Ongezien ‘fit to fly’ verklaard, tuchtrechtelijk verwijtbaar?
Kort door de bocht?
Pechvogel. Marianne ging na haar bevalling op een welverdiende vakantie naar Suriname. Tijdens deze vakantie kreeg Marianne een ongeval. Er werden haar pijnstillers en rust voorgeschreven.
Ik kan niet reizen ... Na haar ongeval meldde Marianne zich ziek bij haar werkgever. Zij vertelde haar werkgever dat zij niet in staat was naar Nederland te reizen.
Het is beter voor je. De bedrijfsarts was het daar echter niet mee eens. Hij vond het in het belang van Mariannes re-integratie dat zij naar Nederland zou terugkeren om zo spoedig mogelijk (aangepaste) werkzaamheden te gaan verrichten.
Eerste klas. Op basis van gegevens waarover hij (in Nederland) kon beschikken oordeelde hij dat vooral het langdurig zitten in een oncomfortabele houding een belemmering kon zijn. Daarom adviseerde hij de werkgever om de meerprijs van een businessclass ticket te vergoeden.
Ik kan echt niet. Marianne houdt voet bij stuk en keert uiteindelijk ’n jaar later terug in Nederland.
Dat zag de arts écht verkeerd!
Als Marianne terugkeert in Nederland, dient zij een klacht in tegen de bedrijfsarts. Zij vindt dat de arts bij de beoordeling van de vraag of zij van Suriname naar Nederland kon reizen tekort is geschoten in de zorg die hij jegens haar behoorde te betrachten. Haar verwijten op een rijtje:
- hij heeft geoordeeld zonder haar te zien;
- hij heeft haar behandelend arts in Suriname niet gesproken;
- hij heeft de in Suriname gemaakte röntgenfoto’s niet gezien.
Standpunt van verweerder
Logisch en navolgbaar. De arts stelt op basis van de beschikbare medische informatie op logische en navolgbare wijze te hebben geconcludeerd dat Marianne (onder aangepaste omstandigheden) naar Nederland zou kunnen reizen:
- hij beschikte over genoeg informatie om te kunnen oordelen;
- voor het geven van dit reisadvies was het niet noodzakelijk om Marianne te zien of te spreken;
- hij was van mening dat hij niet gehouden was om de behandelend arts van Marianne te consulteren of om de gemaakte röntgenfoto’s met eigen ogen te bekijken;
- hij heeft het advies van de behandelend arts en diens beschrijving van de bevindingen van de röntgenfoto’s niet terzijde gelaten;
- uit de bevindingen van de behandelend arts, de foto’s en op basis van de ingezette therapie heeft hij geconcludeerd dat reizen, mits met voldoende comfort, mogelijk was;
- achteraf gezien was het mogelijk beter geweest om contact op te nemen met de behandelend arts, maar dat is niet klachtwaardig.
Oordeel tuchtcollege
Het tuchtcollege, 26.05.2015 (TGZRAMS:2015:63) , is het daarmee eens. Het stelt voorop dat het bij het beoordelen van het handelen van de arts er niet om gaat of dit beter had gekund, maar of er sprake was van klachtwaardig optreden. Het tuchtcollege oordeelt dat daarvan geen sprake is geweest en wijst de klacht op alle onderdelen af.