VENNOOTSCHAPSBELASTING - 22.03.2018

Beperking renteaftrek niet EU-proof!

Het EU-hof heeft onlangs bepaald dat bepaalde aftrekbeperkingen van rentelasten in strijd zijn met het recht van vrije vestiging. De staatssecretaris zag dit al aankomen en heeft reparatiewetgeving afgekondigd. Wat speelt er?

Concernfinanciering

Eigen vermogen. Binnen een concern met meerdere BV’s bestaan er meerdere varianten om een BV te financieren. Zo kan men ervoor kiezen om de moeder-BV veel eigen vermogen in de dochter-BV te laten storten.

Geldlening. Men kan er ook voor kiezen om weinig kapitaal te storten en vervolgens bij de moeder-BV of een andere BV binnen het concern, geld te gaan lenen. Welke variant men kiest, heeft invloed op het resultaat dat de betreffende BV gaat maken. In de laatste variant zal het resultaat gedrukt worden door de rentelasten van de lening. Aan de andere kant zal de uitlenende BV renteopbrengsten hebben. Op concernniveau maakt het niet uit welke variant men kiest: voor het hele concern blijft het resultaat hetzelfde. Als men het per BV bekijkt, kan men dus wel ‘spelen’ om zo het resultaat in de BV te krijgen welke men wil.

Fiscaal belang. Zolang alle BV’s van het concern onder hetzelfde belastingregime vallen, is er geen voordeel te behalen met dit ‘spelen’. Dit wordt echter anders als er vennootschappen zijn die in het buitenland zitten en waar wellicht gunstigere tarieven of regels bestaan voor de heffing van vennootschapsbelasting. Zonder nadere regels zou het dan dus mogelijk zijn om met leningsconstructies de resultaten belast te krijgen in het land met de laagste belastingtarieven, ongeacht de vraag waar de werkelijke activiteiten van de onderneming plaatsvinden.

Renteaftrekbeperkingen in de wet

Om de hiervoor genoemde constructies tegen te gaan, zijn er renteaftrekbeperkingen in de wet opgenomen. Zo mag een Nederlandse BV die geld leent om een deelneming in een andere BV te kopen, deze rente niet onbeperkt aftrekken.

Niet EU-proof. In de casus die voor het EU-hof speelde, ging het om een Nederlandse BV die geld had geleend van een concernvennootschap om een Italiaanse deelneming te kopen. De inspecteur weigerde de aftrek van deze rentelast. De BV voerde voor het EU-hof aan dat zij geschaad werd in haar recht op vrije vestiging van haar onderneming. De BV voerde hierbij aan dat als zij geïnvesteerd had in een Nederlandse BV, in plaats van in een Italiaanse, zij een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting had kunnen vormen tussen deze twee BV’s. Door deze fiscale eenheid zou er geen sprake zijn van geld lenen voor de investering in een deelneming. Door het fiscale eenheidsregime is er dan namelijk sprake van rechtstreeks investeren in bedrijfsactiviteiten. Voor deze vorm van investeren bestaat er geen renteaftrekbeperking. Het EU-Hof concludeert dan ook dat er sprake is van discriminatie. Dit betekent dat de Nederlandse BV uiteindelijk toch de betaalde rente mag aftrekken.

Reparatiewetgeving

Op 25 oktober 2017 had de advocaat-generaal in zijn advies aan het EU-Hof al dezelfde conclusie getrokken. De staatssecretaris heeft op die dag dan ook al meteen reparatiewetgeving aangekondigd voor het geval het EU-Hof het advies zou volgen. Nu dit is gebeurd, zal de reparatiewetgeving binnenkort van kracht worden. Deze zal kort gezegd inhouden dat er binnen fiscale eenheden ook gekeken moet gaan worden naar de renteaftrekbeperkingen. Wij houden u op de hoogte.

Als gevolg van een EU-uitspraak over de vrije vestigingsmogelijkheden zal er voor fiscale eenheden ook een renteaftrekbeperking gaan gelden. Deze wijziging kan ook gevolgen hebben voor MKB-ondernemers die een fiscale eenheid vennootschapsbelasting hebben.