GEZONDHEIDSRECHT - 21.09.2018

Een dossier opschonen voor afgifte, mag dat?

Boze stiefmoeder?

Klopt dit wel? Een zoon twijfelt of het testament van zijn inmiddels overleden vader wel geldig is. In het testament wordt de toenmalige partner van de vader tot enige erfgename en executeur testamentair benoemd. De zoon wil weten of zijn vader ten tijde van het opmaken van het testament wel voldoende in staat was om zijn wil te bepalen. Daarom vordert hij afgifte van het medisch dossier bij de kliniek waar zijn vader behandeld werd.

Beroepsgeheim

Persoonlijke levenssfeer anderen. De kliniek weigert de afgifte van het medisch dossier op grond van het medisch beroepsgeheim. In het dossier staan namelijk ook gegevens van anderen die voor het beoordelen van de geestestoestand van de vader niet relevant zijn. Daarom wil de kliniek eerst de niet-relevante passages van het medisch dossier onleesbaar maken.

Hoezo opschonen? De zoon is echter van mening dat de kliniek het medisch dossier ‘gewoon’ aan hem moet afgeven. Hij wil niet dat de kliniek zelf beoordeelt welke gegevens zij onleesbaar maakt alvorens het dossier af te geven.

Dat kan de rechter ook! De zoon wil dat de kliniek het dossier ‘ongeschoond’ aan de voorzieningenrechter verstrekt, waarna de voorzieningenrechter de passages waarvan de kliniek meent dat deze niet relevant zijn, onleesbaar mag maken.

Wat zegt de wet?

Beroepsgeheim. Volgens artikel 7:457 BW mag een hulpverlener aan anderen dan de patiënt geen inlichtingen over de patiënt of inzage in of een afschrift van het medisch dossier verstrekken zonder toestemming van de patiënt.

Niet over anderen. Indien er wel gegevens worden verstrekt of als er wel inzage wordt gegeven, mag dit alleen voor zover daardoor de persoonlijke levenssfeer van een ander niet wordt geschaad.

Tenzij wettelijk verplicht. De verstrekking zonder inachtneming van deze beperkingen mag alleen als een wettelijke bepaling hiertoe verplicht.

Oordeel voorzieningenrechter

Privacy derden. Gelet op artikel 7:457 BW overweegt de voorzieningenrechter dat er bij de afgifte van het dossier in elk geval geen informatie mag worden vrijgegeven waardoor er inbreuk wordt gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van een ander dan de patiënt.

Betreft anderen. De voorzieningenrechter beoordeelt vervolgens de door de kliniek gemarkeerde passages van het medisch dossier. De voorzieningenrechter stelt daarbij vast dat de door de kliniek gemarkeerde passages inderdaad raken aan de persoonlijke levenssfeer van anderen dan de vader.

Niet relevant. Van andere gemarkeerde passages stelt de voorzieningenrechter vast dat de gegevens in kwestie niet relevant zijn voor het beoordelen van de geestestoestand van vader.

En dus onzichtbaar maken. Als aan de zoon inzage zou worden verstrekt, wordt inderdaad de persoonlijke levenssfeer van anderen dan de vader geschonden. De kliniek mag daarom van de voorzieningenrechter de door haar gemarkeerde passages van het dossier onzichtbaar maken.