PRIVÉ - 22.03.2021

Geen verdeling van huwelijksvermogen na overlijden?

Kunnen vermogens van echtgenoten nog worden verdeeld na overlijden, zodat de kinderen een fiscaal aftrekbare vordering krijgen op hun langstlevende ouder? Wat heeft de Hoge Raad beslist? Hoe dat in de huwelijkse voorwaarden oplossen?

Huwelijkse voorwaarden

Recht tot verdeling. Jan en Mien zijn getrouwd op huwelijkse voorwaarden. Daarin is opgenomen een uitsluiting van gemeenschap van goederen. Ook staat in de huwelijkse voorwaarden een verplichting voor ieder van de echtgenoten om op verzoek van een van hen de waarde van hun beide vermogens bij helfte te verdelen, alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Dit recht kan tot zes maanden na het einde van het huwelijk worden ingeroepen. Het recht tot verdeling is hoogst persoonlijk en niet vatbaar voor overdracht aan erfgenamen.

Waarde bij helfte verdeeld. Als Jan overlijdt, wordt aan Mien het vruchtgebruik van zijn nalatenschap gelegateerd. Omdat Mien een groter vermogen heeft dan Jan, heeft hij in zijn testament bepaald dat zijn nalatenschap rechtstreeks naar de kinderen gaat. Op verzoek van Mien wordt de waarde van de beide vermogens (haar vermogen en de nalatenschap van Jan) bij helfte verdeeld. De kinderen krijgen daardoor een vordering op hun moeder van € 1.770.177. Deze vordering is tijdens leven van Mien niet opeisbaar.

Schuld afgelost. Na het overlijden van Mien willen de kinderen hun vordering aftrekken van de waarde van de nalatenschap van hun moeder. Net zoals bij de wettelijke verdeling hoeven de kinderen immers geen erfbelasting te betalen over hun vorderingen die zijn ontstaan inzake het overlijden van hun eerste ouder. Dat is een schuld van de nalatenschap en over aflossing van een schuld hoeft geen erfbelasting te worden betaald.

Fictieve verkrijging vindt Belastingdienst. Door de inspecteur van de Belastingdienst wordt dat niet geaccepteerd. Volgens hem is het bedrag van de vordering een fictieve verkrijging en dit wordt daardoor gerekend tot de waarde van de nalatenschap van de erflater (Mien). In dat geval zegt de wet dat daarover erfbelasting moet worden betaald (art. 10 lid 1 SW) .

Niet verdelen na overlijden. Helaas voor de kinderen is de rechter het daarmee eens. Volgens de huwelijkse voorwaarden kan de verdeling bij helfte worden ingeroepen tot zes maanden na het einde van het huwelijk van Jan en Mien. Maar dat geldt alleen als het huwelijk eindigt door echtscheiding en niet als het huwelijk eindigt bij overlijden. Het verzoek van Mien tot verdeling van de beide vermogens kan Jan na zijn overlijden immers niet meer bereiken. De verdeling kan alleen maar worden uitgevoerd op een moment dat beide echtgenoten nog in leven zijn.

Geen finale verrekening. In de huwelijkse voorwaarden staat geen verplichte toepassing van het verrekenbeding in geval van overlijden van de eerste echtgenoot. Dit betekent dat de kinderen de vordering op hun moeder hebben verkregen op basis van de regels van het huwelijksvermogensrecht. De vordering is niet ontstaan op basis van het erfrecht en daardoor niet fiscaal aftrekbaar.

Hoe oordeelt de Hoge Raad nu?

Erfbelasting verschuldigd. De Hoge Raad stelt vast dat de vordering van de kinderen moet worden aangemerkt als een fictieve erfrechtelijke verkrijging (ECLI:NL:HR:2021:263) . Dit betekent dat artikel 10, lid 1 van de Successiewet 1956 van toepassing is. De vordering van de kinderen behoort tot de nalatenschap van Mien en mag daarvan niet worden afgetrokken. De kinderen moeten daarover dus ‘gewoon’ erfbelasting betalen!

Als dit niet in de huwelijkse voorwaarden staat, kan verdeling van vermogens na overlijden niet. Dit kan nadelig zijn voor de erfbelasting. Met een ‘finaal verrekenbeding’ in de huwelijkse voorwaarden wordt er wel altijd verrekend ‘alsof de echtgenoten in gemeenschap van goederen waren gehuwd’. Dit geeft aftrek voor de erfbelasting.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01