Bemiddeling van (kraam)zorg is niet vrijgesteld van btw

Strikte uitleg Een zorgbureau vond dat zij, op grond van een besluit uit 2012 over AWBZ- en Wmo-geïndiceerde zorg, voor haar bemiddelingsdiensten recht had op de medische btw-vrijstelling. Btw-vrijstellingen worden echter strikt uitgelegd.

Kraamzorg en de btw-vrijstelling

Voor kraamzorg waarmee winst wordt beoogd, heeft de staatssecretaris van Financiën in een besluit goedgekeurd (stcrt. 2012, 27094) dat daarop de medische btw-vrijstelling wordt toegepast. De btw-vrijstelling geldt alleen voor het verlenen van daadwerkelijke kraamzorg. Dit betekent dat een ondernemer die, al dan niet op eigen naam, bemiddelt bij het verlenen van kraamzorg, de vrijstelling niet kan toepassen op zijn bemiddelingsdienst. Als de betaling door de klant voor de daadwerkelijke kraamzorg via de bemiddelaar loopt, hoeft de bemiddelaar geen btw te voldoen over de voor het verlenen van daadwerkelijke kraamzorg doorbetaalde gelden, aldus de staatssecretaris in het hiervoor vermelde besluit.

De zaak Een zorgbureau heeft als bemiddelingsorganisatie met verschillende zelfstandige kraamzorgverleners een overeenkomst gesloten. De kraamzorgverleners, waarmee het zorgbureau een overeenkomst heeft gesloten, zijn in dienst getreden van een zogenaamde ‘payrollonderneming’ omdat zij door de Belastingdienst niet langer als zzp’er werden aangemerkt.

De vraag is of de door het zorgbureau verleende diensten zijn vrijgesteld van btw op grond van de goedkeuring in het besluit van de staatssecretaris (stcrt. 2021, 27094) . Het zorgbureau vindt dat zij een onderneming exploiteert die zich bezighoudt met het verlenen van kraamzorg. Daarvoor zijn met een aantal zorgverzekeraars overeenkomsten afgesloten. In deze overeenkomsten heeft het bureau zich verplicht om de totale kraamzorg te leveren ten behoeve van de verzekerden. Op grond van deze overeenkomsten is het bureau volledig verantwoordelijk voor het leveren van de kraamzorg, zoals onder andere de planning ervan, de aansturing ervan, het houden van toezicht en de inhoudelijke kwaliteit van de kraamzorg, alsmede de afhandeling van de eventuele klachten. Het zorgbureau stelt dat zij daarom de volledige verantwoordelijkheid draagt voor de in opdracht van de contracterende zorgverzekeraars overeengekomen kraamzorg. Dit houdt volgens het bureau in dat zij kraamzorg levert die onder de medische btw-vrijstellingsbepaling valt.

Volgens de Belastingdienst bemiddelt het zorgbureau slechts bij het verlenen van kraamzorg, waardoor de verrichte diensten niet onder de btw-vrijstelling vallen.

Hof Arnhem-Leeuwarden

Het hof (ecli:nl:gharl:2022:1755) is van oordeel dat het zorgbureau niet degene is die de daadwerkelijke kraamzorg verrichtte, wat een voorwaarde is om het besluit toe te kunnen passen. Gelet op de overeenkomst tussen het zorgbureau en de kraamzorgverleners en de overeenkomsten die de kraamzorgverleners sloten met de klanten die behoefte hadden aan kraamzorg, zijn het de kraamzorgverleners die de daadwerkelijke kraamzorg verlenen. Daar doet niet aan af dat in de overeenkomsten, die het zorgbureau met verschillende zorgverzekeraars heeft gesloten, het zorgbureau zich ten opzichte van de zorgverzekeraars verantwoordelijk heeft gesteld voor de kwaliteit van de door de verzekeraar te vergoeden kraamzorg. Nu het zorgbureau niet de daadwerkelijke kraamzorg verricht, zijn haar diensten niet vrijgesteld van btw.

Conclusie

Uit deze uitspraak blijkt ook hoe belangrijk de inhoud van de gesloten overeenkomsten is. Als er sprake was geweest van een overeenkomst tot het uitvoeren van een btw-vrijgestelde opdracht, namelijk het verlenen van kraamzorg, was de uitkomst wellicht anders geweest. Maar de feitelijke situatie is dan ook wezenlijk anders.

bz-advies

Uit de uitspraak blijkt hoe belangrijk de inhoud van de gesloten overeenkomst is. Als er sprake was geweest van een overeenkomst tot het uitvoeren van een btw-vrijgestelde opdracht, namelijk het verlenen van (kraam)zorg, was de uitkomst mogelijk anders geweest.