TUCHTRECHTSPRAAK - 19.12.2022

Mag een beroepsbeoefenaar direct na beëindiging van de behandelrelatie een seksuele relatie met de cliënt aangaan?

De (voormalige) werkgever van verpleegkundige Jos is erachter gekomen dat hij een seksuele relatie met een patiënt heeft gehad en accepteert dit niet, ook al was de behandelrelatie al beëindigd. Wat vond het tuchtcollege hiervan?

Wat speelde er hier?

Crisisafdeling. Cliënt Thea heeft verslavings- en persoonlijkheidsproblematiek en wordt met een crisismaatregel opgenomen op de gesloten crisisafdeling van een instelling waar verpleegkundige Jos werkt. Thea wordt overgeplaatst naar een open afdeling op een andere locatie en komt daarna in behandeling bij een FACT-team.

Seksuele relatie. De dochter van Thea meldt dat haar moeder een relatie met verpleegkundige Jos is aangegaan. Jos erkent na een aantal gesprekken dat hij enkele keren seksueel contact met Thea heeft gehad nadat zij werd overgeplaatst. Hij geeft aan dat er absoluut geen seksueel contact met haar is geweest tijdens de opname op de gesloten crisisafdeling waar hij werkte. Op de afdeling heeft hij Thea alleen gezoend als afscheid bij haar overplaatsing naar de open afdeling. Jos heeft in de periode van ongeveer vijf weken dat Thea op de gesloten afdeling verbleef, haar vier keer gezien.

Klacht werkgever

Over de grens. Jos heeft met zijn handelwijze de professionele grenzen van het verpleegkundig beroep overschreden door reeds tijdens de behandelrelatie, maar in ieder geval voor het einde van een redelijke afkoelingstermijn, een seksuele relatie met Thea aan te gaan. Zij is hierdoor ernstig in haar belangen geschaad. Het gedrag is extra laakbaar, omdat Thea erg kwetsbaar was en afhankelijk was van de zorg van Jos. Daar komt bij dat hij in de eerste drie gesprekken na de melding heeft ontkend dat er sprake was van seksueel contact.

Oordeel tuchtcollege

Gegronde klacht. Het college vindt de klacht van de werkgever gegrond (ECLI:NL:TGZRAMS:2022:101) . Jos is direct na de behandeling een seksuele relatie met de cliënt begonnen. Dat is in strijd met de professionele normen die gelden voor verpleegkundigen en hiermee zijn de grenzen van de beroepsuitoefening ernstig overschreden. Dit betekent dat de klacht gegrond is wat betreft het verwijt dat hij na de behandelrelatie een seksuele relatie met de cliënt is aangegaan.

Het mag nooit. In de brochure van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en in veel gedragscodes is het uitgangspunt: Het mag niet, het mag nooit.

Op https://www.tipsenadvies.nl , Download Zone, jaargang 15, nr. 17 vindt u de:• Brochure Het mag niet, het mag nooit • KNMG - Gedragscode voor artsen in het kort 2022.

Maatregel. Het tuchtcollege weegt mee in hoeverre de verpleegkundige inzicht heeft getoond in zijn handelen en daarmee hoe groot het risico op herhaling is. Alhoewel hij niet direct openheid van zaken heeft gegeven en pas tijdens een vierde gesprek heeft toegegeven dat er sprake is geweest van seksueel contact, heeft hij in zijn verweer en tijdens de hoorzitting overtuigend laten zien dat hij inziet dat zijn handelen ontoelaatbaar is en schadelijk is geweest voor de cliënt. Hij schaamt zich diep voor zijn gedrag en gaat in behandeling bij een psycholoog. Ook door zijn beslissing nooit meer in de zorg te willen werken omdat hij zichzelf en zijn cliënten niet meer in de ogen kan kijken en om te voorkomen dat het ooit weer kan gebeuren, wordt het risico op herhaling, alhoewel dat nooit helemaal kan worden uitgesloten, gering geacht. Hij krijgt daarom een voorwaardelijke schorsing van een jaar met een proeftijd van twee jaar.

Als een zorgverlener en een patiënt gevoelens voor elkaar krijgen, moet de behandelingsovereenkomst worden beëindigd, de behandeling worden overgedragen en moet de zorgverlener een afkoelingsperiode van ten minste enkele maanden in acht nemen.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01