RICHTLIJNEN - 14.09.2022

Afwijken van een richtlijn kan consequenties hebben

Beroepsbeoefenaars hebben te maken met veel richtlijnen die hen in de dagelijkse praktijk houvast bieden. Vaak zijn deze gemaakt door hun beroepsorganisatie. Wat kan de consequentie zijn als een arts zo’n richtlijn niet volgt?

Een voorbeeld: hyperglycaemie

Jan de Boer is huisarts. Ank verwijt hem dat hij niet goed heeft gehandeld. Hij had onder andere de diagnose hyperglycaemie bij haar moeten stellen, insuline moeten toedienen en bovendien had de dokter de glucosewaarde ook in het weekend moeten controleren. Ze dient een klacht in tegen hem.

Afwijken richtlijn: berisping. Het Regionaal Tuchtcollege Eindhoven (ECLI:NL:TGZREIN:2022:3) vindt de klacht gegrond. Er was sprake van hyperglycaemie. De NHG-standaard diabetes Mellitus type 2 (versie 2013) adviseert om bij een ernstige hyperglycaemie insuline bij te spuiten. De Boer is van deze richtlijn afgeweken, maar het had op zijn weg gelegen in overeenstemming met de richtlijn te handelen, overleg te voeren met een internist, lichamelijk onderzoek te doen en de patiënt in te sturen naar het ziekenhuis voor bloedonderzoek. De Boer heeft dit alles nagelaten en heeft hiervoor, behalve de dalende ontstekingswaarde, geen rechtvaardiging gegeven. Hij krijgt een berisping.

Ander voorbeeld: jong kind met koorts

Jan en Riekje dienen een klacht in tegen dokter Beek, hun huisarts. Hij heeft volgens hen onzorgvuldig en niet volgens protocol gehandeld toen hun nog geen twee maanden oude dochter aanhoudende koorts had. Beek heeft de klachten afgedaan als een gewone verkoudheid ook als zij twee dagen later opnieuw bellen. De ouders bellen dan met de huisartsenpost die de baby instuurt naar de spoedeisende hulp, waarna deze wordt opgenomen op neonatologie en onder controle van de kinderuroloog komt. Een jaar later komen ze weer bij dokter Beek, omdat hun dochter koorts heeft. Volgens de ouders handelt hij dan opnieuw onzorgvuldig en neemt hij ze niet serieus.

Dokter in de fout. De tuchtrechter (ECLI:NL:TGZRZWO:2022:65) geeft de ouders gelijk. Voor zover Beek al voldoende onderzoek heeft gedaan (hij zou de temperatuur opgenomen hebben, maar maakte geen aantekening in het dossier en urineonderzoek deed hij niet), heeft hij zijn diagnose ‘verkoudheid’ daarop niet kunnen baseren. Hij heeft niet gehandeld volgens de NHG-standaard Kinderen met koorts. De dossiervoering voldoet niet aan de (wets)eisen.

Verantwoordelijkheid huisarts. De huisarts had bij koorts zonder focus direct kunnen doorverwijzen, maar hij had in ieder geval na twee dagen een herbeoordeling moeten afspreken. De ouders hebben zelf na twee dagen opnieuw contact gezocht met de praktijk en dit is (waarschijnlijk) telefonisch door de assistente afgehandeld, terwijl de arts achteraf vindt dat hij patiënte had moeten zien. Dat de arts nu achteraf zijn assistente verwijten maakt, is laakbaar: het is de arts die verantwoordelijk is voor het handelen van zijn assistente. Dat er door hem een ‘stevig gesprek’ met zijn assistente is gevoerd, is niet in het dossier of elders vastgelegd.

Excuses te laat. Dokter Beek heeft in zijn verweerschrift en tijdens de mondelinge behandeling erkend dat hij onjuist heeft gehandeld en hij heeft zijn excuses aangeboden. Dat had hij eerder moeten doen. De ouders hebben contact gezocht met de huisartsenpraktijk en een afspraak gemaakt met Beek, maar hij was niet aanwezig. Volgens Beek had de assistente een fout gemaakt, omdat bekend had moeten zijn dat hij op die dag niet waarnam. Ook toen heeft hij geen stappen ondernomen om alsnog in contact te komen met de ouders. Ook hier neemt de huisarts geen verantwoordelijkheid en verwijst hij naar een fout van zijn assistente. Dit gebrek aan reflectie rekent het college hem aan. De arts krijgt een berisping.

Het volgen van richtlijnen die juist voor de situatie zijn geschreven, is verstandig. Daarvan afwijken mag en kan alleen als dat goed gemotiveerd wordt in het dossier. Bij twijfel en bij een moeilijk te stellen diagnose is het verstandig om ofwel zorgvuldig te overleggen met een collega, ofwel de patiënt in te sturen.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01