GEZONDHEIDSRECHT - 05.07.2022

Resultaats- of inspanningsverplichting voor arts en A(N)IOS?

Als arts heeft u de verplichting zorg te verlenen aan de patiënt op een wijze zoals ‘een goed beroepsbeoefenaar betaamt’. Geldt deze verplichting onverkort voor een arts in opleiding? Wat speelde er in deze zaak?

De casus

Job heeft nekpijn, uitstralend in de arm en wordt met spoed gezien door Doorlag, derdejaars AIOS neurologie. Doorlag concludeert dat er geen sprake is van neurologische afwijkingen. Job vraagt zelf om een MRI-onderzoek en dat onderzoek wordt gepland over twee weken. Doorlag voert geen overleg met zijn supervisor. Na vele telefoontjes naar het ziekenhuis vervroegt een andere AIOS het MRI-onderzoek. Er blijkt dan sprake van een vernauwing van het ruggenmergkanaal (stenose) en Job wordt met spoed geopereerd.

Klacht. Job is boos en dient een klacht in tegen Doorlag: bij het consult is ondanks duidelijke symptomen een ernstige vernauwing van het ruggenmergkanaal gemist en er is geen spoed-MRI aangevraagd.

Het oordeel

In beroep na ongegrondverklaring. Het Regionaal Tuchtcollege vindt de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege komt tot een ander oordeel. Deze stelt voorop dat het missen van een juiste diagnose niet zonder meer een tuchtrechtelijk verwijt oplevert, maar in dit geval heeft Doorlag wel verwijtbaar gehandeld (ECLI:NL:TGZCTG:2022:37).

Geen nader onderzoek, onvoldoende zorg. Als derdejaars assistent in opleiding tot neuroloog was Doorlag zelfstandig werkzaam. Zijn supervisor was beschikbaar voor vragen en overleg. Doorlag heeft onvoldoende waarde toegekend aan de duidelijke aanwijzingen in de anamnese en bij het neurologisch onderzoek dat er sprake was van mogelijk ernstig onderliggend lijden. Het neurologisch onderzoek was onvoldoende, juist omdat Doorlag in zijn differentiaal diagnostische overwegingen wel aan een stenose had gedacht.

Dat had beter gemoeten. Het had in de rede gelegen om uitgebreider onderzoek te doen en met de supervisor te overleggen. Ook had Doorlag uit eigen beweging een MRI-onderzoek moeten aanvragen, de patiënt van de verdenking op een stenose op de hoogte moeten stellen en hem moeten waarschuwen dat bij verergering van de klachten de gezondheid ernstig bedreigd zou kunnen worden. Daarmee vindt het college de klacht alsnog gegrond en legt de AIOS een waarschuwing op.

Wat is nu de conclusie?

Inspanningsverbintenis. Uit deze uitspraak komt naar voren dat een AIOS (maar ook een ANIOS) vanaf het moment van inschrijven in het BIG-register is onderworpen aan het wettelijk tuchtrecht. De tuchtrechter toetst of een arts, en dus ook een A(N)IOS, heeft gehandeld in strijd met de zorg die ten opzichte van de patiënt moet worden betracht. Indien een zorgvuldige anamnese wordt afgenomen, een behoorlijk lichamelijk onderzoek wordt verricht en de op basis daarvan getrokken conclusies begrijpelijk en verdedigbaar zijn, is een arts tuchtrechtelijk niet aansprakelijk als achteraf blijkt dat de diagnose niet juist is geweest. Op een arts rust immers een inspanningsverplichting en geen resultaatsverbintenis.

Belang van ondersteuning supervisor. In deze zaak is alleen tegen de AIOS en niet ook tegen de supervisor een klacht ingediend. Hopelijk heeft de supervisor wel achter de schermen een ondersteunende rol vervuld, bijv. door (op verzoek van de advocaat van de AIOS) te verklaren hoe de supervisie was geregeld, de begeleiding en ondersteuning daarbij en de organisatie van de zorg op de afdeling neurologie.

Artsen, dus ook artsen in opleiding, hebben een inspanningsverplichting en geen resultaatsverplichting. Als een zorgvuldige anamnese is afgenomen, een behoorlijk lichamelijk onderzoek is verricht en de conclusies begrijpelijk en verdedigbaar zijn, is een arts niet tuchtrechtelijk aansprakelijk als de diagnose niet juist blijkt te zijn.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01