AANSPRAKELIJKHEID - 15.03.2021

Nieuw: ‘Wet bestuur en toezicht rechtspersonen’

Per 1 juli gaat de ‘Wet bestuur en toezicht rechtspersonen’ in. Wat gaat er veranderen, bijv. voor een Stichting Administratiekantoor (STAK) van de BV? Moeten de statuten worden gewijzigd? Hoe kunt u hierop het beste anticiperen?

Waar speelt dit?

Uiteenlopende doelen. Stichtingen worden gebruikt voor verschillende maatschappelijke of particuliere belangen. Zo worden stichtingen opgericht door pensioenfondsen, woningcorporaties en onderwijsinstellingen. Ondernemers gebruiken een stichting als Stichting Administratiekantoor (STAK) waarin de BV-aandelen worden ondergebracht. Ook zijn er stichtingen voor het beheer van familievermogen en voor goede doelen.

Veel vrijheid. Oprichters van stichtingen hebben een grote mate van vrijheid om de statuten naar eigen inzicht in te richten. Er zijn weinig wettelijke regels die verplicht in de statuten moeten worden opgenomen. In het verleden heeft dit regelmatig geleid tot misstanden, met name bij stichtingen die werkzaam zijn in de semipublieke sector (woningbouwcorporaties, zorginstellingen, etc.).

Nieuwe wet gaat per 1 juli 2021 in

Door de wetgever is een nieuwe wet aangenomen die misstanden zo veel mogelijk moet voorkomen. Deze ‘Wet bestuur en toezicht rechtspersonen’ zal per 1 juli 2021 van kracht worden. De nieuwe wet is gericht op het verbeteren van de kwaliteit van het bestuur en het toezicht daarop bij stichtingen, met name die werkzaam zijn in de semipublieke sector. Daarbij wordt er aangesloten bij de regels, zoals deze nu al gelden voor NV’s en BV’s.

Belangrijkste wijzigingen

De belangrijkste veranderingen op een rijtje.

  • Bestuurders van stichtingen moeten zich bij de uitoefening van hun taak richten naar het belang van de stichting en de met haar verbonden onderneming of organisatie.
  • Er komt een wettelijke basis voor de instelling of werkwijze van een raad van commissarissen (RvC) of een raad van toezicht (RvT).
  • In geval van een tegenstrijdig belang met de eigen stichting is het een bestuurder verboden om deel te nemen aan de beraadslaging en besluitvorming in het bestuur. Is er daardoor geen besluit mogelijk, dan neemt de RvC of de RvT een besluit. Is er geen toezichthoudend orgaan, dan mag het bestuur een besluit nemen, maar dan wel met een schriftelijke toelichting hoe het besluit tot stand is gekomen en hoe er met het tegenstrijdig belang is omgegaan. Ontbreekt de schriftelijke toelichting of is deze onvoldoende, dan leidt dat tot privéaansprakelijkheid van iedere bestuurder.
  • Het wordt voor een rechter gemakkelijker om een bestuurder te ontslaan. Tot nu toe is dat eigenlijk alleen mogelijk in geval van financieel wanbeheer. In de toekomst kan dat ook als een bestuurder om welke reden dan ook zijn taak verwaarloost, om een andere gewichtige reden of op basis van een ingrijpende wijziging van omstandigheden. Het ontslag van een bestuurder door de rechter leidt automatisch tot een bestuursverbod voor rechtspersonen van vijf jaar. Op basis van bijzondere omstandigheden kan de rechter hiervoor een andere termijn vaststellen.
  • In geval van faillissement van een stichting geldt als uitgangspunt dat iedere bestuurder in privé aansprakelijk is voor het boedeltekort als de administratie en de boekhouding niet op orde zijn of als de jaarrekening niet tijdig is gepubliceerd. Er is dan sprake van onbehoorlijke taakvervulling waarvan wordt vermoed dat dit heeft geleid tot het faillissement. Net zoals bij een NV of BV is tegenbewijs toegestaan.
  • De regeling dat een bestuurder meervoudig stemrecht heeft en meer stemmen kan uitbrengen dan alle andere bestuurders samen (vaak bij een STAK of familiestichting), komt te vervallen. Voor bestaande statuten geldt daarvoor een overgangsperiode van vijf jaar of tot de volgende statutenwijziging (als deze eerder plaatsvindt).
  • De statuten moeten verplicht een regeling hebben over hoe te handelen bij ontstentenis of belet van alle bestuurders waardoor de stichting dreigt zonder bestuur te komen zitten.

Risico privéaansprakelijkheid

Door de nieuwe regelgeving wordt het risico van privéaansprakelijkheid voor de bestuurder van een stichting aanzienlijk uitgebreid. Dat geldt met name in geval de stichting failliet gaat. De kans is groot dat het met name voor stichtingen met een ideële of sociale doelstelling moeilijk wordt om nieuwe bestuurders te vinden. Daarom is voor niet-commerciële stichtingen een aparte regeling opgenomen. In geval van faillissement moet de curator dan bewijzen dat dit het gevolg is van een gebrekkige administratie en dat dit leidt tot privéaansprakelijkheid. Bij niet-commerciële stichtingen wordt de bewijslast dus omgedraaid. Een stichting wordt als niet-commercieel beschouwd als ze geen jaarrekening hoeft te publiceren of als ze niet onderworpen is aan de heffing van vennootschapsbelasting.

Aanvullende regels voor verenigingen.  De nieuwe wet gaat ook gelden voor verenigingen. In aanvulling op de hiervoor vermelde maatregelen geldt voor verenigingen nog het hiernavolgende.

  • Het wordt mogelijk dat er bij een besluit van de algemene ledenvergadering (ALV) een beloning wordt toegekend aan bestuurders.
  • Bestuurders krijgen een raadgevende stem in de ALV. Dat geldt voor iedere bestuurder afzonderlijk.
  • Het is niet meer mogelijk om in de statuten te bepalen dat in geval van tegenstrijdig belang van een bestuurder met de vereniging, de ALV een of meerdere vertegenwoordigers kan aanwijzen die in zijn plaats treden. In plaats daarvan gaat de nieuwe wettelijke regeling gelden.

Statuten aanpassen

Het is niet verplicht om onmiddellijk de statuten van een bestaande stichting of vereniging aan te passen aan de nieuwe regels, maar raadzaam is dat wel. Want op enkele uitzonderingen na (waarvoor een overgangsperiode geldt) worden de nieuwe regels met ingang van 1 juli 2021 van kracht. Op statutaire bepalingen die in strijd zijn met de nieuwe wet, kan dan geen beroep meer worden gedaan. Bij problemen in een stichting of vereniging worden altijd de statuten geraadpleegd. Dat betekent dat deze bepalingen aan moeten sluiten bij de geldende wettelijke regels. Weinigen zullen naast de statuten immers ook nog eens de wet raadplegen. Als bestuurder wordt het lastig om uit te leggen dat bepalingen die in de statuten zijn opgenomen, niet meer rechtsgeldig zijn en bestuurders die bij de uitoefening van hun taak de statuten als uitgangspunt nemen, kunnen in privé aansprakelijk worden gesteld als blijkt dat ze door de nieuwe regels op het verkeerde pad zijn geraakt.

Aansprakelijkheidsverzekering

Door de uitbreiding van het risico op privéaansprakelijkheid voor bestuurders van stichtingen en verenigingen, is het ook raadzaam om de bestaande aansprakelijkheidsverzekering nog eens goed te bekijken. Bij twijfel daarover kan er advies worden gevraagd aan een verzekeringsadviseur. Wellicht dat daardoor de dekking moet worden verhoogd met betaling van een hogere premie tot gevolg, maar dat kan een bestuurder privé veel financieel leed besparen!

Ons advies

Per 1 juli 2021 treedt de nieuwe ‘Wet bestuur en toezicht rechtspersonen’ in werking. Op basis daarvan worden er nieuwe wettelijke regels van kracht die verplicht van toepassing zijn op stichtingen en verenigingen. Het is raadzaam om tijdig de statuten op de nieuwe wettelijke regels via uw voorkeurnotaris aan te laten passen. Dat voorkomt dat de statuten strijdig zijn met de wet, iets wat anders alleen maar tot verwarring leidt. Ook is het raadzaam om de aansprakelijkheidsverzekering tegen het licht te houden om te bekijken of deze nog op de nieuwe situatie is toegesneden!

Het is raadzaam om de statuten op de nieuwe wettelijke regels die 1 juli ingaan, via uw voorkeurnotaris aan te laten passen. Hiermee voorkomt u strijdigheid van de statuten met de nieuwe wet. Het risico van privéaansprakelijkheid voor de bestuurder van een stichting wordt groter. Check de aansprakelijkheidsverzekering!

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01