GEMEENTE - 24.11.2022

Verkeerd huisnummer op het gemeentelijk aanslagbiljet heeft volgens de rechter geen gevolgen

Wat speelde er?

Recreatiewoning. X is eigenaar van een recreatiewoning en is in conclaaf met de gemeente. X wil zich namelijk inschrijven in de Basisregistratie Personen (BRP) op dit adres en heeft hiervoor een huisnummerbesluit nodig. Ook wil X de recreatiewoning permanent gaan bewonen.

Ander huisnummer op de aanslag. Voor het belastingjaar 2019 ontvangt X een aanslagbiljet gemeentelijke belastingen met daarop de WOZ-beschikking van de recreatiewoning. Bij het vaststellen van de aanslag gaat de heffingsambtenaar onder meer uit van de gegevens uit het Kadaster en de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). De WOZ-beschikking vermeldt echter een ander huisnummer dan dat er in de notariële akte staat vermeld.

Permanent bewonen? X vraagt zich af of de aanslag van de gemeente in stand kan blijven. Ook vraagt X aan Hof Den Bosch om aan te geven of hij permanent in de recreatiewoning mag wonen en zich mag inschrijven in de BRP op dit adres (ECLI:NL:GHSHE:2022:3103) .

Oordeel hof

Aanslag is voldoende duidelijk. Het hof stelt voorop dat voldoende duidelijk moet zijn op welk WOZ-object de aanslag ziet. Hierbij moet men uitgaan van de gegevens uit het Kadaster. Anders gezegd: door vast te stellen op welk kadastrale perceel de aanslag ziet, kan er worden bepaald op welk WOZ-object de aanslag betrekking heeft. Het feit dat de heffingsambtenaar kennelijk een andere adresaanduiding hanteert (of er een ‘verzint’, mocht er geen adres zijn), is hierbij niet van belang. In deze zaak acht het hof voldoende duidelijk dat de aanslag ziet op de recreatiewoning.

Permanente bewoning? Het hof oordeelt vervolgens dat het niet aan de belastingrechter is om antwoord te geven op de vraag of permanente bewoning en inschrijving in de GBA is toegestaan op het adres van de recreatiewoning. Kortom: in deze zaak mag het hof zich alleen uitlaten over de hoogte van de WOZ-waarde en of de aanslag terecht is.

Adresaanduiding niet van belang. Wel geeft het hof aan dat de adresaanduiding op het gemeentelijk aanslagbiljet niet relevant is voor de beantwoording van deze twee vragen.

Conclusie

WOZ-object vast te stellen. De heffingsambtenaar mag dus van het hof zelf bepalen welke adresaanduiding hij vermeldt op het aanslagbiljet gemeentelijke belastingen. Van belang is dat op basis van kadastrale gegevens vast te stellen is op welk WOZ-object het aanslagbiljet ziet. Dit is ook noodzakelijk, want niet voor elk WOZ-object is bijv. een formeel huisnummer beschikbaar.

Permanente bewoning niet af te dwingen. Met de vermelding van een adres op het aanslagbiljet kan uw cliënt niet bij de gemeente afdwingen dat hij er permanent mag wonen of zich in mag schrijven in de GBA. Anders gezegd: een aanslagbiljet kan men niet aanmerken als een huisnummerbesluit of de erkenning van de gemeente dat men er permanent mag wonen. De adresaanduiding is meer vanuit praktisch oogpunt, zodat de gemeente elk WOZ-object beter in beeld heeft.