TRANSITIEVERGOEDING - 16.05.2025

Kent u de ins en outs van de correcte berekening van de transitievergoeding?

U weet dat de transitievergoeding wordt berekend op basis van het loon in combinatie met de duur van de arbeidsovereenkomst. Maar welke looncomponenten tellen nu eigenlijk allemaal wel of niet mee?

Uitgangspunten berekening vergoeding

Het wettelijk kader voor berekening van de transitievergoeding wordt gecreëerd door artikel 7:673, lid 2 van het Burgerlijk Wetboek. In de basis komt de berekening neer op 1/3 deel van een maandsalaris voor elk jaar dat de arbeidsovereenkomst geduurd heeft. Voor ieder niet volledig jaar wordt de bijbehorende vergoeding volgens dezelfde methode naar rato berekend. Jaarlijks wordt de maximale transitievergoeding geïndexeerd: in 2025 bedraagt deze € 98.000 bruto. Let op 1.  Geniet de werknemer een hoger bruto jaarsalaris, dan geldt dit hogere bruto jaarsalaris als de maximale transitievergoeding. Let op 2.  Genoemde maximale transitievergoeding geldt formeel alleen bij toekenning door de kantonrechter, niet bij (onderhandelingen over) een beëindiging met wederzijds goedvinden middels een vaststellingsovereenkomst.

Dus meer mag? Ja, de maximale transitievergoeding geldt alleen bij ontbinding door de kantonrechter. Bij een vaststellingsovereenkomst mogen partijen hiervan afwijken en dus een andere en/of hogere vergoeding overeenkomen. Dit wordt dan vaak ontslagvergoeding genoemd (geen wettelijke term).

Voor meer informatie over transitievergoeding, ga naar https://www.tipsenadvies.nl , Download Zone, jaargang 31, nr. 5.

Som lijkt het eenvoudiger dan gedacht

De formule voor de berekening van de transitievergoeding klinkt heel eenvoudig, maar schijn bedriegt. In de praktijk blijkt het namelijk lang niet altijd duidelijk te zijn, wat nu eigenlijk wel of niet onder het brede begrip loon valt. Zowel in rechtszaken als tijdens onderhandelingen over een vaststellingsovereenkomst vinden dan ook regelmatig uitgebreide en lastige discussies plaats over de berekening en hoogte van de transitievergoeding. Welke looncomponenten tellen nu wel of juist niet mee voor het maandsalaris? Voor het antwoord dient mede gekeken te worden naar het Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en transitievergoeding enerzijds en de Regeling looncomponenten en arbeidsduur anderzijds.

Vier hoofdcategorieën

Op basis van genoemd besluit en regeling bestaat het loon voor de berekening van de transitievergoeding uit een viertal hoofdcategorieën:

  1. het bruto-uurloon vermenigvuldigd met de overeengekomen arbeidsduur per maand;
  2. de vakantiebijslag en de vaste eindejaarsuitkering waar de werknemer binnen twaalf maanden aanspraak op zou hebben bij voortzetting van de arbeidsovereenkomst, gedeeld door twaalf;
  3. de overeengekomen vaste looncomponenten verschuldigd in de twaalf maanden voorafgaand aan het moment waarop de arbeidsovereenkomst eindigt, gedeeld door twaalf;
  4. de overeengekomen variabele looncomponenten verschuldigd in de drie kalenderjaren voorafgaande aan het jaar waarin de arbeidsovereenkomst eindigt, gedeeld door 36.

Basisloon plus ... Het gaat om het basisloon plus alle componenten die meetellen voor de berekening van de transitievergoeding tezamen.

Geen discussie. De eerste twee componenten zijn in de meeste gevallen bekend terrein en zullen weinig discussie opleveren. Het bruto-uurloon of brutobasismaandloon zijn over het algemeen voor zowel werkgever als werknemer duidelijk. Ook over de (doorgaans) 8% vakantietoeslag en een daadwerkelijk vaste, ieder jaar terugkerende eindejaarsuitkering zal niet veel gediscussieerd hoeven te worden.

Wel discussie? Lastiger wordt het echter bij de vaststelling en berekening van de looncomponenten genoemd onder punt 3 en punt 4. Hoe zit het bijv. met de auto van de zaak of een eventuele bijtelling? Telt deze mee als brutoloon en/of wordt de bijtellingswaarde ook als loon voor de transitievergoeding gezien? En hoe zit het met zaken als pensioenbijdragen, bonussen, kostenvergoedingen en de verschillende toeslagen?

Vaste looncomponenten

In artikel 4 van de Regeling looncomponenten en arbeidsduur is limitatief opgesomd wat de vaste looncomponenten zijn die meetellen voor de berekening van de transitievergoeding:

  1. ten eerste de overwerkvergoeding; en
  2. ten tweede de ploegentoeslag. Alle in de twaalf maanden voorafgaand aan het eindigen van de arbeidsovereenkomst verschuldigde overwerkvergoeding en ploegentoeslag tellen dus (naar rato) mee voor de berekening van de transitievergoeding.

Ruime interpretatie. Uit verschillende rechtspraak blijkt dat rechters een ruime interpretatie hanteren van de begrippen overwerkvergoeding en ploegentoeslag. Heeft een vergoeding of toeslag een ander naam, maar komt deze wel op een vergelijkbare grondslag neer, dan komt ook deze in aanmerking voor de berekening van de transitievergoeding. De grondslag is dat de vergoeding of toeslag afhankelijk is van het aantal gewerkte uren of het tijdstip waarop de uren zijn gewerkt. Dit geldt onder andere voor een feestdagencompensatie en een onregelmatigheidstoeslag.

Verkapt loon. Na afschaffing van een bedrijfsregeling, zoals een 13e  of zelfs 14e  maand, of na herwaardering van functies en bijbehorende aanpassing van de salarisschalen, ontvangt de werknemer soms een (tijdelijke) harmonisatietoeslag of persoonlijke toeslag. Een dergelijke toeslag wordt als verkapt loon gezien en telt daarom ook mee in de berekening van het uitgangsloon voor berekening van de transitievergoeding.

Variabele looncomponenten

Artikel 5 van de Regeling looncomponenten en arbeidsduur bepaalt wat onder de meetellende variabele looncomponenten moet worden verstaan. Dit betreft ten eerste bonussen, ten tweede winstuitkeringen en ten derde eindejaarsuitkeringen. Alle in de drie jaar voorafgaand aan de beëindiging van de arbeidsovereenkomst verschuldigde bonussen, winstuitkeringen en eindejaarsuitkeringen tellen dus (naar rato) mee voor de berekening van de transitievergoeding.

Aandelen. Een bijzondere vorm van variabele beloning die steeds vaker wordt toegepast, is de werknemersparticipatie. Werknemers kunnen dan aandelen of opties op aandelen in het bedrijf van de werkgever krijgen. Deze waarde van deze aandelen of opties kwalificeert niet als variabel looncomponent en telt dus niet mee voor een eventuele transitievergoeding. Legt de werknemer (een deel van) zijn ontvangen bonus in in een aandelenregeling, dan kan deze inleg echter wel meetellen.

Uitgesloten componenten

Gelukkig voor u als werkgever zijn er ook nog zaken die niet meetellen voor de berekening van de transitievergoeding. Uit de limitatieve opsomming van vaste en variabele looncomponenten in respectievelijk artikel 4 en artikel 5 van de Regeling looncomponenten en arbeidsduur volgt dat looncomponenten die niet in de regeling zijn aangewezen, niet meegenomen hoeven te worden in de berekening van de transitievergoeding. Onderwerpen zoals een auto van de zaak, bedrijfsauto of bijtelling, werkgeversaandeel pensioenpremie, werkgeversbijdrage zorgverzekeringspremie en onkostenvergoeding(en), tellen niet mee in de berekening van het loon voor de vaststelling van de transitievergoeding.

Discutabel? Over dit soort vergoedingen en bijv. ook keuzes binnen een inkomensbestanddeel, kan gediscussieerd worden. Dat gebeurt ook regelmatig in procedures, met wisselende uitkomsten overigens, afhankelijk van de individuele situatie. Zo komt bijv. een vergoeding ter compensatie van een auto van de zaak niet in aanmerking voor berekening van de transitievergoeding. Een en ander met verwijzing naar de inhoud van het artikel en omdat deze werknemer anders bevoordeeld zou worden ten opzichte van een werknemer die voor de auto kiest. Deze telt immers ook niet mee voor berekening van de transitievergoeding.

Berekening van de transitievergoeding kan ingewikkelder zijn dan op het eerste oog lijkt. Naast het basisbruto(uur)loon tellen namelijk ook verschillende andere vaste en variabele looncomponenten mee. Deze zijn wel limitatief vastgelegd, zodat ook duidelijk is welke zaken niet meetellen in de berekening. Ga derhalve secuur te werk.


Uw volgende stap


Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01