Wanneer het gebruikelijk loon van de dga lager vaststellen?
Inkomen dga van BV. Als dga is uw inkomen uit uw BV, bijv. uitgekeerd dividend, belast in box 2. U bent echter verplicht om uzelf ook een gebruikelijk loon toe te kennen dat belast is in box 1. Onlangs kwam een zaak voor de rechter waarbij het erom ging in welke gevallen u zich een gebruikelijk loon mag toekennen dat lager is dan het minimum van € 56.000. Wat besliste de rechter (ECLI:NL:RBDHA:2024:21120) ?
Hoogte gebruikelijk loon
De hoogte van het gebruikelijk loon van een dga moet dit jaar worden vastgesteld op het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking of op het hoogste loon van de werknemers die in dienst zijn bij uw BV, maar alleen als een van deze bedragen meer is dan € 56.000. Is het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager dan € 56.000, dan mag uw gebruikelijk loon worden vastgesteld op dit bedrag. U moet dit desgevraagd wel aan kunnen tonen, bijv. met salarissen van dga’s in vergelijkbare functies. In alle andere gevallen dan hiervoor genoemd, moet u in beginsel uitgaan van een gebruikelijk loon van € 56.000.
Uitzonderingen. Op de hiervoor genoemde uitgangspunten wat betreft de hoogte van het gebruikelijk loon, is een aantal uitzonderingen mogelijk. Om te beginnen mogen startende BV’s aan hun dga een lager gebruikelijk loon betalen, als het niet mogelijk is het gebruikelijk loon volgens genoemde regels te betalen, omdat er bijv. veel geld is gebruikt voor investeringen of als er een lage cashflow is. Uw BV is maximaal drie jaar starter, een eventuele tijd als eenmanszaak wordt hiervan afgetrokken.
Structureel verlieslijdend. Een lager gebruikelijk loon is verder ook mogelijk als het gaat om een BV die structureel verlies lijdt. Een incidenteel verlies valt hier dus niet onder en u mag het gebruikelijk loon ook niet lager vaststellen als de BV alle rekeningen nog kan betalen of als dit niet meer kan als gevolg van een oplopende rekening-courantschuld, uitgekeerd dividend of andere onttrekkingen. Let op. In deze laatste gevallen mag het gebruikelijk loon dus niet lager worden vastgesteld.
Continuïteit in gevaar
Hier ging het om een BV waarin er in sloopgoud werd gehandeld en er een juwelierszaak werd gedreven. De dga had zichzelf geen gebruikelijk loon toegekend, omdat dit door de slechte financiële situatie van de BV niet kon. De inspecteur was het hiermee niet eens en bepaalde het gebruikelijk loon op € 25.000, waarna de zaak voor de rechter kwam. Deze moest beoordelen of er in dit geval sprake was van een structureel verlies, wat volgens de wetshistorie ook betekent dat de continuïteit van de BV in gevaar komt als er toch een hoger gebruikelijk loon zou worden uitbetaald. De rechtbank kwam tot het oordeel dat dit inderdaad het geval was. Uit de feiten bleek namelijk dat de BV voor de betaling van een dergelijk gebruikelijk loon alle liquiditeiten, maar ook de voorraden en/of de bedrijfsmiddelen, zou moeten aanwenden. Dit zou betekenen dat het bedrijf waarin de BV werd gedreven, niet zou kunnen worden voortgezet.
Fiscus krijgt toch iets. Er waren echter nog wel enige winstreserves aanwezig, zodat de rechtbank het gebruikelijk loon uiteindelijk op € 7.500 vaststelde. De rechtbank merkte verder nog fijntjes op dat een lager gebruikelijk loon niet betekent dat de fiscus uiteindelijk over een lager bedrag aan belastingen kan heffen. Het betekent slechts dat de fiscus pas op een later moment aan belastingheffing toekomt, waardoor de rechtbank kennelijk enige coulance op zijn plek achtte.