OVERDRACHTSBELASTING - 06.05.2025

Geen termijn voor verlaagd tarief overdrachtsbelasting

Casus

Een vrouw koopt samen met haar vader een woning op 15 oktober 2021. De verkopers van de woning zijn ingeloot voor een nieuwbouwproject en mogen de woning tot uiterlijk 1 november 2023 blijven gebruiken. De vrouw en haar vader verkrijgen de eigendom van de woning op 15 november 2021, ieder voor de onverdeelde helft. In de koopovereenkomst en de akte van levering staat dat de verkopers de woning uiterlijk op 1 november 2023 leeg en ontruimd moeten opleveren. De vrouw betaalt 8% overdrachtsbelasting op aangifte.

Hoofdverblijfcriterium en termijn

De vrouw stelt dat ze recht heeft op het verlaagde tarief van 2%, omdat ze de woning als hoofdverblijf gaat gebruiken. De inspecteur wijst dit af, omdat ze pas twee jaar na de verkrijging in de woning gaat wonen. De vrouw gaat in hoger beroep en beroept zich op de tekst en bedoeling van de wet, het vertrouwensbeginsel, het evenredigheidsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel.

Oordeel hof

Hof Den Haag (ecli:nl:ghdha:2024:2606) oordeelt dat de wet geen specifieke termijn stelt voor het gebruik als hoofdverblijf. De vrouw kan het verlaagde tarief van 2% toepassen als zij de woning duurzaam als hoofdverblijf gaat gebruiken, ook als dit pas na twee jaar gebeurt. De vrouw voldoet aan deze voorwaarde en heeft daarom recht op teruggaaf van de te veel betaalde overdrachtsbelasting.

bz-advies

Verklaar bij aankoop van een woning die het hoofdverblijf wordt, duidelijk en zonder voorbehoud dat men de woning als hoofdverblijf gaat gebruiken. Men kan dan het verlaagde tarief overdrachtsbelasting van 2% in plaats van 10,4% toepassen bij aankoop van een woning.