Rechter: regelmatig optredende artiest was werknemer en geen zelfstandig ondernemer
In de wet staat nergens wanneer er in fiscaal opzicht precies sprake is van winst uit onderneming. Wel zijn er criteria waaraan ondernemers moeten voldoen. Welke zijn dat, hoe oordeelde de rechter hier onlangs over en hoe kunt u problemen met de fiscus het beste voorkomen?
Zelfstandig entertainer?
In een zaak die onlangs speelde voor Rechtbank Gelderland, betrof het een entertainer die zijn verdiensten opgaf als winst uit onderneming. Een ingesteld boekenonderzoek leverde forse naheffingsaanslagen inkomsten- en omzetbelasting op, inclusief rente en boetes, waarna de zaak bij de rechtbank belandde (ECLI:NL:RBGEL:2021:1783) .
Wanneer ondernemer? Voor de rechtbank draaide het met name om de vraag of de entertainer wel als zelfstandig ondernemer aangemerkt kon worden. De entertainer vond zelf van wel, maar de inspecteur en de rechtbank waren het hiermee niet eens. Bij de beoordeling of er sprake is van ondernemerschap, dient onder andere te worden gekeken naar de duurzaamheid en de omvang van de werkzaamheden, de grootte van de opbrengst, de winstverwachting, het lopen van (ondernemers)risico, het streven naar continuĂŻteit, de beschikbare tijd, de bekendheid die naar buiten aan de werkzaamheden wordt gegeven, het aantal opdrachtgevers en het spraakgebruik. In dit geval telde zwaar dat de entertainer wel verschillende opdrachtgevers had, maar dat hij het overgrote deel van zijn inkomsten al sinds jaar en dag bij Ă©Ă©n opdrachtgever verdiende. Over de in geschil zijnde periode bedroegen deze inkomsten zelfs meer dan 90%. Omdat hij deze inkomsten al jaren genoot, was er volgens de rechtbank dan ook nauwelijks sprake van risico. Dat de entertainer vrij was om te bepalen hoe hij zijn uitvoeringen vormgaf, maakte dit niet anders. Er was dus geen sprake van ondernemerschap.
Dus dienstbetrekking? Naar de mening van de rechtbank was er wel sprake van een dienstbetrekking. Uit de feiten bleek namelijk dat er een gezagsverhouding tussen de belangrijkste opdrachtgever en de entertainer bestond. Het bedrijf kon de entertainer aanwijzingen en instructies geven waar deze zich aan diende te houden bij het uitvoeren van de werkzaamheden. Dat hij veel vrijheid had voor het invullen van zijn rol als entertainer, deed hierbij niet ter zake. Wel dat de entertainer de werkzaamheden persoonlijk diende uit te voeren en zich slechts incidenteel liet vervangen door een vaste vervanger.
Wat kunt u hiermee?
De zaak maakt duidelijk dat het zowel voor opdrachtgevers als voor opdrachtnemers van belang is dat er zekerheid bestaat omtrent de vraag of er sprake is van ondernemerschap of van een dienstbetrekking. Over een periode van drie jaren ging het in deze zaak maar liefst om vele tienduizenden euro’s aan naheffingen, rente en boetes. Tip. Neem in soortgelijke situaties dan ook zelf geen risico op naheffingen en maak bij twijfel gebruik van een modelovereenkomst, zodat u zelf kunt nagaan of er al dan niet sprake is van een dienstverband. Deze kunt u vinden en downloaden op de website van de Belastingdienst. Dit middel is juist vanwege de onzekerheid omtrent het bestaan van een dienstbetrekking door de Belastingdienst in het leven geroepen om discussies te voorkomen en vooraf duidelijkheid te scheppen.