PRIVÉ - 30.05.2011

Spaargeld kind een ‘sta in de weg’ voor aftrek?

Voorwaarden aftrekpost

Welke ouders? In de praktijk is de aftrekpost voor de kosten van levensonderhoud van kinderen vaak van belang voor de ouder die na een echtscheiding alimentatie betaalt voor het bij de andere ouder verblijvend kind en voor de alleenstaande ouder.

Welke kinderen? Het gaat om een (studerend) kind jonger dan 30 jaar voor wie u geen recht heeft op kinderbijslag en die zelf geen recht op studiefinanciering heeft.

Mate van onderhoud. U heeft pas recht op aftrek als u het kind in belangrijke mate onderhoudt. De aftrek bedraagt een vast - forfaitair - bedrag, dat per kwartaal wordt berekend.

Op http://eenmanszaak.indicator.nl vindt u een tabel waarin u kunt zien hoe de aftrekpost wordt berekend (TE 01.15.07).

Let op. Het kind moet ‘behoeftig’ zijn. Daarvan is geen sprake als het over voldoende inkomen en/of vermogen beschikt.

Wat is ‘behoeftig’?

Daarover spraken het Hof Amsterdam en de Rechtbank Den Haag zich in 2010 uit.

Student had eigen vermogen. In een zaak voor het Hof Amsterdam claimde een moeder voor haar 21-jarige zoon voor het derde en vierde kwartaal van het jaar 2005 aftrek voor kosten van levensonderhoud. De zoon had in die kwartalen geen eigen inkomsten en de vrouw had ten minste € 386,- per kwartaal voor de zoon uitgegeven. Het Hof stond de aftrek aan de vrouw toe.

Hier deed niet aan af dat de zoon een bankrekening had met een begin- en eindsaldo in 2005 van ruim € 15.000,-.

Het saldo was niet heel gering, aldus het Hof, maar van de vrouw kon niet worden verwacht dat zij van haar inwonende zoon verlangde dat hij voor zijn levensonderhoud inteerde op dit door hem vanaf zeer jonge leeftijd bij elkaar gespaarde vermogen en dit vermogen niet intact hield om daaruit in de toekomst grotere uitgaven te kunnen doen (LJN: BO9129).

Tot een vergelijkbaar oordeel kwam de Hoge Raad in 2009 over een vader die een dochter met een eigen vermogen van € 18.000,- had ondersteund (LJN: BG9081).

Te veel eigen vermogen. Tot een ander oordeel kwam de Rechtbank Den Haag voor een vader die in 2007 ruim € 8.000,- uitgaven levensonderhoud in aftrek had gebracht. Zijn studerende zoon had ook geen eigen inkomsten, maar wel een groter eigen vermogen. Begin 2007 was het € 87.000,-; opgebouwd uit een vordering op zijn vader en een banktegoed van € 37.000,-. Eind 2007 was het vermogen € 93.000,- en was het banktegoed opgelopen tot € 43.000,-.

De Rechtbank oordeelde dat het vermogen van de zoon dusdanig omvangrijk was dat hij in zijn eigen onderhoud had kunnen voorzien.

De stelling van vader dat de zoon een vermogen van om en nabij de € 90.000,- in stand moest houden om zich na zijn afstuderen vrij in de maatschappij te kunnen vestigen, vond bij de Rechtbank geen gehoor (LJN: BN3746).

Aftrek straks beperkt?

Het kabinet Rutte heeft aangekondigd dat het aftrek voor levensonderhoud wil beperken tot kinderen tot 21 jaar.