Staat onvoldoende financiering de herinvesteringsreserve in de weg?
Wat speelt er? Het komt regelmatig voor dat bedrijfsmiddelen worden verkocht tegen een prijs die boven de boekwaarde ligt. Over het meerdere moet u dan afrekenen met de fiscus. Dit kunt u uitstellen door een herinvesteringsreserve (HIR) te vormen. Hiervoor gelden voorwaarden. Voor Hof Den Bosch (ECLI:NL:GHSHE:2024:2865) draaide het om de vraag of onvoldoende mogelijkheden om de financiering rond te krijgen, de vorming van een HIR in de weg staan. Wat besliste het hof?
Voorwaarden HIR
De belangrijkste voorwaarde voor de HIR is dat u deze alleen mag vormen als u een bedrijfsmiddel verkocht heeft en van plan bent een ander bedrijfsmiddel aan te schaffen waarop u de boekwinst in mindering kunt brengen. Er moet ook al een begin van uitvoering van de herinvestering zijn. De aanschaf moet u in principe doen uiterlijk in het derde jaar na het jaar waarin u de boekwinst gemaakt heeft. Zo niet, dan valt de boekwinst in de winst en moet u erover afrekenen met de fiscus. Alleen als er sprake is van een zogenaamde ‘bijzondere omstandigheid’, mag deze termijn langer zijn. Ook mag u behaalde boekwinst op een bedrijfsmiddel waarop u gewoon afschrijft, zoals een pc, niet afboeken op een bedrijfsmiddel waarop u niet of langer dan tien jaar afschrijft, zoals een gebouw.
Financiën schieten tekort. In genoemde zaak ging het om een BV die onder meer ondernemingen financierde en bedrijfspanden aan horecaondernemers verhuurde. Deze bedrijfspanden waren deels in eigendom bij de BV en werden deels door de BV gehuurd en vervolgens doorverhuurd. Na verkoop van enkele panden wilde de BV een HIR vormen, maar de inspecteur was het hiermee niet eens. Volgens de inspecteur ontbrak het de BV, toen deze de HIR wilde vormen, aan voldoende financiën, zodat er geen sprake kon zijn van een investeringsvoornemen.
Wanneer fataal? Uit het arrest van Hof Den Bosch wordt duidelijk dat onvoldoende financiële middelen op het moment dat u de HIR wilt vormen, hieraan in beginsel niet in de weg hoeven te staan. Dit is alleen zo als binnen drie jaar na het jaar van ontstaan van de HIR, deze niet kan worden afgeboekt op een ander aangeschaft bedrijfsmiddel vanwege onvoldoende financiën. U voldoet dan namelijk niet aan de wettelijke eisen. De bewijslast hiervoor ligt wel bij de inspecteur.
Vrije bewijsleer. Uit de uitspraak van Hof Den Bosch wordt ook duidelijk dat u met betrekking tot de HIR een vrije bewijsleer heeft. Dit betekent dat u zelf mag aantonen dat u aan de wettelijke voorwaarden voldoet. Ook concrete plannen zijn niet vereist en dat u een herinvesteringsvoornemen heeft, mag zelfs blijken uit feiten na de balansdatum, aldus het hof.
Wat kunt u hiermee?
Gebruik van de HIR levert bijna altijd een fiscaal voordeel op. De HIR levert u namelijk uitstel van betaling van belasting op, wat een rente- en liquiditeitsvoordeel betekent. Gebruik van de HIR is echter niet verplicht en soms is het zelfs beter geen HIR te vormen, bijv. bij nog te verrekenen verliezen. Laat onvoldoende financieringsmogelijkheden echter niet aan de vorming van een HIR in de weg staan, tenzij u hierdoor niet aan de wettelijke termijn van herinvesteren kunt voldoen.
Voor meer informatie over de HIR, ga naar https://www.tipsenadvies.nl , Download Zone, jaargang 32, nr. 3.