FISCOTIP - 15.03.2023

Stel de heffingskortingen veilig

Heeft uw partner zelf geen of onvoldoende inkomen, dan heeft hij wellicht geen recht op enkele heffingskortingen. Gelukkig is daar in een aantal gevallen wat aan te doen. Hoe pakt u dat aan en wat scheelt het?

Gering of geen inkomen. Als u inkomen heeft, betaalt u ook belasting. Gelukkig niet al vanaf de eerste euro, want u mag eerst een aantal heffingskortingen met de te betalen belasting verrekenen. Bij een gering inkomen loopt men echter het risico dat de heffingskortingen hoger zijn dan het te betalen bedrag aan belasting en dus geheel of gedeeltelijk verloren gaan. Wat is daaraan te doen?

Welke kortingen betreft het?

Het betreft de algemene heffingskorting, de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Is uw partner echter geboren voor 1 januari 1963, dan kunt u zijn algemene heffingskorting verrekenen met het bedrag van de door u te betalen belasting. Zijn algemene heffingskorting gaat dan dus alleen verloren als u te weinig belasting betaalt om ook zijn algemene heffingskorting te kunnen verrekenen. Een ‘overschot’ aan heffingskortingen wordt dan namelijk niet uitbetaald. Deze mogelijkheid bestaat dus niet voor de arbeidskorting en voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting.

Voor meer informatie over de heffingskortingen, ga naar https://www.tipsenadvies.nl , Download Zone, jaargang 28, nr. 3.

Hoe kunt u dit voorkomen?

Box 1. Uw partner kan voorkomen dat zijn heffingskorting verloren gaat door zelf voldoende inkomen te verwerven. Zo kunt u als ondernemer waarvan de winst belast is met inkomstenbelasting, uw meewerkende partner belonen via het toekennen van een arbeidsbeloning of door met hem een vennootschap onder firma aan te gaan. De partner wordt voor deze inkomsten dan zelf belast en kan de heffingskortingen ook zelf verrekenen. Een nadeel bij deze optie is dat de partner dan ook zelf premies Zorgverzekeringswet (Zvw) moet betalen, dus moet u vooraf berekenen wanneer deze optie voordeliger is.

Box 2. Bent u dga van een BV, dan kunt u inkomsten die belast zijn in box 2 in de aangifte aan uw partner toerekenen. U bent namelijk vrij in de verdeling van dit inkomen. Zo is bijv. uitgekeerd dividend belast in box 2 tegen 26,9%. Deelt u dit toe aan uw partner, dan wordt deze hier zelfstandig voor belast en kunnen de heffingskortingen hiermee verrekend worden. Over inkomsten in box 2 is geen Zvw-premie verschuldigd.

Box 3. U bent ook vrij in de verdeling van uw vermogen in box 3. U betaalt tegenwoordig belasting in box 3 op basis van de werkelijke samenstelling van uw vermogen en een hieraan gekoppeld fictief rendement. Kan uw partner de heffingskortingen niet of slechts deels benutten, dan is het verstandig een dusdanig deel van het vermogen aan hem toe te rekenen dat alle heffingskortingen geheel kunnen worden verrekend. In dat geval betaalt u over dat deel van uw vermogen namelijk geen belasting.

Wat scheelt het?

Dividend. Stel dat u een partner heeft die geboren is op of na 1 januari 1963. U bent dga en keert een dividend uit van € 50.000. U rekent het dividend volledig aan uzelf toe. U betaalt dan € 50.000  x 26,9% belasting in box 2, oftewel: € 13.450. Rekent u het dividend aan uw partner zonder inkomsten toe, dan bedraagt zijn heffingskorting in 2023 € 3.070. Rekent u het dividend geheel aan uw partner toe, dan betaalt deze € 13.450 -/- € 3.070 = € 10.380 aan belasting.

Maximum. Een snelle rekensom leert dat u in deze situatie in 2023 dus een dividend tot € 11.412 belastingvrij kunt uitkeren aan uw partner (€ 11.412 x 26,9% = € 3.070).

Heeft uw partner geen of geringe eigen arbeidsinkomsten, deel dan inkomsten aan hem toe zodat de heffingskortingen niet verloren gaan. Denk daarbij met name aan dividend in box 2 en aan vermogen in box 3.


Uw volgende stap


Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01