BELASTINGEN - 29.11.2022

Ook na overdracht aan afgezonderd particulier vermogen (APV) wordt een woning fiscaal tot eigen vermogen gerekend

Door overdracht van vermogensbestanddelen aan een stichting zijn deze juridisch vermogen van de stichting. Maar fiscaal kan dat anders liggen. Wat als de stichting wordt aangemerkt als een APV? Wat zijn dan de fiscale gevolgen?

Overdracht eigen woning

Stichting. Ans heeft haar eigen woning verkocht aan een stichting die is opgericht en wordt bestuurd door haar broer Tom. Deze handelde daarbij voor zichzelf privé en als gevolmachtigde van Ans. De koopsom voor de woning wordt door Ans aan de stichting schuldig gebleven. De schuldig gebleven koopprijs wordt maandelijks met rente afgelost. Het doel van de stichting is het behartigen van de vermogensrechtelijke belangen van Ans en na haar overlijden van haar broers en zussen als haar erfgenamen.

Verhuur. Nadat de woning door Ans aan de stichting is overgedragen, wordt het pand door de stichting aan haar verhuurd. Enkele jaren later verhuist Ans naar een woonzorgcentrum waar ze tot haar overlijden twee jaar later woont. De woning van Ans is in die tijd door de stichting tijdelijk en gedeeltelijk aan derden verhuurd.

Als eigen vermogen aangemerkt

Door de inspecteur van de Belastingdienst is de stichting vanaf de oprichting aangemerkt als een afgezonderd particulier vermogen (APV) als bedoeld in artikel 2.14a van de Wet inkomstenbelasting 2001. Dat heeft tot gevolg dat de woning ondanks de overdracht aan de stichting, door de fiscus als eigen woning van Ans wordt beschouwd. De woning valt daardoor voor Ans in box 1 en de huurpenningen die door derden worden betaald, worden aan Ans toegerekend. Dat betekent dat de ontvangen huurpenningen voor 70% worden belast (art. 3:113 Wet IB 2001) .

Behoort juridisch tot een ander vermogen. Namens de gezamenlijke erfgenamen (zijn broers en zussen) wordt daar door Tom bezwaar tegen ingediend. Hij is het niet eens met het feit dat de woning en daardoor dus ook de ontvangen huurpenningen tot het eigen vermogen van Ans worden gerekend. Vanaf het moment van overdracht door Ans behoort de woning tot het vermogen van de stichting. Dat betekent dat ook de ontvangen huurpenningen aan de stichting toekomen en dus niet bij Ans kunnen worden belast.

Hoe oordeelt de hoogste rechter?

Gelijke monniken, gelijke kappen. Helaas voor Tom ziet de hoogste rechter (ECLI:NL:HR:2022:1559) dat anders. De bedoeling van artikel 2.14a Wet inkomstenbelasting 2001 is juist dat vermogensbestanddelen die in een APV worden ingebracht of daaraan op welke wijze dan ook worden overgedragen, dezelfde fiscale behandeling krijgen als vermogensbestanddelen die niet op zodanige wijze zijn afgezonderd.

Anders gekwalificeerd. Dat betekent dat de inbrenger (Ans) geacht wordt de afgezonderde vermogensbestanddelen gedurende haar leven zelf te zijn blijven bezitten. Nadat de vermogensbestanddelen in de APV zijn ingebracht, loopt de fiscale kwalificatie van de vermogensbestanddelen dus niet in de pas met de civielrechtelijke kwalificatie. De inspecteur heeft de woning terecht aangemerkt als een APV als bedoeld in de wet. Daardoor wordt de woning ook na afzondering in de stichting aangemerkt als eigen woning van Ans. Dat betekent dat de huurpenningen bij Ans worden belast.

Door overdracht van een woning aan een stichting wordt deze juridisch gezien ook eigendom van de stichting. Maar als de stichting als een APV wordt aangemerkt, blijft de woning fiscaal gezien vermogen van de inbrenger. De woning valt aldus als eigen woning in box 1 en ontvangen huurpenningen worden bij de inbrenger belast.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01