BEDRIJFSOVERDRACHT - 09.02.2021

Bedrijfsoverdracht in de familiesfeer: geen gift?

Tegen welke waarde moet een (agrarische) onderneming bij een bedrijfsoverdracht worden gewaardeerd? Als er niet wordt uitgegaan van de vrije verkoopwaarde, is er dan sprake van een gift? Hoe zit dat als de erfenis wordt verdeeld?

Maatschapsovereenkomst. Ruim 30 jaar geleden is Geert met zijn vader een maatschapsovereenkomst aangegaan voor de exploitatie van een agrarisch bedrijf. In de overeenkomst staat vermeld wie wat heeft ingebracht en voor welke waarde. Ook staat in de overeenkomst dat alle bedrijfsgoederen aan de voortzettende vennoot (maat) worden toegedeeld ingeval de maatschap door opzegging door de andere vennoot wordt ontbonden. Daarbij is aangeven volgens welke waarderingsmethoden de bedrijfsgoederen alsdan moeten worden gewaardeerd. Ook is in de overeenkomst een anti-speculatiebeding opgenomen.

Ontbinding maatschap

Negen jaar later wordt de maatschap door de vader van Geert opgezegd. Er wordt een akte van verdeling opgesteld waarbij de bedrijfsactiva volgens de waarderingsmethoden, zoals deze in de maatschapsovereenkomst staan vermeld, aan Geert worden toegedeeld. Daartegenover moet Geert aan zijn vader € 819.000 betalen. In de akte van verdeling is ook weer een anti-speculatiebeding opgenomen. Op basis daarvan moet Geert tien jaar lang de meerwaarde die hij zou realiseren als hij onroerende zaken van het bedrijf mocht verkopen, met zijn vader dan wel met diens erfgenamen verrekenen.

Testament met onterving

15 jaar daarna overlijdt vader. Geert denkt samen met zijn zussen de drie erfgenamen te zijn, maar dan komt er een testament tevoorschijn dat vader twee jaar voor zijn overlijden heeft opgesteld. Daarin staat dat Geert is onterfd, omdat hij bij de bedrijfsoverdracht al genoeg bevoordeeld is en vader zijn drie kinderen gelijk wil behandelen.

Beroep op legitieme portie

Geert was er niet van op de hoogte dat zijn vader een testament had gemaakt en al helemaal niet dat hij daarin onterfd was. Dat valt voor hem koud op zijn dak, maar hij respecteert de keuze die zijn vader heeft gemaakt. Wel doet hij een beroep op zijn legitieme portie. Dat is de helft van zijn wettelijke erfdeel (art. 4:64 lid 1 BW) . Volgens Geert bedraagt zijn legitieme portie € 90.760. Voor dat bedrag klopt hij aan bij zijn beide zussen.

Verrekend met de gift

Deze weigeren te betalen. Geert is al genoeg bevoordeeld door de bedrijfsoverdracht die op voor hem gunstige voorwaarden heeft plaatsgevonden. De verschillende bedrijfsonderdelen zijn destijds tegen de agrarische waarde gewaardeerd en niet tegen de vrije verkoopwaarde. Het voordeel dat Geert daardoor heeft gekregen, bedraagt volgens de zussen € 105.000. Dat moet als een gift worden beschouwd. Bij de berekening van de legitieme portie moeten giften in aanmerking worden genomen. Dat geldt ook voor giften die door de erflater (vader) aan een afstammeling (Geert) zijn gedaan (art. 4:67 sub d. BW) . Geert heeft dus al meer gekregen dan waar hij eigenlijk recht op heeft.

Hoge Raad

Redelijk en billijk. Gelukkig voor Geert denkt de rechter daar anders over. De hoogste rechter heeft al eerder uitgemaakt dat de rechtsbetrekking tussen deelgenoten (vennoten in een maatschap of Vof) wordt beheerst door maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Dat staat in de weg van een waardering van bedrijfsgoederen die voortzetting van de onderneming onmogelijk maken (ECLI:NL:HR:2004:AN8172) . Het is juist de bedoeling van de vennoten dat het bedrijf door de ene vennoot kan worden voortgezet, nadat de andere vennoot is uitgetreden.

Familieverband. Daarbij is ook de aard van de rechtsverhouding tussen de vennoten van belang. Dat het bedrijf in familieverband wordt uitgeoefend, speelt dus een rol.

Zakelijke overeenkomst. Volgens de rechter gaat het zowel bij het aangaan van de maatschapsovereenkomst als bij de daaropvolgende bedrijfsoverdracht om een zakelijke overeenkomst. Dat blijkt uit de volgende punten:

  • uit de tekst van de maatschapsovereenkomst noch uit de tekst van de akte van verdeling blijkt dat het de bedoeling is geweest van partijen (vader en zoon) om Geert te bevoordelen;
  • bij aanvang van de maatschap heeft vader uitdrukkelijk zijn aanspraak voorbehouden op de stille reserves die door hem in de agrarische onderneming waren opgebouwd;
  • in de maatschapsovereenkomst staat dat het aandeel van de uittredende vennoot verblijft aan de voortzettende vennoot; dit geldt voor beide vennoten. Dat zou ook het geval zijn geweest indien Geert zou hebben besloten om uit de maatschap te treden. Er is sprake van een wederkerige overeenkomst waarbij alle verplichtingen die daaruit voortvloeien voor beide partijen gelden;
  • het zakelijk karakter blijkt ook uit het anti-speculatiebeding. Het staat de voortzettende vennoot (Geert) niet vrij om binnen een termijn onroerende zaken te vervreemden zonder daarbij af te rekenen met de uittredende vennoot dan wel diens erfgenamen.

Vrije verkoopwaarde niet reëel

Het uitgangspunt van de zussen dat de verschillende bedrijfsgoederen moeten worden gewaardeerd naar de vrije verkoopwaarde (de beste prijs die kan worden verkregen onder de beste marktomstandigheden) is volgens de rechter onjuist. Het gaat om de waardering van een agrarische onderneming als geheel.

Onderneming in zijn geheel waarderen. Deze onderneming moet in zijn geheel worden gewaardeerd volgens de bepalingen en voorwaarden, zoals deze in de maatschapsovereenkomst zijn vastgelegd. Daarin staat dat de waardering van de bedrijfsgoederen geschiedt op basis van de agrarische waarde. Bij een bedrijfsoverdracht op basis van de agrarische waarde gaat het erom dat een rendabele voortzetting van het bedrijf mogelijk blijft. Als uittredende vennoot was vader contractueel gebonden aan de in de maatschapsovereenkomst vastgelegde waarderingsmethode.

Hoe oordeelt de rechter nu hierover?

De rechter (ECLI:NL:GHDHA:2020:2297) stelt vast dat de bedrijfsoverdracht precies is uitgevoerd volgens de bepalingen en voorwaarden die daarvoor in de maatschapsovereenkomst waren opgenomen. Dat was een zakelijke overeenkomst waaraan beide partijen waren gebonden. Er waren geen feiten of omstandigheden die rechtvaardigen dat van deze maatschapsovereenkomst zou worden afgeweken. De bedrijfsoverdracht heeft ook plaatsgevonden volgens de geldende fiscale richtlijnen.

Geen bevoordeling. De rechter oordeelt de bedrijfsoverdracht geen bevoordeling inhoudt van Geert en dat er ook geen sprake is van een gift. Dat zijn vader op een latere datum bij het maken van zijn testament daar wellicht anders over is gaan denken, doet daar niets aan af. Geert heeft recht op zijn legitieme portie van € 90.760 die door zijn zussen moet worden betaald!

Wat is hier dus belangrijk om te weten?

Een bedrijfsoverdracht moet worden uitgevoerd zoals in de maatschapsovereenkomst (of vennootschapsovereenkomst) staat vermeld. Het gaat daarbij om de waarde van de gehele onderneming en niet om de vrije verkoopwaarde van de verschillende bedrijfsgoederen. Bij een bedrijfsoverdracht in de familiesfeer geldt als uitgangspunt dat het bedrijf door de voortzettende vennoot op rendabele wijze moet kunnen worden voortgezet. Er is dan geen sprake van een gift die bij afhandeling van de nalatenschap zou moeten worden verrekend!

Bij een bedrijfsoverdracht in de familiesfeer geldt als uitgangspunt dat het bedrijf door de voortzettende vennoot op rendabele wijze moet kunnen worden voortgezet. Er is dan geen sprake van een gift die bij afhandeling van de nalatenschap zou moeten worden verrekend!

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01