De AOW-leeftijd en pensioenrichtleeftijd
De AOW-gerechtigde leeftijd en aanvangsleeftijd. In de Algemene Ouderdomswet (AOW) is een stapsgewijze verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd en aanvangsleeftijd vastgelegd. Wat heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid nu hierover bekendgemaakt? In de Algemene Ouderdomswet (art. 7 lid 2 AOW) staat dat vanaf 2026 de AOW-gerechtigde leeftijd en aanvangsleeftijd automatisch gekoppeld zijn aan de ontwikkeling van de levensverwachting. Hiervoor staat in de wet (AOW) dat een eventuele verdere verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd en aanvangsleeftijd jaarlijks wordt bepaald aan de hand van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd.
Levensverwachting. Deze verhoging op basis van de resterende levensverwachting wordt steeds vijf jaar van tevoren aangekondigd. Vorig jaar (2020) is de AOW-gerechtigde leeftijd 2026 vastgesteld op 67 jaar. Deze is in 2020 vastgesteld op 17 jaar voor de aanvangsleeftijd 2026. Inmiddels heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek haar raming van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd voor 2027 en 2033 bekendgemaakt. De nieuwe CBS-prognoses gaan uit van een gemiddeld resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd van 20,93 in 2027 en van 21,62 in 2033.
Wettelijke formule. De vaststelling van de AOW-gerechtigde leeftijd geschiedt nu via de wettelijke formule van artikel 7, lid 2 van de Algemene Ouderdomswet. Door deze wettelijke formule is er een opwaartse koppeling bij stijging van de resterende levensverwachting. Uit toepassing van de formule volgt dat de AOW-gerechtigde leeftijd en aanvangsleeftijd voor het kalenderjaar 2027 niet worden verhoogd. Deze blijven evenals 2026 vastgesteld op 67 jaar, respectievelijk 17 jaar.
Aanvragen. Uw cliënt moet zijn AOW aanvragen bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Het SVB stuurt een bericht (in de berichtenbox van uw cliënt) vanaf wanneer dit kan. Dit is circa vier maanden voor de AOW-gerechtigde leeftijd.
Pensioenrichtleeftijd. De pensioenrichtleeftijd is de rekenleeftijd die fiscaal bekeken uitgangspunt is voor de berekening van de jaarlijkse maximaal toegestane fiscale pensioenopbouw. Voor de pensioenrichtleeftijd geldt dat deze op een identieke manier is gekoppeld aan de levensverwachting. Op grond van artikel 18a, lid 8 van de Wet op de loonbelasting 1964 en de prognose van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd in 2033 blijft de pensioenrichtleeftijd ook in 2023 68 jaar (sinds 1 januari 2018 is deze gewijzigd van 67 naar 68 jaar).