ONTSLAG - 21.04.2021

Vergoeding, vrijstelling en dagen bij einde dienstverband?

Bij het onderhandelen over de voorwaarden van een ontslag met wederzijds goedvinden, gaat het meestal om één ding: geld. Hoe zit het met de belangrijkste financiële componenten: vergoeding, vrijstelling en vakantiedagen?

Wat zegt de wet?

Geen dwingend recht. Wanneer u met een medewerker overlegt over het einde van zijn dienstverband met een van uw medewerkers, legt u de afspraken vast in een vaststellingsovereenkomst (VSO). De dwingendrechtelijke bepalingen uit het arbeidsrecht zijn namelijk voor een groot deel niet (rechtstreeks) van toepassing. Een VSO wordt gezien als een ‘gewone’ overeenkomst tussen twee partijen. Dit biedt dus onderhandelingsruimte.

Wel dwingend. De bepaling die blijft staan, is dat u de medewerker een bedenktijd moet geven van veertien dagen na ondertekening van de VSO.

Welke vergoedingen zijn er?

Vergoedingen. Kijkend naar mogelijke (ontslag)vergoedingen waarover onderhandeld kan worden, zijn de drie hiernavolgende vergoedingen te onderscheiden.

  • Transitievergoeding. Omdat het bij een beëindiging met wederzijds goedvinden niet om een eenzijdig gegeven ontslag gaat, bent u niet verplicht de transitievergoeding te betalen. In de praktijk is deze vergoeding echter vaak uitgangspunt van de onderhandelingen.
  • Fictieve opzegtermijn. Hoewel er formeel geen opzegtermijn van toepassing is op een beëindiging met wederzijds goedvinden, wordt de zogeheten ‘fictieve opzegtermijn’ doorgaans wel in acht genomen. De werknemer krijgt immers over deze periode geen WW-uitkering. Het is echter wel mogelijk om deze opzegtermijn niet (volledig) in acht te nemen, al dan niet tegen een aanvullende vergoeding ter compensatie. De werknemer zal meestal pas akkoord gaan met een voorstel als hij geen financiële nadelen ondervindt. Een compensatie voor de opzegtermijn is daarom vaak onontkoombaar.
  • Beëindigingsvergoeding. Wanneer het ontslagdossier gebreken vertoont of wanneer er andere redenen zijn die een ruimere vergoeding rechtvaardigen, kan hierover worden onderhandeld. Zolang u dit samen met de werknemer afspreekt, bent u vrij in het bepalen van de hoogte van de beëindigingsvergoeding, ongeacht of deze hoger, dan wel lager is dan de wettelijke transitievergoeding.
  • Vrijstelling van werkzaamheden. Soms hebben er zich zaken voorgedaan, waardoor u de betrokken medewerker liever niet meer op de werkvloer heeft of wilt u niet dat de werknemer nog langer toegang heeft tot bedrijfsgevoelige informatie of wilt u de werknemer optimaal de ruimte bieden om te solliciteren naar een nieuwe baan. U kunt dan afspreken dat de werknemer tot het einde van het dienstverband wordt vrijgesteld van zijn werkzaamheden. Normaal gesproken wordt het loon dan doorbetaald, zodat dit een belangrijke financiële component in de onderhandelingen is.
  • Vakantiedagen. Als de werknemer nog een flink saldo aan vakantiedagen heeft openstaan, vertegenwoordigt dit een (vaak grote) financiële waarde. Tot aan het einde van het dienstverband bouwt de werknemer bovendien nog vakantiedagen op. In principe moeten al deze vakantiedagen bij het einde van het dienstverband uitbetaald worden, aangezien uitkering van vakantiedagen tijdens het dienstverband niet toegestaan is. Tip. Spreek af dat de vakantiedagen geacht worden te zijn opgenomen bij het einde van het dienstverband, bijv. in ruil voor de periode dat hij is vrijgesteld van werkzaamheden.
Beëindiging van de arbeidsovereenkomst middels een vaststellingsovereenkomst biedt meer onderhandelingsruimte dan het gebruikelijke arbeidsrecht. Zo heeft u grote vrijheid om afwijkende vergoedingen af te spreken en bijv. een vrijstelling van werkzaamheden uit te ruilen tegen het aanwezige saldo vakantiedagen.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01