OMZETBELASTING - 24.04.2012

Fiscale eenheid btw zonder beschikking

Wanneer is er sprake van eenheid?

Als meerdere BV’s op financieel, economisch en organisatorisch gebied een eenheid vormen, dan kunnen zij gezamenlijk een fiscale eenheid voor de omzetbelasting (btw) vormen. Voordeel hiervan is dat op onderlinge transacties geen btw hoeft te worden berekend.

Om fiscaal aangemerkt te worden als fiscale eenheid moeten de betrokken vennootschappen een eenheid te vormen op:

• financieel gebied. De ene BV houdt direct of indirect meer dan 50% van de aandelen in de andere BV;
• economisch gebied. De BV’s beschikken over dezelfde klantenkring;
• organisatorisch gebied. Het bestuur van de BV’s is in handen van dezelfde (groep van) personen.

Met of zonder beschikking fiscus

Op verzoek. Normaliter wordt een fiscale eenheid btw door de fiscus in een beschikking vastgesteld. Dit gebeurt veelal op verzoek van de belastingplichtigen. Let op. Overigens kan de inspecteur ook zelfstandig constateren dat er sprake is van voldoende verwevenheid en een fiscale eenheid per beschikking opleggen.

Ook zonder beschikking. Maar wist u dat ook zonder deze beschikking een fiscale eenheid mogelijk is? Dit blijkt wederom uit een recente uitspraak van Hof Den Haag.

In deze procedure wordt de ingangsdatum van de fiscale eenheid gesteld op het moment dat door de betrokken belastingplichtigen aan de voorwaarden voor een fiscale eenheid wordt voldaan.

Het feit dat er op dat moment nog geen beschikking was afgegeven door de Belastingdienst, doet daaraan niets af. Deze uitspraak is overigens in lijn met eerdere rechtspraak over dit onderwerp.

Belang voor de praktijk

Het volgende voorbeeld laat zien dat het in aanmerking nemen van een fiscale eenheid btw soms van groot belang kan zijn.

Voorbeeld. Stel, BV A heeft personeel uitgeleend aan BV B. BV B gebruikt dit personeel voor zowel btw-belaste als vrijgestelde prestaties. Aangezien beide BV’s onderdeel uitmaken van hetzelfde concern, is onderling gefactureerd zonder btw. De administratie is er namelijk van uitgegaan dat er sprake was van een fiscale eenheid btw, terwijl deze formeel niet bestond.

Paniek! Als geconstateerd wordt dat er géén sprake is van een formele fiscale eenheid btw, ontstaat er paniek. Immers, BV A had het uitlenen van personeel volledig met btw moeten belasten, terwijl BV B deze btw slechts deels had kunnen terugvragen. Een flinke naheffing dreigt!

Oplossing. Gelukkig biedt de rechtspraak, waaronder de uitspraak van het Hof Den Haag, soelaas. Doordat al langere tijd wordt voldaan aan de voorwaarden, mag ervan uit worden gegaan dat beide BV’s onderdeel uitmaken van een fiscale eenheid. En zodoende is de onderlinge facturatie zonder btw juist. Een correctie is dus niet meer nodig.

U kunt de besproken uitspraak downloaden van: http://belastingen.indicator.nl(BT 17.07.07).

Bron

Hof Den Haag, nr. 10/00228