks hun onverteerde inkomen met elkaar te verrekenen. Wat er met ‘inkomen’ wordt bedoeld, staat niet in de akte vermeld. De verplichting tot verrekening is nooit nagekomen.

Fiftyfifty? Als ze gaan scheiden, eist Trees dat de helft van de waarde van de certificaten aan haar wordt toegedeeld. De (certificaten van) aandelen zijn gefinancierd uit het onverteerde inkomen dat nooit is verrekend, dus is ze niet akkoord met slechts 40%. Jan ziet dat anders. Het begrip ‘inkomen’ in de huwelijkse voorwaarden moet beperkt worden uitgelegd. Daartoe wordt alleen gerekend het inkomen uit arbeid en niet de ondernemingswinst en uit de arbeidsinkomsten zijn de certificaten niet gefinancierd.

Wat zegt de wet? In de wet staat dat ingeval een periodiek verrekenbeding niet wordt nagekomen, de verplichting tot verrekening in stand blijft. Deze verplichting strekt zich uit over het saldo, ontstaan door belegging en herbelegging van hetgeen niet verrekend is, alsmede over de vruchten daarvan (art. 1:141 lid 1 BW) . Al het vermogen dat op de peildatum (van de echtscheiding) aanwezig is, wordt vermoed te zijn gevormd uit het inkomen dat verrekend had moeten worden (art. 1:141 lid 3 BW) . De rechter heeft al eerder uitgemaakt dat het aan de andere echtgenoot (Jan) is om te bewijzen dat dit niet zo is (ECLI:NL:HR:2019:637) .

Inkomensbegrip. In de wet staat niet wat onder ‘inkomen’ wordt verstaan dat voor verrekening in aanmerking komt. Hetzelfde geldt voor de akte waarbij de huwelijkse voorwaarden zijn vastgelegd. Het inkomensbegrip in de voorwaarden moet dus worden uitgelegd via de ‘Haviltex-maatstaf’ van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:1981:AG4158) . Relevant is welke betekenis partijen redelijkerwijs aan de bepalingen in de huwelijkse voorwaarden mochten toekennen en wat ze redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, rekening houdend met alle omstandigheden van het geval.

Hoe oordeelt de rechter?

Als Jan en Trees een beperkt inkomensbegrip hadden beoogd, zoals Jan stelt, had het volgens de rechter voor de hand gelegen dat de notaris dit als zodanig had geformuleerd. Dat dit niet is gebeurd, wijst erop dat ze niet slechts inkomen uit arbeid wensten te verrekenen, maar ook de ondernemingswinsten. Er is geen enkel bewijs dat het inkomensbegrip beperkt moet worden uitgelegd. Daarbij is destijds de Vof-overeenkomst in een onderhandse akte vastgelegd. Als ze daarin wilden afwijken van de huwelijkse voorwaarden, hadden ze dat in een notariële akte moeten doen, want alleen zo kunnen huwelijkse voorwaarden (of een wijziging daarvan) worden vastgelegd (art. 1:115 BW) . Dus oordeelt Hof ’s-Hertogenbosch dat Trees recht heeft op de helft van de waarde van de certificaten (ECLI:NL:GHSHE:2020:1739) . Jan moet het met 10% minder doen dan hij had gedacht!

Staat er in de akte van de huwelijkse voorwaarden niet wat er met ‘inkomen’ wordt bedoeld, dan wordt dat begrip breed uitgelegd. Daartoe behoren dan ook de winsten uit onderneming. Dat is slechts anders als dit in de huwelijkse voorwaarden uitdrukkelijk is uitgesloten! Regel dit zo nodig voor uw cliënt.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01