PENSIOEN - 13.10.2021

Pensioen: het woud van keuzes goed bewaken en regelen

Veel Nederlanders bouwen via hun werkgever of beroep een pensioenaanspraak op. De regelgeving hieromtrent is er met de tijd niet gemakkelijker op geworden. Waar bestaat het pensioen uit en wat nu ermee te doen?

Wat is pensioen? Pensioen is een containerbegrip geworden, maar voor de gemiddelde Nederlander zal het ‘pensioen’ bestaan uit:

  1. de AOW;
  2. de pensioenaanspraak van werkgever of opgebouwd op basis van een beroep;
  3. eventueel privé opgebouwde lijfrenteaanspraken.

Pensioenaanspraak

Bij werkgever. Ondanks dat voor consumenten de drie genoemde regelingen allemaal onder het begrip ‘pensioen’ vallen, behoort daartoe eigenlijk alleen de aanspraak die iemand kan opbouwen in de sfeer werkgever/werknemer. Een werknemer kan alleen een pensioenaanspraak opbouwen als de werkgever een pensioen toezegt. Doet hij dat niet, dan bouwt men als werknemer dus ook geen pensioen op. Sommige werkgevers zijn echter verplicht hun werknemers een pensioenopbouw toe te zeggen. Daar geldt een zogeheten ‘verplicht bedrijfstakpensioenfonds’. Het gaat dan om een bedrijfstak, zoals bijv. werkgevers in de metaalindustrie, het slagers- en bakkersbedrijf, tandtechniek, bouwnijverheid, detailhandel en nog vele branches meer.

Op basis van beroep. Daarnaast zijn er enkele beroepen verplicht om pensioen op te bouwen, ook als dat beroep zelfstandig wordt uitgeoefend, bijv. artsen, apothekers en verloskundigen.

Elementen pensioentoezegging

Soort regeling. In de uitvoerende zin kennen we tegenwoordig feitelijk nog maar twee soorten regelingen: de uitkeringsregeling en de premieovereenkomst.

Salaris voor pensioenopbouw. Vanuit de overheid is aan het salaris voor pensioenopbouw een maximum verbonden van € 112.189 (2021), maar de werkgever kan in zijn toezegging een lager maximum hanteren. Daarnaast kunnen er bepaalde salarisonderdelen meetellen, bijv. alleen over het vaste salaris en de vakantietoeslag, maar niet over een bonusregeling en/of de 13e  maand.

Franchise. Dat is een bedrag dat van het pensioengevend salaris wordt afgetrokken, omdat men ook AOW opbouwt. Dit bedrag is via een factor gekoppeld aan de AOW en kent, afhankelijk van de soort pensioenregeling, een minimumbedrag.

Opbouwpercentage. Deze percentages kennen, eveneens afhankelijk van de soort regeling, een maximum dat door de overheid is vastgesteld. Afhankelijk van het aantal dienstjaren wordt dan de pensioenaanspraak berekend.

Nabestaandenpensioen. Bij een nabestaandenpensioen op opbouwbasis wordt er daadwerkelijk kapitaal opzijgezet om bij overlijden van een werknemer aan diens partner een pensioen uit te keren. Bij een nabestaandenpensioen op risicobasis wordt er jaarlijks een overlijdensrisicoverzekering gesloten dat een kapitaal uitkeert, waarvan het pensioen aan de partner van de overleden werknemer kan worden uitgekeerd.

Soort regeling

Uitkeringsovereenkomst. De meeste pensioenfondsen (zeker bij de verplichte bedrijfstakpensioenfondsen) zijn een uitkeringsovereenkomst. De hoogte van het pensioen hangt daarbij af van het gemiddelde loon dat gedurende het dienstverband bij deze werkgever verdiend wordt. De werknemer kan hierbij een aanspraak tegemoet zien in de vorm van een vaste uitkering.

Beschikbare premieregeling. Werkgevers die een aanspraak toezeggen zonder dat zij dit verplicht zijn, kiezen veelal voor een beschikbare premieregeling. Daarbij betaalt de werkgever een vaste inleg aan het pensioenfonds (afhankelijk van de leeftijd en hoogte van het salaris van de werknemer). Deze inleg wordt veelal belegd en bij de pensioendatum kan de werknemer van het dan opgebouwde kapitaal een uitkering aankopen. Let op. Het is in deze situatie dus nog niet zeker hoe hoog het pensioen zal zijn, omdat dit afhankelijk is van de beleggingsresultaten gedurende de opbouwfase.

Levenslang. De uitkering van een pensioenregeling is altijd levenslang, dus tot het overlijden van de gerechtigde. Dat is wettelijk bepaald.

FP advies

Een actieve deelnemer in een pensioenfonds krijgt jaarlijks een overzicht over zijn aanspraak, de zogeheten UPO. Een voormalige werknemer (een zogeheten ‘slaper’) krijgt deze informatie eenmaal per vijf jaar. Ook kan iedereen zijn momenteel opgebouwde en het te verwachten pensioen (bij doorwerken tot de pensioenrichtleeftijd) inzien op https://www.mijnpensioenoverzicht.nl

Pensioenkeuzes

Pensioen eerder of later laten ingaan. Bij de meeste pensioenregelingen kan men ervoor kiezen om het pensioen of eerder in te laten gaan of uit te stellen tot een later moment. Dat heeft uiteraard gevolgen voor de hoogte van de uitkering. Tip. De meeste pensioenfondsen hebben op hun website berekeningsmodules staan om uit te rekenen wat het pensioen wordt als dit wordt vervroegd of uitgesteld.

Op https://www.tipsenadvies.nl , Download Zone, jaargang 4, nr. 2 vindt u een overzicht van de gevolgen van het vervroegen of het uitstellen van het pensioen.

Uitruilen van pensioen. De meeste pensioenfondsen bieden de mogelijkheid om pensioen uit te ruilen. Dat kan twee kanten op. Ouderdomspensioen ten gunste van een hoger nabestaandenpensioen, of andersom, nabestaandenpensioen voor een hoger ouderdomspensioen. Ouderdomspensioen uitruilen wordt meestal gedaan bij stellen waarbij de ene partner zelf geen pensioen heeft opgebouwd en de levensstandaard na een overlijden van de pensioengerechtigde veel zou dalen of omdat er dan bijv. hoge kosten komen. Andersom wordt nabestaandenpensioen vaak uitgeruild voor een hoger ouderdomspensioen als beide partners een goed eigen pensioen hebben of als de pensioengerechtigde alleenstaand is.

Op https://www.tipsenadvies.nl , Download Zone, jaargang 4, nr. 2 vindt u enkele voorbeelden van het uitruilen van pensioen.

Hoog-laag-uitkering. Vaak kan ervoor gekozen worden om de eerste jaren een hogere pensioenuitkering te ontvangen (dan wat normaal ontvangen zou worden) en later een lagere uitkering. Veel mensen vinden het fijn om in het begin, als ze nog gezond zijn en veel dromen te vervullen hebben, wat meer bestedingsruimte te hebben. Daar waar ze als ze wat ouder zijn, verwachten minder nodig te hebben. Andersom kan ook. Dat wordt vaak gedaan als de pensioengerechtigde een jongere partner heeft met een inkomen. Let op. De lage uitkering mag minimaal 75% zijn van de hogere uitkering.

Deeltijdpensioen. Veel mensen vinden het prettig om op latere leeftijd langzaam af te bouwen tot aan volledig stoppen met werken. In die situatie kan men het pensioen ook gedeeltelijk in laten gaan.

Eenmalige uitkering. Vanaf 2023 wordt het mogelijk om op de ingangsdatum van het pensioen ineens maximaal 10% van het pensioenkapitaal op te nemen. Let op. Kiest men daarvoor, dan kan men niet meer kiezen voor een hoog-laag-pensioen.

Wat is wijsheid?

Financiële situatie. Voor veel mensen is een keuze maken uit alle mogelijkheden een haast onmogelijke taak. Wat verstandig is, hangt ook erg af van de persoonlijke financiële situatie. Is er een eigen woning met mogelijk nog een hypotheek? Is er vermogen? Zijn er nog studerende kinderen? Wat wil de aankomend gepensioneerde nog doen met de vrijkomende tijd en wat is daarvoor nodig?

Vaak kan ervoor gekozen worden om de eerste jaren een hogere pensioenuitkering te ontvangen en later een lagere. Vanaf 2023 wordt het mogelijk om op de pensioeningangsdatum ineens maximaal 10% van het pensioenkapitaal op te nemen. Kiest uw cliënt daarvoor, dan kan hij niet meer kiezen voor een hoog-laag-pensioen.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01