Mag een ouder naar vrije keuze over het vermogen van minderjarige kinderen beschikken?

Ouderlijk gezag. Henk en Trees hebben twee kinderen. Nadat ze uit elkaar zijn gegaan, hebben ze gezamenlijk het ouderlijk gezag. De kinderen wonen afwisselend bij hun vader en moeder.

Geldbedragen verdwenen. Op naam van de kinderen zijn bij de bank twee rekeningen geopend. Daarop worden door Henk en Trees regelmatig geldbedragen gestort. Na verloop van tijd ontdekt Henk dat Trees verschillende keren bedragen van de rekeningen van de kinderen naar haar eigen rekening heeft overgemaakt. In totaal gaat het om € 8.704. Trees heeft daarvoor geen toestemming van Henk en de kinderen. Daarom eist Henk dat het geld onmiddellijk wordt teruggestort.

Ook voor de kinderen. Volgens Trees staat ze in haar recht om de bedragen naar haar rekening over te maken. Ze heeft dat geld immers zelf op deze rekeningen gestort. Ze heeft het geld tijdelijk nodig, omdat ze enkele zakelijke schulden heeft. Daarbij komt het geld indirect ook weer de kinderen ten goede. Nu ze slechts een klein inkomen heeft, kan ze eigenlijk niet alle verblijfskosten voor de kinderen betalen op de momenten dat deze bij haar zijn. Daarbij speelt mee dat er door Henk geen kinderalimentatie wordt betaald, omdat hij onvoldoende draagkracht heeft voor een extra bijdrage ten behoeve van de kinderen.

Wat zegt de wet?

Als ouders gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen, voeren ze ook gezamenlijk het bewind over het vermogen van de kinderen zolang deze minderjarig zijn. De ouders treden daarbij gezamenlijk op namens hun kinderen. Maar een ouder is bevoegd alleen te handelen als de andere ouder daar geen bezwaar tegen heeft (art. 1:253i lid 1 BW) . Op de ouders rust de verplichting om het bewind over het vermogen van hun kind als goede bewindvoerders uit te oefenen. Doen ze dat niet, dan zijn ze voor de schade aansprakelijk (art. 1:253j BW) .

Afgezonderd. Vermogens van de kinderen zijn afgezonderd van het vermogen van de ouders. Elke ouder die het ouderlijk gezag uitoefent over het kind, heeft alleen het vruchtgenot over diens vermogen (art. 1:253l lid 1 BW) . Het saldo van de bankrekening die op naam staat van het minderjarige kind, is vermogen van het kind.

Ouders moeten zelf betalen. Het overmaken van geld van de bankrekeningen van de kinderen naar de eigen rekening getuigt volgens de rechter niet van goed bewindvoerderschap. Daarbij is niet van belang wie het geld op de rekeningen van de kinderen heeft gestort. Ouders mogen het geld van de kinderen niet gebruiken voor de verzorging en opvoeding van de kinderen of voor de algemene kosten van het gezin. De ouders zijn onderhoudsplichtig voor de kinderen en moeten deze kosten zelf betalen. In bepaalde gevallen kunnen kinderen ook onderhoudsplichtig zijn ten behoeve van hun ouders, maar dat is alleen in geval van behoeftigheid van de ouders (art. 1:392 BW) . Dat speelt hier niet.

Hoe oordeelt de rechter?

Volgens Rechtbank Gelderland (ECLI:NL:RBGEL:2022:5779) heeft Trees zich niet als een goed bewindvoerder gedragen. Daarom moet ze het totale bedrag met rente terugstorten op de rekeningen van de kinderen.