BEDRIJFSOPVOLGING - 15.05.2023

Versobering fiscale bedrijfsopvolgingsregeling

De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) kent een zeer ruime voorwaardelijke vrijstelling van schenk- en erfbelasting en staat daarom al geruime tijd ter discussie. Maar nu lijkt de BOR dan toch echt te worden versoberd. Wat staat er te gebeuren?

Bedrijfsoverdracht. Op het moment dat u een onderneming schenkt of nalaat, leidt dit in beginsel tot belastingheffing. Deze belastingheffing kan de continuĂŻteit van de onderneming in gevaar brengen. Om dit te voorkomen, zijn er diverse fiscale regelingen in het leven geroepen.

Huidige bedrijfsopvolgingsregeling

Het schenken of vererven van een onderneming leidt tot heffing van inkomstenbelasting bij de schenker of erflater en tot heffing van schenk- of erfbelasting bij de verkrijger. De heffing van inkomstenbelasting kan worden uitgesteld door toepassing van de doorschuifregeling en de BOR zorgt voor afstel van de heffing van schenk- en erfbelasting.

Inkomstenbelasting. Bij het schenken of nalaten van een onderneming in de vorm van een eenmanszaak of samenwerkingsverband wordt de stakingswinst progressief bij u belast in box 1. De stakingswinst is het verschil tussen de waarde in het economisch verkeer van uw onderneming en de fiscale boekwaarde.

Directeur-grootaandeelhouder. U wordt als schenker of erflater belast in box 2 tegen een tarief van 26,9% (2023), als u uw onderneming in de vorm van een BV uitoefent, waarbij er sprake is van een aanmerkelijk belang. U moet dan afrekenen over het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de werkelijke waarde van uw aandelen.

Doorschuifregeling. Deze belastingclaim kan doorgeschoven worden naar de bedrijfsopvolger door gebruik te maken van de doorschuifregeling. Aan deze regeling is wel een aantal voorwaarden verbonden. De belangrijkste voorwaarden zijn dat:

  • er sprake moet zijn van ondernemingsvermogen;
  • de bedrijfsopvolger direct voorafgaand aan de schenking (bedrijfsoverdracht) minimaal drie jaar in de onderneming werkzaam moet zijn geweest dan wel winst uit onderneming moet hebben genoten.

Voor meer informatie over de doorschuifregeling in de inkomstenbelasting, ga naar https://www.tipsenadvies.nl , Download Zone, jaargang 28, nr. 5.

Schenk- of erfbelasting

Vervolgens is er bij de bedrijfsoverdracht ook een afrekenmoment in de schenk- of erfbelasting. Over deze schenking dan wel erfenis moet door bijv. kinderen 10 tot 20% schenk- of erfbelasting betaald worden en overige verkrijgers betalen zelfs 18 tot 36% (2023).

Vrijstelling. Deze belastingheffing kan voorkomen dan wel gematigd worden door gebruik te maken van de BOR. Er geldt namelijk een vrijstelling van 100% tot een ondernemingsvermogen van € 1.205.871 (2023). Boven deze waarde geldt er een vrijstelling van 83%. Deze vrijstelling geldt voor de gehele onderneming.

Voorwaarden. Voor een succesvol beroep op toepassing van de BOR is wel vereist dat er wordt voldaan aan de hiernavolgende drie voorwaarden.

  1. Ondernemingseis. Alleen ondernemingsvermogen komt in aanmerking voor de BOR. Hierbij geldt een franchise voor beleggingsvermogen van 5% van het ondernemingsvermogen.
  2. Bezitseis. De schenker dan wel erflater, moet voorafgaand aan de schenking dan wel het overlijden, gedurende een periode van respectievelijk vijf dan wel één jaar ondernemer dan wel aandeelhouder zijn geweest.
  3. Voortzettingseis. De bedrijfsopvolger moet de onderneming na de overdracht ten minste vijf jaar voortzetten.

Voor meer informatie over de bedrijfsopvolgingsregeling voor de schenk- en erfbelasting, ga naar https://www.tipsenadvies.nl , Download Zone, jaargang 28, nr. 5.

Reële bedrijfsopvolging. De voorwaarden van de doorschuifregeling en de BOR hebben tot doel dat er sprake is van een reële bedrijfsopvolging. Hierdoor wordt beleggingsvermogen nadrukkelijk buiten deze regelingen gehouden.

Evaluatie doorschuifregeling en BOR

Centraal Planbureau. Het Ministerie van Economisch Zaken en Klimaat en het Ministerie van Financiën hebben het Centraal Planbureau (CPB) gevraagd om de doorschuifregeling en de BOR te evalueren. Hieruit volgt onder andere dat als de doorschuifregeling blijft bestaan, de BOR doeltreffend is, maar niet doelmatig, omdat bij circa 75% van de overdrachten voldoende vrije financiële middelen aanwezig zijn om de erf- of schenkbelasting direct te betalen. Daarnaast concludeert het CPB dat de BOR complex is en een fors aantal knelpunten kent voor zowel de ondernemer als de Belastingdienst.

Afschaffen of versoberen. Het kabinet heeft eind 2022 gereageerd op het onderzoek van het CPB. In haar eerste reactie heeft deze aangegeven nog steeds achter de doelstelling van de doorschuifregeling en BOR te staan, maar dat de knelpunten aangepakt moeten worden. Dit leidt ertoe dat de regeling moet worden afgeschaft of versoberd.

Aanpassen. Vooralsnog kiest het kabinet ervoor om de BOR niet af te schaffen, maar wel aan te passen. Daarmee willen ze met name voorkomen dat de BOR wordt gebruikt voor oneigenlijk gebruik. Op basis van de huidige stukken lijkt het er overigens op dat de doorschuifregeling in de inkomstenbelasting niet zal worden aangepast.

Verhuurd onroerend goed. Om deze reden is aangekondigd dat onder meer verhuurd onroerend goed in alle gevallen voor de doorschuifregeling en de BOR wordt aangemerkt als beleggingsvermogen. Uitstel dan wel afstel van belastingheffing ten aanzien van dit vermogen is dan ook niet meer mogelijk bij een bedrijfsoverdracht.

Overige aandachtspunten. Naast deze concrete wijziging zijn er ook nog diverse andere aspecten die onderzocht worden. Zo wordt er ook gekeken of de huidige bezits- en voortzettingseis aangepast moet worden, zodat alleen reële bedrijfsoverdrachten in aanmerking komen en er wordt ook onderzocht of het mogelijk is om de doorschuifregeling en de BOR te beperken tot een eenmalige toepassing, zodat per onderneming maar één keer gebruikgemaakt kan worden van de regeling.

Duidelijkheid? De eerste tussentijdse conclusie omtrent de aanpassingen worden (naar verwachting) in het voorjaar van 2023 gepresenteerd. Vervolgens is het kabinet voornemens om de benodigde wetsaanpassingen mee te nemen in het Belastingplan 2024.

Gevolgen voor u?

Prinsjesdag. Uit de kabinetsreactie volgt dat de doorschuifregeling in de inkomstenbelasting waarschijnlijk niet zal worden aangepast. De fiscale faciliteiten voor de BOR zullen blijven bestaan, maar worden wel aangepast. Deze aanpassingen zullen op Prinsjesdag worden aangekondigd, waarbij het zelfs mogelijk is dat de voorgestelde wijzigingen dan direct ingaan. Tot dat moment geldt de huidige regeling.

Wat verandert er? Helaas is het nog niet duidelijk welke wijzigingen er exact worden doorgevoerd. Duidelijk is echter wel dat verhuurd onroerend goed niet meer als ondernemingsvermogen kwalificeert, waardoor er ten aanzien van dit vermogen geen aanspraak meer op de doorschuifregeling en de BOR kan worden gemaakt.

Bedrijfsoverdracht doorvoeren. Bent u voornemens om uw onderneming over te gaan dragen en wilt u gebruikmaken van de doorschuifregeling en de BOR, zodat belastingheffing wordt voorkomen dan wel gematigd, dan doet u er goed aan om dit traject nu in gang te zetten en indien mogelijk dit jaar of zelfs nog voor Prinsjesdag af te ronden. U heeft dan op voorhand duidelijkheid en weet welke regelingen er van toepassing zijn.

Ontwikkelingen melden. Wij houden de ontwikkelingen met betrekking tot de doorschuifregeling en de BOR voor u in de gaten. Zodra er meer duidelijk wordt over de (eventuele) aanpassingen, zullen wij u hierover berichten, zodat u hierop kunt anticiperen.

In 2023 zal (naar verwachting) worden aangekondigd dat de BOR wordt versoberd. Verhuurd onroerend goed zal hierdoor niet meer in aanmerking komen voor de doorschuifregeling in de inkomstenbelasting en de BOR. Mogelijk wordt de regeling nog op meer punten aangepast. Start daarom dit jaar nog met uw geplande overdracht.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01