Geen volledig en exclusief gebruik, dus geen reguliere pacht
Gebruik van weidegrond
Jaap en Bart zijn overeengekomen dat Jaap elk half jaar drie percelen weidegrond van Bart mag gebruiken voor weidegang en voerwinning.
Tegenprestatie. Als tegenprestatie betaalt Jaap elk jaar een vergoeding voor het gebruik van de grond en levert hij ook enkele baaltjes hooi. De pachtsom wordt steeds contant betaald.
Aanvullende voorwaarden. Ook worden er tussen Jaap en Bart soms afspraken gemaakt over aanvullende voorwaarden, zoals het onderhoud van de omheining en de hoeveelheid baaltjes hooi. De afspraken zijn nooit schriftelijk vastgelegd.
Voorstel vastlegging pachtovereenkomst. Ruim negen jaar na het eerste gebruik van de weidegrond wil Jaap dat Bart zijn medewerking verleent aan vastlegging van een reguliere pachtovereenkomst. Hij heeft het gebruik van de drie percelen opgegeven aan de RVO. Ook zegt Jaap de grond nodig te hebben voor zijn bedrijfsvoering. Na te hebben onderhandeld over een geliberaliseerde pachtovereenkomst, weigert Bart zijn medewerking.
Uitleg van overeenkomst door rechter
Wat is er van belang? Omdat de overeenkomst nooit schriftelijk is vastgelegd, moet er worden nagegaan wat Jaap en Bart over en weer hebben verklaard en wat ze op basis daarvan van elkaar mogen verwachten. Ook is het van belang op welke wijze ze in de loop der jaren uitvoering hebben gegeven aan de afspraken.
Slechts een gedeelte van het jaar. De rechter stelt vast dat de drie percelen weidegrond van Bart elk jaar van mei tot november door Jaap worden gebruikt. In november gaan de melkkoeien van Jaap van de weidegrond af en daarna gebruikt Bart de percelen voor zijn paarden en pony’s. Een jaar geleden was er nog een discussie tussen Bart en Jaap, omdat er in november nog melkkoeien van Jaap rondliepen op een van de percelen. Na overleg zijn de melkkoeien toen door Jaap van het land gehaald.
Het volledige en exclusieve gebruik?
Afspraken en feitelijke uitvoering. Uit de door Jaap en Bart gemaakte afspraken en de feitelijke uitvoering blijkt dat Jaap niet het volledige en exclusieve gebruik van de weidegrond heeft. Dit gebruik is in aanzienlijke mate beperkt. Jaap gebruikt de drie percelen slechts voor een beperkte tijd van het jaar en hij moet er rekening mee houden dat de voorwaarden steeds kunnen veranderen. Dat blijkt wel uit het feit dat hij zijn melkkoeien van het land heeft gehaald nadat hij daarop door Bart was aangesproken.
Hoe oordeelt de rechter?
Verzoek tot vastlegging afgewezen. Ook het feit dat er is onderhandeld over een geliberaliseerde pachtovereenkomst, duidt erop dat er nog geen reguliere pachtovereenkomst bestond. Als Jaap overtuigd was van het bestaan van een pachtovereenkomst, is het niet logisch om over een geliberaliseerde pachtovereenkomst te praten. Dat Jaap de percelen heeft opgegeven bij de RVO en of hij de grond al dan niet nodig heeft voor zijn bedrijfsvoering, is niet beslissend voor het antwoord op de vraag of er sprake is van een pachtovereenkomst. Rechtbank Gelderland (ECLI:NL:RBGEL:2024:8530) wijst het verzoek van Jaap tot vastlegging van de pachtovereenkomst af. Hij moet € 947 aan proceskosten betalen.