ONTSLAGVERGOEDING - 28.02.2024

Ontslagvergoedingen in grensoverschrijdende situaties

De staatssecretaris van Financiën heeft in een besluit van 15 december 2023 (Stcrt. 2023, 31183) nadere uitleg gegeven ten aanzien van belastingheffing over ontslagvergoedingen in grensoverschrijdende situaties.

Ontslagvergoeding

Bij de vaststelling van een ontslagvergoeding voor een werknemer houdt de werkgever over het algemeen rekening met een veelheid van factoren. Zo spelen de leeftijd van de werknemer, de lengte van zijn dienstverband, de hoogte van zijn arbeidsbeloning, de mate van verwijtbaarheid van het ontslag aan de zijde van de werkgever, de resterende periode tot de aanvang van het pensioen, de hoogte van het pensioen, de mogelijkheid voor de betrokken werknemer een nieuwe baan te vinden, de gemiste arbeidsbeloning voor concrete werkzaamheden, en immateriële schade en kosten een rol. Het is dus niet zo dat een ontslagvergoeding geheel kan worden toegerekend aan de laatst verrichte werkzaamheden van de werknemer. Dit geeft onduidelijkheid over het antwoord op de vraag welk land het (gedeeltelijke) heffingsrecht heeft over de ontslagvergoeding in grensoverschrijdende situaties.

Vier-plus-methode

In 2004 heeft de Hoge Raad enkele arresten gewezen over dit onderwerp (ecli:nl:hr:2004:af7812 en ecli:nl:hr:2004:af7816) . Hierin is onder meer het volgende bepaald. Indien en voor zover de ontslagvergoeding niet betreft:

  • immateriële schade, die wegens onvoldoende verband met de dienstbetrekking niet belastbaar is; of
  • een beloning voor in concreto verrichte werkzaamheden of een vergoeding voor een gemiste arbeidsbeloning (‘normale’ verdragstoepassing),

moet de verdeling van de heffingsbevoegdheid worden verdeeld over de diverse werkstaten. Hierbij geeft de Hoge Raad de volgende richtlijn. Gekeken moet worden naar het jaar van ontslag en de vier daaraan voorafgaande jaren. De ontslagvergoeding moet dan evenredig aan deze periode worden toegerekend (de vier-plus-methode). Dit geldt niet indien en voor zover deze gedeelten van de ontslagvergoeding niet ten laste zijn gekomen van een werkgever die inwoner is van deze staten en niet ten laste van een vaste inrichting die of een vast middelpunt dat de werkgever in deze staten heeft.

OESO-commentaar Sinds 15 juli 2014 is in het OESO-commentaar een richtlijn opgenomen over de fiscale behandeling van ontslagvergoedingen. Hierin staat dat de ontslagvergoeding moet worden toegerekend overeenkomstig de volledige diensttijd waarop de vergoeding is gebaseerd. Indien de diensttijd niet volledig kan worden achterhaald of benaderd, wordt er teruggevallen op de laatste twaalf maanden van de dienstbetrekking.

Hoge Raad

Op 14 oktober 2022 heeft de Hoge Raad (ecli:nl:hr:2022:1436) geoordeeld over de toepassing van een richtlijn van de OESO. Hierin verduidelijkt de Hoge Raad dat verdragsposterieur OESO-commentaar alleen van belang kan zijn voor de uitleg van een belastingverdrag, wanneer dit niet verder gaat dan een precisering of verduidelijking van (het commentaar op) de verdragsbepaling. De richtlijn in het OESO-commentaar van 15 juli 2014 betreft een materiële wijziging ten opzichte van de eerdere situatie. Daarom geldt voor belastingverdragen die gesloten zijn voor 15 juli 2014 dat de vier-plus-methode’ van toepassing blijft, tenzij bij het verdrag bijv. een protocol of andere bepaling is opgenomen waarin de richtlijn uit het OESO-commentaar van toepassing wordt verklaard op het verdrag. Op belastingverdragen, gesloten na 15 juli 2014, is de richtlijn uit het OESO-commentaar van deze datum wel van toepassing.

Goedkeuring De staatssecretaris keurt in het hiervoor beschreven besluit goed dat wanneer dubbele belastingheffing ontstaat door toepassing van de vier-plus-methode en de richtlijn uit het OESO-commentaar, toch de richtlijn uit het OESO-commentaar wordt toegepast. Bij dubbele niet-heffing mag deze goedkeuring niet worden toegepast en kan een onderlinge overlegprocedure tussen de staten worden gestart.

bz-advies

Voor een juiste fiscale behandeling van een ontslagvergoeding in grensoverschrijdende situaties is in beginsel van belang of het belastingverdrag is gesloten voor of na 15 juli 2014.

De richtlijn voor de fiscale behandeling van ontslagvergoedingen uit het OESO-commentaar van 15 juli 2014 is in beginsel alleen van toepassing op belastingverdragen die na deze datum zijn gesloten. Op belastingverdragen van voor deze datum blijft de vier-plus-methode van toepassing.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01