Vervroegd uittreden werknemers vanaf 2021 makkelijker
Regeling voor vervroegde uittreding
Hoofdregel ongewijzigd. De hoofdregel die zegt dat u een eindheffing moet betalen als u een werknemer in staat stelt om de periode tot aan zijn AOW- of pensioenleeftijd te overbruggen, blijft gelden. Er is dan sprake van een zogeheten ‘regeling voor vervroegde uittreding (RVU)’.
Eindheffing van 52%. Naast de belasting die de werknemer zelf over de ontslagvergoeding, waarmee hij de periode tot zijn pensionering kan overbruggen, moet betalen, moet u als werkgever hierover 52% belasting afdragen. Let op. Van een RVU is niet altijd sprake als u een (oudere) werknemer ontslaat en een ontslagvergoeding betaalt. Als er bijv. sprake is van niet-functioneren van de werknemer, dan is dat de reden dat u afscheid neemt en niet de wens de werknemer in staat te stellen om zonder te werken de periode tot zijn pensioen te overbruggen.
Versoepeling vanaf 2021
Vrijstelling. Omdat in de praktijk blijkt dat veel oudere werknemers moeite hebben om gezond te blijven doorwerken tot de ingangsdatum van hun AOW-uitkering, komt het kabinet werkgevers tegemoet. Er geldt vanaf 2021 geen RVU-eindheffing als u een werknemer in de 36 maanden voorafgaand aan de ingangsdatum van de AOW-uitkering maximaal € 1.767 bruto per maand betaalt. Per jaar betekent dit een vrijstelling van € 21.204.
Maandelijkse betaling. Een werknemer die bijv. per 1 januari 2024 AOW zal ontvangen, kunt u dus met ingang van 1 januari 2021 laten stoppen met werken en drie jaar lang € 1.767 per maand betalen zonder dat er sprake is van een RVU-eindheffing. Het bedrag van € 1.767 bruto per maand komt overeen met de netto AOW-uitkering en wordt aangepast als de AOW-uitkering wordt aangepast.
Eenmalige betaling. In plaats van een uitkering per maand mag u ook een eenmalige betaling aan de werknemer doen. Die is dan maximaal € 63.612 (36 x € 1.767). Let op. Over een grote eenmalige uitkering betaalt de werknemer mogelijk meer belasting, omdat deze daardoor in de hogere belastingschijf terechtkomt. Ook kan dit gevolgen hebben voor het recht op toeslagen.
Aandachtspunten
Tijdelijke regeling. De versoepeling van de RVU-regeling geldt voor een periode van vijf jaar, dus tot en met 2025. Daarna geldt er nog een uitloopperiode van drie jaar, zodat ook werknemers die in 2025 drie jaar voor de ingangsdatum van de AOW-uitkering zitten, nog kunnen profiteren van deze versoepeling.
Drempelvrijstelling. De vrijstelling die vanaf 2021 geldt, is een drempelvrijstelling. Dit betekent dat als u meer betaalt dan het genoemde bedrag, u alleen eindheffing hoeft te betalen over het meerdere. De eerste € 1.767 per maand is dus altijd zonder eindheffing.
Nog een wetswijziging
Verruiming verlofsparen. Vanaf 2021 geldt ook dat werknemers meer verlof mogen opsparen om eerder te kunnen stoppen met werken. Tot en met 2020 geldt dat er maximaal 50 weken verlof gespaard mag worden, vanaf 2021 wordt dit verruimd naar 100 weken. Een werknemer die hiervan optimaal gebruikmaakt, kan dus bijna twee jaar eerder stoppen met werken met behoud van loon.