LEVERING - 29.04.2022

Wanneer is er sprake van een levering voor de btw?

In een zaak die speelde voor Hof Arnhem-Leeuwarden was de vraag wanneer er sprake is van een levering voor de btw.

Begrip levering Btw wordt geheven als er sprake is van de levering van een goed dat in Nederland door een btw-ondernemer onder bezwarende titel wordt verricht. Het begrip ‘levering’ heeft voor de btw een eigen betekenis. Ook handelingen die civielrechtelijk of naar het spraakgebruik niet als levering worden aangemerkt, kunnen dat voor de btw wel zijn.

Tijdstip van levering

Het tijdstip van een levering van een goed is niet in de btw-wetgeving geregeld. In algemene zin geldt als het tijdstip van levering het moment waarop de afnemer van de goederen de macht verkrijgt om als eigenaar over de goederen te beschikken. Het tijdstip waarop het koopcontract is gesloten en de datum waarop de factuur wordt uitgereikt, zijn niet van belang.

Hoge Raad

Volgens de Hoge Raad kon er geen btw worden geheven in de situatie waarbij een BV werd ontbonden en het gehele vermogen, waaronder een zeiljacht, in het kader van de vereffening naar de enig aandeelhouder ging. Er was geen sprake van een rechtsbetrekking tussen de BV en de aandeelhouder, waarbij over en weer prestaties werden uitgewisseld. Het vermogen ging zonder enige tegenprestatie over naar de aandeelhouder. Deze beslissing betrof het jaar 1997. Op basis van de huidige wettelijke btw-bepalingen kan gesteld worden dat er in een dergelijke situatie sprake is van een handeling die gelijkgesteld wordt met een levering van een goed onder bezwarende titel waardoor er btw verschuldigd is.

Overdracht zonder factuur In de recente casus voor het hof (ecli:nl:gharl:2022:1079) ging het om een keukeninrichting die overging van de ene BV naar de andere BV, waarbij de vraag is of er btw afgedragen moet worden. De ene BV (A) exploiteerde een hotel. In hetzelfde pand exploiteerde een andere BV (B) een grand café met restaurant. Het grand café en het hotel waren in juridisch, organisatorisch en financieel opzicht strikt van elkaar gescheiden. Wel konden gasten gebruikmaken van de horecavoorzieningen van beide ondernemingen. Het pand had drie eigenaren: C (50%), B BV (25%) en D BV (25%). De enig aandeelhouder en bestuurder van A BV is D BV. A BV heeft van een keukenleverancier drie aan haar gerichte facturen ontvangen en betaald betreffende de levering en montage van een keukeninrichting voor € 185.000 exclusief btw. A BV heeft de btw als voorbelasting in aftrek gebracht. Ter financiering heeft A BV € 185.000 geleend. A BV heeft de keukeninrichting in 2012 op haar balans geactiveerd en heeft op de keukeninrichting afgeschreven. In 2014 heeft A BV de keukeninrichting gedeactiveerd op de balans, evenals de daarmee samenhangende lening. A BV heeft een boekwinst verwerkt in haar verlies- en winstrekening. B BV heeft de keukeninrichting in 2014 voor € 185.000 op haar balans geactiveerd. In geschil is of er btw verschuldigd is over een levering van de keukeninrichting aan B BV in 2014.

Oordeel A BV betoogt dat de keukeninrichting al gelijk aan B BV is geleverd en dat zij nooit de beschikkingsmacht over de keukeninrichting heeft gehad. Het hof is echter van oordeel dat de keukeninrichting in werkelijkheid, na de levering door de keukenleverancier aan A BV in 2012, in 2014 is overgedragen door A BV aan B BV en dat B BV daarbij de macht om als eigenaar over de keukeninrichting te beschikken van A BV heeft verkregen. Is de overeengekomen verkoopprijs door partijen vastgesteld zonder dat de btw is genoemd en kan degene die de prestatie verricht (A BV) de btw niet verhalen op de afnemer (B BV), dan wordt de prestatie geacht te hebben plaatsgevonden inclusief btw. Dit blijkt uit (Europese) jurisprudentie (ecli:eu:c:2013:722) . Volgens het hof is de hoofdregel dan dat de maatstaf van heffing de bedongen tegenprestatie exclusief btw is. De partij (A BV) die stelt dat er van de hoofregel moet worden afgeweken, heeft hiervoor de bewijslast. A BV heeft volgens het hof niet aannemelijk gemaakt dat zij de btw niet meer op B BV kan verhalen. De naheffingsaanslag is daarom tot het juiste bedrag vastgesteld.

bz-advies

Als een verkoopprijs overeen wordt gekomen zonder dat er btw is genoemd en de btw kan niet op de afnemer worden verhaald, kan ervan uit worden gegaan dat de btw in die verkoopprijs is begrepen. Is de btw wel te verhalen, dan is de verkoopprijs exclusief btw.

In deze zaak blijkt uit de jaarstukken, die bij de Kamer van Koophandel zijn gedeponeerd, wanneer de keukeninrichting is overgedragen. Omdat de btw nog verhaald kan worden op de afnemer, is de naheffingsaanslag op basis van de verkoopprijs exclusief btw terecht.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01