TUCHTRECHTSPRAAK - 18.01.2021

Teamwork tussen arts en ondersteuner is onmisbaar

Een patiënt van 15 jaar oud komt met zijn ouder op de HAP en moet even wachten op een patiënt met een hogere urgentie. De arts stuurt hem na onderzoek met ibuprofen naar huis. Had de arts zonder meer op de triagiste mogen vertrouwen?

Wat overkwam deze patiënt?

De situatie. Jan (15 jaar) heeft buikpijnklachten en komt ’s avonds laat met zijn vader naar de huisartsenpost (HAP). De triagiste vraagt de zoon urine op te vangen en in de wachtruimte plaats te nemen. Daarna komt er een andere patiënt de HAP binnen. De huisarts ziet eerst de andere patiënt en daarna de jongen. De huisarts onderzoekt de jongen en stuurt hem met ibuprofen naar huis met het advies om bij verergering van de klachten opnieuw contact op te nemen dan wel de eigen huisarts te raadplegen.

Eigen huisarts. Jan wordt de volgende dag door zijn eigen huisarts naar de uroloog verwezen waarbij een torsio testis wordt vastgesteld. Hij wordt geopereerd waarbij een totale orchidectomie links (verwijdering van de zaadbal) en een orchidofixatie rechts (vastzetten zaadbal aan het scrotum) worden uitgevoerd.

Vader beklaagt zich

De vader van Jan klaagt bij het Regionaal Tuchtcollege Eindhoven (ECLI:NL:TGZREIN:2020:57) en stelt dat de huisarts van de HAP:

  1. zijn zoon, ondanks dat hij veel pijn had en meerdere keren in de wachtruimte had gebraakt, te lang heeft laten wachten; en
  2. een verkeerde diagnose heeft gesteld en zijn zoon ten onrechte niet naar het ziekenhuis heeft doorverwezen.

Belang visuele waarneming van triagist. Het tuchtcollege neemt aan dat de triagiste kon zien wat er in de wachtruimte gebeurde, zodat het daardoor aannemelijk is dat zij het braken van Jan heeft gezien. De huisarts kon dit niet weten, omdat hij met de andere patiënt bezig was. Het was volgens het tuchtcollege wenselijk geweest als de triagiste de huisarts had verteld dat de jongen in de wachtruimte meerdere keren had gebraakt. Immers, wat de triagiste (visueel) waarneemt, kan belangrijke informatie voor de arts zijn voor de diagnose en het te bepalen beleid.

Tuchtrechtelijk verwijtbaar?

Niet vast te stellen. Nu de huisarts hier geen weet van had en partijen verder over de precieze gang van zaken van mening verschillen, kan niet worden vastgesteld dat de huisarts op het punt van een te lange wachttijd tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

Behandelrichtlijn niet gevolgd. Wel verwijtbaar is dat de huisarts de NHG-Behandelrichtlijn Acute epididymitis bij volwassenen van 2016 niet heeft gevolgd. Gelet op de leeftijd van de zoon in combinatie met de klachten waarmee hij zich presenteerde, had hij dit wel moeten doen. De huisarts geeft toe dat hij een verkeerde inschatting heeft gemaakt en dat hij de jongen met spoed naar de uroloog had moeten verwijzen voor aanvullende diagnostiek.

Niet doorsturen onbegrijpelijk. Dat hij dit laatste niet heeft gedaan, omdat hij dacht dat er in het ziekenhuis ’s nachts geen diagnostisch onderzoek zou worden gedaan, vindt het college onbegrijpelijk. Hij had direct contact met het ziekenhuis moeten opnemen voor overleg met de uroloog dan wel om te verifiëren of de jongen voor aanvullende diagnostiek kon worden doorverwezen. Nu is de jongen zonder dat een werkdiagnose was gesteld ten onrechte gerustgesteld en naar huis gestuurd. De arts krijgt een berisping.

Niet alleen observaties van een arts zelf, maar ook die van ondersteunend personeel kunnen van belang zijn bij het (tijdig) verlenen van goede zorg en het stellen van een juiste diagnose. Deze uitspraak illustreert dat zorgverlening een kwestie van teamwork is. Het goed instrueren van ondersteunend personeel bevordert de kwaliteit van zorg.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01