HUWELIJKSVERMOGENSRECHT - 26.04.2023

Wanneer en hoe kan het alimentatiebedrag uit een echtscheidingsconvenant toch worden gewijzigd?

In het echtscheidingsconvenant kunnen afspraken worden gemaakt over de alimentatie. Ook kan er een (beperkt) niet-wijzigingsbeding worden opgenomen. Desondanks kan de afspraak daarna soms toch worden gewijzigd.

Beleggingspanden gefinancierd. Mia en Ko zijn ruim 20 jaar getrouwd. Tot hun gemeenschappelijk vermogen behoren onder meer vier beleggingspanden die zijn gekocht met een geldleningsovereenkomst van € 1.750.000 die Ko met zijn eigen BV is aangegaan. Op basis daarvan moet Ko jaarlijks 2% rente betalen en de geldlening moet in tien jaar zijn afgelost.

Convenant met beperkt niet-wijzigingsbeding.  Als Ko en Mia gaan scheiden, wordt er een echtscheidingsconvenant opgesteld. Aan ieder van hen worden twee beleggingspanden toegedeeld. Ook wordt afgesproken dat Ko per maand € 1.634 partneralimentatie betaalt. In het convenant wordt een beperkt niet-wijzigingsbeding opgenomen. Daarin staat dat de partneralimentatie niet voor wijziging vatbaar is bij een verhoging van de draagkracht van de man of bij een behoefteverlaging van de vrouw door verhoging van haar inkomsten.

Verkeerd en gewijzigde omstandigheden? Enkele jaren na de echtscheiding eist Mia dat het alimentatiebedrag wordt verhoogd naar € 6.446 per maand. Ook wil ze een bedrag ineens van € 227.208. Volgens Mia is het alimentatiebedrag in het echtscheidingsconvenant veel te laag vastgesteld, omdat er geen rekening is gehouden met de huurinkomsten van Ko. Dat is een grove miskenning van de wettelijke maatstaven. Ook stelt Mia dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden, omdat Ko inmiddels in een riante financiële positie verkeert.

Wat zegt de wet?

Een overeenkomst betreffende levensonderhoud kan worden gewijzigd of ingetrokken als deze is aangegaan met grove miskenning van de wettelijke maatstaven (art. 1:401 lid 5 BW) . Hiervan is sprake als er een duidelijke wanverhouding bestaat tussen de bijdrage die partijen zijn overeengekomen en de onderhoudsbijdrage waartoe een rechter zou hebben beslist als deze van dezelfde gegevens zou zijn uitgegaan.

Wat heeft de rechter nu beslist?

Geen wanverhouding. Uit het echtscheidingsconvenant blijkt niet dat partijen bewust hebben willen afwijken van de wettelijke maatstaven. Bij de vaststelling van het alimentatiebedrag mag rekening worden gehouden met de rente die Ko daarover is verschuldigd en met de aflossingen die hij moet doen. Een rechter die het alimentatiebedrag had moeten vaststellen zou daar ook rekening mee hebben gehouden. Er is geen duidelijke wanverhouding tussen de afspraak die partijen hebben gemaakt in het convenant en de bijdrage in levensonderhoud die door een rechter zou zijn vastgesteld.

Geen ingrijpende wijziging. De alimentatieafspraak uit het convenant kan ook nog worden gewijzigd als er sprake is van een zo ingrijpende wijziging van omstandigheden dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid de verzoekende partij (Mia) niet langer aan het beding mag worden gehouden (art. 1:159 lid 3 BW) . Maar op de partij die de afspraak wil wijzigen, rust een zware stelplicht. Daar heeft Mia niet aan voldaan. Het enkele feit dat Ko inmiddels in een gunstiger financiële positie verkeert, is onvoldoende. Het Hof Den Bosch (ECLI:NL:GHSHE:2023:863) oordeelt dat de alimentatieafspraak overeind blijft staan en dat Ko geen hogere bijdrage hoeft te betalen.

Een wijzigingsbeding kan opzij worden gezet bij een duidelijke wanverhouding tussen de overeengekomen alimentatie en het bedrag dat door een rechter zou zijn vastgesteld. Ook kan het alimentatiebedrag worden gewijzigd bij een ingrijpende wijziging van omstandigheden: wie dit stelt, moet hiervoor met goed bewijs komen.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01