TUCHTRECHTSPRAAK - 28.01.2021

Proactief handelen na een fout kan een sanctie voorkomen

Als u een patiënte ziet, stelt u zo goed mogelijk een diagnose en schrijft u zo nodig medicatie voor. Toch kan een verkeerde aanpak zorgen voor een tuchtklacht. Hoe kan proactief handelen een sanctie voorkomen?

Uit het leven gegrepen ...

Diagnose en medicatie. Thea belt haar huisarts, deze weet dat zij op dat moment 29 weken zwanger is. Hij onderzoekt haar op de praktijk en denkt net als Thea aan nierstenen. Hij raadpleegt de NHG-Standaard Urinesteenlijden, waarin bij hevige pijnklachten diclofenac wordt geadviseerd en morfine bij een contra-indicatie voor diclofenac.

Medicatiecheck vanwege zwangerschap. De huisarts pakt ook het Farmacotherapeutisch Kompas over het gebruik van diclofenac tijdens de zwangerschap erbij. Hierin wordt geadviseerd diclofenac tijdens het eerste en tweede trimester van de zwangerschap alleen op strikte indicatie te gebruiken, in een zo laag mogelijke dosering en zo kort mogelijk. Diclofenac in het derde trimester van de zwangerschap is gecontra-indiceerd.

Rekenfout. De huisarts is door een misrekening ervan uitgegaan dat Thea in het tweede (in plaats van het derde) trimester van haar zwangerschap zit en geeft haar diclofenac voor de pijnklachten.

Patiënte vertrouwt het niet

Fout rechtgezet. Thea is bezorgd over de diclofenac en belt twee dagen later haar verloskundige die navraag doet bij de huisarts. In het gesprek komt aan de orde dat Thea al in het derde trimester van haar zwangerschap zit en dat er een contra-indicatie voor diclofenac bestaat. De huisarts belt daarop met de dienstdoende gynaecoloog. Op diens advies schrijft hij morfine voor en noteert dit in haar dossier.

Inclusief verontschuldigingen. De huisarts biedt Thea zijn excuses aan en informeert hoe het gaat. Thea heeft na de toediening geen klachten meer had gehad en daarom geen diclofenac meer genomen. De huisarts belt later nog een keer en laat een voicemailbericht achter. Thea is niet meer op het spreekuur gezien en bevalt van een zoon.

Toch een klacht. Ze dient later toch een tuchtklacht in, waarin ze de huisarts verwijt verkeerde medicatie te hebben voorgeschreven. De huisarts erkent dit, zowel in zijn verweer op de klacht als tijdens de mondelinge zitting waar Thea niet verschijnt (ECLI:NL:TGZRAMS:2020:130) .

Klacht gegrond

Nu de huisarts heeft erkend dat diclofenac tijdens het derde trimester van haar zwangerschap gecontra-indiceerd was, vindt het tuchtcollege de klacht gegrond.

Geen maatregel. Maar een maatregel legt het college niet op. Daarbij weegt het college mee dat de huisarts direct na het ontdekken van de fout zijn verantwoordelijkheid heeft genomen door advies in te winnen bij een gynaecoloog, conform dat advies het medicatiebeleid heeft aangepast en klaagster over de fout heeft geïnformeerd en zijn excuses heeft aangeboden. Bovendien geeft de huisarts aan dat hij van zijn fout heeft geleerd en dat nu in het systeem van de praktijk direct zichtbaar is hoelang een patiënte zwanger is. Deze schuldbewuste houding en de adequate reactie van de huisarts beoordeelt het college als positief, in tegenstelling tot de proceshouding van klaagster die onbereikbaar was voor het tuchtcollege.

Adequate actie. Deze uitspraak laat zien dat een zorgverlener er goed aan doet actief te handelen na het ontdekken van een onjuiste aanpak. Pogingen om een fout te corrigeren of de schade te beperken en contact opnemen met de patiënt om de fout te bespreken en excuses aan te bieden, worden gezien als adequaat handelen.

De tuchtrechter weegt zwaar mee dat een zorgverlener actief handelt na het ontdekken van een fout. Ga na of corrigeren mogelijk is en/of de schade beperken mogelijk is. Contact opnemen met de patiënt om de fout te bespreken en excuses aan te bieden, wordt ook gezien als adequaat handelen.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01