PENSIOEN - 28.01.2021

Internationale waardeoverdracht

Eind oktober 2020 heeft de Europese Commissie besloten om Nederland voor het EHJ te dagen in verband met de geldende regels voor pensioenoverdracht. Dit nadat de EC Nederland eerder al verzocht de belastingregels aan te passen.

Belemmering De huidige regels belemmeren dat pensioen dat in Nederland is opgebouwd, kan worden meegenomen als men naar het buitenland verhuist. Een dergelijke waardeoverdracht bevindt zich op het snijvlak van Europese vrijheden en fiscale autonomie. Immers, fiscaliteit is een nationale competentie, maar door de huidige Nederlandse regels komt de vrijheid van verkeer van burgers en werknemers in de EU in het gedrang (art. 114 lid 2 vweu) .

Fiscale autonomie vs. Europese vrijheden

Fiscale autonomie betekent dat fiscale wetgeving niet zomaar kan worden geharmoniseerd of gereguleerd op EU-niveau. Tegelijkertijd geldt binnen Europa het vrije verkeer van burgers en werknemers, de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten en het vrije verkeer van kapitaal. Met betrekking tot pensioenoverdrachten naar landen binnen de EU, maar buiten Nederland, is Nederland terughoudend. Nederland wil namelijk geen belastinginkomsten mislopen. Nederland past immers de zogenaamde ‘omkeerregeling’ toe en die houdt in dat pensioenpremies onbelast zijn en de te ontvangen uitkering belast, de zogenaamde ‘EET-facilitering’.

Heffingsrecht De vraag welk land belasting mag heffen over de pensioenuitkering, is afhankelijk van het gesloten belastingverdrag. Belastingverdragen worden gesloten om dubbele belasting te vermijden. In de meeste belastingverdragen wordt het heffingsrecht toegewezen aan de woonstaat (o.g.v. het OESO-modelverdrag). Dit betekent dat Nederland bij een pensioenoverdracht de pensioenopbouw destijds fiscaal heeft gefaciliteerd, maar niet mag heffen over de uiteindelijke pensioenuitkeringen, waardoor Nederland inkomsten misloopt. Om die reden kunnen pensioengerechtigden die hun pensioen wensen mee te nemen bij een verhuizing naar het buitenland, geconfronteerd worden met een fiscale afrekening. Daarnaast maakt Nederland het buitenlandse pensioenuitvoerders moeilijk om in Nederland actief te zijn, wegens allerlei aanvullende verplichtingen.

Grensoverschrijdende waardeoverdracht

Bij een grensoverschrijdende overdracht gelden er twee soorten voorwaarden: de civiele (Pensioenwet (PW)) en de fiscale (Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB)).

Civiele voorwaarden Grensoverschrijdende waardeoverdracht wordt geregeld in de PW. Het pensioen kan op verzoek worden overgedragen naar een buitenlandse pensioenuitvoerder. Hierbij geldt naast dezelfde procedurele eisen voor Nederlandse pensioenuitvoerders nog het vereiste dat de mogelijkheden tot afkoop van het pensioen niet ruimer mogen zijn dan op basis van de PW. De PW kent echter een totaal verbod op afkoop (met enkele kleine uitzonderingen). Dit levert dus maar heel weinig ruimte op voor andere lidstaten ten aanzien van afkoop. Deze aanvullende eis kan beperkend werken voor een grensoverschrijdende waardeoverdracht.

Fiscale voorwaarden Waardeoverdracht wordt in beginsel als afkoop van het pensioen gezien. Net als in de PW is dit ook op grond van de Wet LB in principe verboden, anders geldt er een heffing met 20% revisierente over de gehele waarde. Vindt de waardeoverdracht plaats naar een (fiscaal) erkende pensioenuitvoerder en wordt er aan de voorwaarden van de PW voldaan, dan geldt de heffing niet. Een buitenlandse pensioenuitvoerder moet worden aangewezen door de minister en daarin schuilt de mogelijke complexiteit. Allereerst moet die pensioenuitvoerder voldoen aan aanvullende informatieverplichtingen en zich garant stellen voor de invordering van de verschuldigde belasting. Daarnaast heeft de Europese Commissie geconstateerd dat buitenlandse pensioenuitvoerders bij de Nederlandse autoriteiten soms zekerheid moeten stellen. Dat is het geval als zij pensioenkapitaal overdragen aan een andere buitenlandse pensioenuitvoerder nadat zij eerder dit pensioenkapitaal van een Nederlandse pensioenuitvoerder hebben ontvangen. Ook als zij diensten willen aanbieden op de Nederlandse markt, moeten zij van de Nederlandse autoriteiten soms zekerheid stellen. Tot slot moeten (gewezen) werknemers zekerheid stellen indien hun pensioenkapitaal wordt overgedragen aan een buitenlandse pensioenuitvoerder of indien zij pensioendiensten willen inkopen bij een buitenlandse pensioenuitvoerder. Hierdoor is slechts een beperkt aantal uitvoerders aangewezen. Ook dit werkt beperkend.

Het door de Europese Commissie gestarte proces zal moeten gaan uitwijzen of de Nederlandse fiscale voorwaarden voor grensoverschrijdende waardeoverdracht in strijd zijn met het EU-recht of niet. Zijn de regels te streng of voldoen deze aan de eisen?

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01