BOER EN BEDRIJF - 12.01.2021

Fosfaatdifferentiatie: voorwaarden grondmonsters per 2021

Lagere fosfaattoestand. Als u voor landbouwgrond geen grondmonsters beschikbaar heeft, dan moet u rekenen met een fosfaattoestand ‘hoog’. Bij de fosfaattoestand ‘hoog’ gelden de laagste fosfaatgebruiksnormen. Als u met uw grondmonsters kunt aantonen dat de fosfaattoestand van uw grond ‘arm’, ‘laag’, ‘neutraal’ of ‘ruim’ is, dan mag u met hogere fosfaatnormen rekenen. Het is echter ook mogelijk dat met een grondmonster de fosfaattoestand toch ‘hoog’ blijft. De fosfaatgebruiksnormen hanteert u bij uw berekeningen t.a.v. het stelsel van gebruiksnormen, de mestverwerkingsplicht en de grondgebondenheid melkvee.

Nieuwe indicatoren. Om gebruik te kunnen maken van de fosfaatdifferentiatie moet u vanaf 2021 de fosfaattoestand van uw landbouwgrond bepalen op basis van twee indicatoren: het PAL- en P-PAE-getal. Beide indicatoren gelden zowel voor grasland als voor bouwland. Het Pw-getal voor bouwland kan dus niet meer worden gebruikt.

‘Oude’ grondmonsters nog bruikbaar. Heeft u een grondmonster met een monsterdatum van uiterlijk 31 december 2020, dan kunt u dit grondmonster nog steeds gebruiken voor de fosfaatdifferentiatie. Uw grondmonster mag dan op 15 mei van het jaar waarin u het monster wilt gebruiken niet ouder zijn dan vier jaar (op basis van de monsterdatum). Binnen deze regeling zijn uw grondmonsters, genomen op 16 mei 2017 of later, in 2021 nog geldig. Op het moment van schrijven is echter een aankondiging gedaan dat grondmonsters voor fosfaatdifferentiatie, die voor 15 mei 2021 verlopen zijn (meer dan vier jaar oud), toch nog een jaar geldig blijven. De exacte uitwerking is nog niet bekend, maar het zou kunnen zijn dat grondmonsters genomen vanaf 16 mei 2016 ook in 2021 nog geldig zijn.

Keuze bepalen fosfaattoestand. Zijn bij uw ‘oude’ grondmonsters alleen het PAL- en/of Pw-getal bepaald, dan mag u deze indicatoren blijven gebruiken voor het bepalen van de fosfaattoestand van uw grasland (PAL-getal) en bouwland (Pw-getal). Is daarnaast ook het P-PAE-getal bepaald, dan mag u ook op basis van het PAL- en P-PAE-getal de fosfaattoestand bepalen. U mag bij deze ‘oude’ monsters zelf de gunstigste methode kiezen.

Andere regels bij fosfaattoestand ‘arm’. U kunt ‘oude’ grondmonsters, met alleen een PAL- en/of Pw-getal, alleen onder de volgende voorwaarden fosfaattoestand ‘arm’ blijven gebruiken, indien:

• de analyse uiterlijk 15 mei 2020 bekend is;
• het een ‘gestratificeerd’ grondmonster is;
• u in de Gecombineerde Opgave 2020 (of eerder) heeft aangegeven dat u van de hogere fosfaatnorm (120 kg/ha) gebruik wilt maken.

Analysedatum vanaf 16 mei 2020. Heeft u een grondmonster met een analysedatum vanaf 16 mei 2020, dan kunt u dit monster alleen voor de fosfaattoestand ‘arm’ gebruiken op basis van het PAL-getal en het P-PAE-getal. Dit betekent dat u monsters van 16 mei t/m 31 december 2020 zonder P-PAE alleen kunt gebruiken voor het aantonen van de fosfaattoestand laag, neutraal en ruim.

Twee monsterprotocollen

Voor het bepalen van de fosfaattoestand kunt u vanaf 2021, net als voorgaande jaren, gebruik maken van het monsterprotocol voor ‘standaardmonsters’ of voor ‘gestratificeerde monsters’. Een standaardmonster geldt, onder voorwaarden, voor maximaal vijf hectare. Een ‘gestratificeerd grondmonster’ kan een groter areaal bevatten. Hierbij gelden wel bepaalde voorwaarden, zoals het met gps vaststellen van de monsterpunten. De voorwaarden zijn gelijk gebleven. Tip. Nieuw per 2021 is dat u voor de fosfaattoestand ‘arm’ (fosfaatnorm 120 kg) ook een ‘standaardmonster’ kunt gebruiken. Beide protocollen zijn nu toegestaan. Zo wordt er dus geen onderscheid meer gemaakt tussen ‘fosfaatarme’ gronden en gronden met een ‘andere’ fosfaattoestand.