KILOMETERADMINISTRATIE - 23.02.2021

‘Nobody’s perfect’, kleine foutjes in de rittenregistratie

Misverstanden Het is in de praktijk een hardnekkig misverstand dat men alleen met een rittenregistratie onder de bijtelling uit kan komen: er staat namelijk gewoon in de wet dat men ook ander tegenbewijs mag leveren. Misverstand twee is dat een rittenregistratie niet achteraf opgemaakt mag zijn. Mijn verweer is dan altijd heel flauw dat het vooraf opmaken van een rittenregistratie niet kan en dat het tijdens de rit opmaken van een rittenregistratie gevaarlijk is. Misverstand drie is dat een rittenregistratie altijd conform de voorschriften van de Belastingdienst moet zijn. Het is mooi wanneer dat zo is, maar een afwijking van de voorschriften maakt de rittenregistratie niet automatisch waardeloos. In deze zaak wijst de Groningse rechter (ecli:nl:rbnne:2020:4493) naar een vierde misverstand: een rittenregistratie is niet bedoeld om de kilometerstand te bewijzen, maar om het aantal privékilometers ‘te doen blijken’. Een onmiddellijk na afloop van de rit opgestelde rittenregistratie die perfect aansluit met APK en NAP-gegevens en die bovendien volstrekt conform het voorschrift van de Belastingdienst is opgesteld, is helemaal geweldig, maar dat is niet altijd het geval.

De rittenregistratie

In deze casus gaat het om een in Excel opgestelde rittenregistratie van een Peugeot 3008 die op een later tijdstip gecompromitteerd is geraakt, oftewel: waar later wat mee mis is gegaan. Daardoor is de oorspronkelijke registratie niet meer (helemaal) beschikbaar en besluit de berijder dit achteraf zo veel mogelijk te herstellen. Het gevolg is dat een en ander niet meer aansluit met de kilometerstanden die de FIOD van de diverse garagebedrijven heeft ontvangen. Bovendien zitten er een paar aansluitingsverschillen en verschrijvingen in. Kortom: het ziet eruit als de rittenregistratie van de gemiddelde klant. De inspecteur maakt het volgende overzicht:

Oncontroleerbaar Genoeg om het wantrouwen van de inspecteur te wekken. Bovendien vindt de inspecteur het buitengewoon vreemd dat de bestuurder, zijn echtgenote en hun twee meerderjarige kinderen (met rijbewijs) zo weinig privé zouden rijden in de Peugeot 3008 van de zaak. Waarom zou men privé gaan rijden in de twaalf jaar oude privé Peugeot 306 als men dat veel comfortabeler kan doen in de nieuwe auto van de zaak? Dit laatste is tijdens de zitting niet meer in geschil, maar de achteraf herstelde rittenregistratie blijft voor de inspecteur een probleem. Deze is niet controleerbaar: naar dezelfde bestemmingen worden verschillende afstanden gereden en deze verschillen bovendien per versie van de rittenregistratie, de registratie bevat doortelfouten, er staan andere ritten in de twee versies, enz. Kortom: dit is voor de inspecteur niet te controleren.

Het oordeel van de rechter

De Groningse rechter wijst de inspecteur terecht. Dat er afwijkingen in de rittenregistratie zitten, is logisch omdat het origineel deels verloren is gegaan. Daarbij draait de bewijslast om het aantal privékilometers en niet om de exacte kilometerstanden. De rechter bekijkt vervolgens elk belastingjaar op zich en maakt per jaar de hiernavolgende afweging.

1. Hoeveel marge zit er tussen het beweerde aantal privékilometers en het toegestane maximum van 500 privékilometers?
2. Wat is de aard van de fouten die in de herstelde rittenregistratie zitten?
3. Is de verklaring van de bestuurder voor die fouten aannemelijk en geloofwaardig?

De bestuurder redt hiermee de jaren 2014 en 2015. Over de andere jaren krijgt de inspecteur het gelijk aan zijn kant en blijft de bijtelling in stand.

bz-advies

Voor de praktijk is deze uitspraak een handig handvat om de kans van slagen voor klanten te beoordelen. Het hoeft dus niet perfect te zijn, die rittenregistratie, maar zorg wel voor een goede onderbouwing, zodat de imperfecties ook acceptabel blijven voor de inspecteur en de rechter.