Uw volgende stap

Hoge Raad, ECLI:NL:HR:2021:103

[Rechtspraak]

Wettekst art. 67n AWR

[Wetgeving]

Zwartspaarders keren in, vrijwillige verbetering aangifte

Vrijwillige verbetering. Bij vrijwillige verbetering gelden andere regels voor wat betreft de eventuele boete dan voor het geval de Belastingdienst zelf constateert dat er te weinig is aangegeven.

Verzwegen spaargelden. Als het gaat om verzwegen spaargelden, dan is de boete bij vrijwillig inkeren maximaal 120%, terwijl de boete zonder vrijwillige verbetering 300% bedraagt. Tot 1 januari 2018 was het zelfs mogelijk om vrijwillig te verbeteren zonder boete. Sindsdien staat er op het verzwijgen van buitenlands vermogen altijd een boete. Vanaf 1 januari 2020 is er op het verzwijgen van binnenlands vermogen ook altijd een boete van toepassing. Voor andere verbeteringen geldt meestal dat als dit binnen twee jaar gebeurt, er geen boete zal worden opgelegd.

Wanneer is een verbetering vrijwillig?

Belastingdienst op de hoogte? Van vrijwilligheid is geen sprake als de belastingplichtige weet of redelijkerwijs zou kunnen weten dat de Belastingdienst van de verzwegen bezittingen op de hoogte is of op korte termijn op de hoogte zal raken. De rechter heeft onlangs een uitspraak gedaan waarbij verdere invulling aan dit begrip wordt gegeven.

Recente rechtszaak

Zwitserse bankrekening. Een mevrouw had tot 2014 een bankrekening bij de Zwitserse bank UBS. Deze rekening heeft zij nooit in haar aangiften inkomstenbelasting vermeld.

Verzoek Belastingdienst aan de bank. In juli 2015 doet de Belastingdienst een ‘groepsverzoek’ aan UBS en verzoekt om alle rekeningoverzichten van rekeninghouders bij UBS met een Nederlands adres. In september 2015 wordt in diverse media bericht over dit verzoek.

Mevrouw keert in. In juni 2016 meldt de mevrouw zich bij de inspecteur. Voor de jaren 2005 tot en met 2014 worden er navorderingsaanslagen opgelegd. De Belastingdienst wil hierbij een vergrijpboete opleggen, omdat er geen sprake is van vrijwillige verbetering. Op basis van de berichten in de media had de mevrouw namelijk volgens de Belastingdienst het vermoeden dat de Belastingdienst haar door het groepsverzoek aan UBS op het spoor was of op korte termijn zou komen.

Wat zegt de rechter?

Vrijwillige verbetering. Deze uitleg wordt door de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2021:103) echter niet gevolgd. UBS heeft alleen overzichten verstrekt van de personen die in juli 2015 nog een rekening bij UBS hadden. Dit was namelijk het moment dat de Belastingdienst het verzoek had gedaan. Al deze personen hebben ook een brief van UBS gehad over dit verzoek. De mevrouw heeft deze brief niet gehad en UBS heeft geen gegevens van haar aan de Nederlandse Belastingdienst verstrekt.

Objectief beoordelen. De rechter geeft aan dat objectief beoordeeld moet worden of er sprake is van het vermoeden dat de Belastingdienst de mevrouw op het spoor is. Nu de Belastingdienst geen gegevens over haar heeft ontvangen van UBS, is hier geen sprake van. Het subjectieve feit dat de mevrouw zelf denkt dat de Belastingdienst haar op het spoor is, doet hier dus niet ter zake.

Geen boete. Gevolg van deze uitspraak is dat de vergrijpboete komt te vervallen. Nu deze mevrouw zich voor 1 januari 2018 heeft gemeld, zal er ook geen verzuimboete worden opgelegd. Tip. Krijgt u een aanslag met een boete, laat dan niet alleen beoordelen of het belastingbedrag correct is, maar laat uw adviseur ook beoordelen of de boete terecht is opgelegd.