Controleer altijd de navorderingstermijn
Erfenis De vader van de belanghebbende overlijdt in 2015. De inspecteur nodigt hem in 2017 uit tot het doen van aangifte erfbelasting. De belanghebbende antwoordt dat de erflater niet binnenlands belastingplichtig was, waardoor er volgens hem geen aangifteplicht bestaat voor de erfbelasting. Daar is de inspecteur het niet mee eens. Een Nederlander wordt geacht ten tijde van zijn overlijden in Nederland te hebben gewoond als hij binnen tien jaar na zijn emigratie is overleden. In 2020 legt de inspecteur een navorderingsaanslag erfbelasting op, met boete.
Navordering
De man maakt bezwaar, dat wordt afgewezen en de zaak komt bij de rechter (ecli:nl:rbzwb:2022:6124) . Deze onderzoekt eerst of er wel sprake was van een nieuw feit. Navorderen mag alleen als de inspecteur over een nieuw feit beschikt. De termijn voor het opleggen van een primitieve aanslag liep tot 14 mei 2018. De inspecteur heeft voor het verstrijken van deze termijn geen primitieve aanslag opgelegd. De belanghebbende was in ieder geval niet te kwader trouw. Hij betwist dat de inspecteur beschikte over een nieuw feit zoals wettelijk is vereist. Het is daarom aan de Belastingdienst om aannemelijk te maken dat er wel aan deze voorwaarde is voldaan.
Onderzoek
De inspecteur verklaarde dat hij wist dat een collega onderzoek deed naar de woonplaats van de erflater. Hij had met hem de praktische afspraak gemaakt dat af te wachten en verder zelf geen navraag te doen. Pas na afronding van het onderzoek van de collega, na het verstrijken van de primitieve aanslagtermijn, is hij op de hoogte gesteld van de informatie uit dat onderzoek. Daarom is er naar zijn mening sprake van een nieuw feit. De rechtbank ziet dat anders. De inspecteur had bij een behoorlijke taakuitoefening het opleggen van een primitieve aanslag niet mogen nalaten. Er was geen nieuw feit. De navorderingsaanslag en de boete worden vernietigd.
Termijnen
Het checken van termijnen is eigenlijk het eerste wat een adviseur moet doen. Navorderingstermijnen zijn niet van openbare orde, de rechter zal een aanslag niet ambtshalve vernietigen, maar een belanghebbende moet er zelf een beroep op doen. Hoe zit het ook alweer met de termijnen? Een aanslag moet de fiscus opleggen binnen drie jaar na het ontstaan van de belastingschuld. Bij bijv. inkomstenbelasting dus binnen drie jaar na het einde van het kalenderjaar, waarbij deze termijn wordt verlengd met het verleende uitstel voor het doen van aangifte. Navorderen moet binnen vijf jaar na het ontstaan van de schuld.
Nieuw feit
Maar de inspecteur is alleen bevoegd tot navorderen als hij over een nieuw feit beschikt. Dat is een feit dat de inspecteur nog niet bekend was op het moment dat hij de primitieve aanslag oplegde. Voor de omzetbelasting is er geen nieuw feit vereist om na te heffen. Ook als een belastingplichtige opzettelijk verkeerde informatie heeft gegeven, geldt deze strenge eis niet. Een andere uitzondering is de kenbare fout. Als overduidelijk is dat de aanslag niet juist kan zijn, mag de fiscus zonder meer navorderen, mits binnen twee jaar na de ‘verkeerde’ aanslag. Ook moet er worden gewezen op de termijn van twaalf jaar voor buitenlandse banktegoeden. In deze gevallen moet de inspecteur voortvarend handelen als hij over een aanwijzing beschikt dat iemand verzwegen buitenlandse bezittingen heeft. Als hij te lang wacht, vervalt de bevoegdheid om na te vorderen.
bz-advies
Maak een onderscheid tussen aanslagbelastingen en aangiftebelastingen. Bij aanslagbelastingen heeft de inspecteur een nieuw feit nodig om na te vorderen. Bij aangiftebelastingen heeft hij geen nieuw feit nodig. Voor de navorderingstermijn bij aanslagbelastingen geldt dat de termijn wordt verlengd met verkregen uitstel, dat is bij aangiftebelastingen niet het geval. Check bij elke belastingaanslag of de wettelijke termijnen niet zijn overschreden, niet alleen de termijn voor bezwaar, maar ook de termijn voor navorderen of naheffen.