Laat fiscus meebetalen aan uw vakkennis

Waarom zelfstandige én werknemer? Met name in de medische wereld komen steeds meer BV’s en DGA’s voor, zoals bij fysiotherapeuten en tandartsen. En uiteraard bij medisch specialisten.

Fiscale diagnose. Bij de kosten van scholing is een aantal aspecten fiscaal van belang.

Om te beginnen is er het verschil tussen een ‘zelfstandig ondernemer’ en een ‘werknemer’ (in loondienst). Daarnaast is van belang of de studie bedoeld is om de vakkennis op peil te houden of om nieuwe activiteiten te kunnen ontwikkelen.

Verder is van belang wat we onder ‘studiekosten’ kunnen verstaan. Dat u daar anders over kunt denken dan de belastinginspecteur, was ook de ervaring van een gynaecoloog, die zijn conflict onlangs voor de rechter bracht (LJN: BL3766). Wat speelde er?

Gynaecoloog onder handen genomen

Specialist in loondienst. De gynaecoloog was in loondienst bij een ziekenhuis. Hij voldeed niet geheel aan de eisen voor herregistratie (BIG). Dit kon hij compenseren door het volgen van bijscholing en wetenschappelijke congressen. De gynaecoloog vond dit een mooie reden om deze kosten aan te merken als ‘scholingskosten’. Voor werknemers zijn dergelijke kosten echter alleen dan als scholingskosten aan te merken, als hierdoor nieuwe activiteiten kunnen worden ontplooid of nieuwe klanten geworven.

De rechter ging hier echter niet met deze insteek mee en schrapte de aftrek. Omdat voor werknemers de aftrek van studiekosten als beroepskosten al vele jaren tot het verleden behoort, betekende dit dat hij de kosten zelf moest dragen.

(Para)medicus als zelfstandige?

Bent u zelfstandig ondernemer, dan is het evenzeer van belang of de kosten als ‘ondernemingskosten’ of als ‘studiekosten’ zijn aan te merken. De aftrek van studiekosten kent namelijk een drempel van € 500,- en een maximum van € 15.000,-. Dit betekent dat u alle kosten mag aftrekken tot genoemd maximum, op € 500,- na.

Kennis op peil houden. Voor ondernemingskosten gelden bovengenoemde beperkingen niet. Daarom is het van belang dat u aan kunt tonen dat de gevolgde scholing bedoeld was om uw kennis op peil te houden. Houd dit in uw achterhoofd als u bijvoorbeeld voor de vraag staat waar u de kosten van een congres onder moet brengen.

Het antwoord op dergelijke vragen is daarnaast van belang voor het urencriterium. U heeft namelijk pas recht op een aantal ondernemersfaciliteiten als u minstens 1.225 uur in uw praktijk werkt. Studie-uren voor het op peil houden van uw vakkennis tellen hierbij wel mee, het uitbreiden van deze kennis weer niet.

Wat zijn ‘studiekosten’?

Het is ook nog van belang wat de fiscus precies onder ‘studiekosten’ verstaat. Een vereiste is dat de uitgaven een rechtstreeks verband hebben met de studie. Denk bijvoorbeeld aan lesgelden en leerboeken. Dit betekent dus ook dat niet automatisch alle vakliteratuur is aan te merken als studiekosten. Het boek moet namelijk wel betrekking hebben op de studie.

Zelfstandige praktijkhouders hebben minder last van dit probleem. Is het boek niet aftrekbaar als studiekosten, dan wél als als vakliteratuur.