SCHENKINGEN - 19.06.2019

Pas op met (oude) schenkingen op papier

De wijzigingen in de Successiewet 1956 sinds 2010 pakken niet altijd goed uit. Zo is de renteverschuldigdheid over een schenking op papier een heikel punt. In dit artikel twee voorbeelden uit de praktijk. Wat is er nu belangrijk om te weten en te regelen?

Notariële akte? Sinds 2003 kent het schenkingsrecht geen algemeen vormvereiste meer voor schenkingen. Een uitzondering geldt voor de schenking ter zake des doods. Op grond van art. 7:177 BW lid 1 vervalt dit soort schenking met het overlijden van de schenker, tenzij de schenking door de schenker persoonlijk is aangegaan en van de schenking een notariële akte is opgemaakt. Een schenking onder schuldigerkenning is, vanwege de opeisbaarheid bij overlijden, een schenking ter zake des doods en dient daarom bij notariële akte te worden opgemaakt. Hierin wordt ook een renteafspraak vastgelegd.

6% rente of alles toch belast

Als de schenker geen zakelijke rente heeft vergoed over de schuld, dan heeft deze gedurende zijn leven het genot gehad van het schuldig erkende bedrag. Daarom is bij zijn overlijden art. 10 SW van toepassing. Sinds 1 januari 2010 dient deze rente 6% te zijn (art. 10 SW lid 3 c.q. art. 21 SW lid 13) . Dit percentage volstaat ook als een zakelijke rente hoger zou zijn. Indien er echter een lagere rente wordt vergoed dan 6%, zal art. 10 SW voor de gehele schuldigerkenning van toepassing zijn. Dit betekent dat het bedrag van de schenking in het geheel bij de nalatenschap wordt geteld en belast zal zijn met erfbelasting. Wel komt de reeds betaalde schenkbelasting, vermeerderd met een enkelvoudige rente van 6% per jaar, in aftrek.

Schuldigerkenning voor 2010

Voor schenkingen onder schuldigerkenning van voor 2010 geldt er overgangsrecht. Indien in die overeenkomsten een rente lager dan 6% is vastgesteld, wordt deze gerespecteerd, mits men ten tijde van de overeenkomst in redelijkheid mocht aannemen dat de afgesproken rente zakelijk was. Wanneer na 2010 een overeengekomen rentevastperiode afloopt of de rente wordt gewijzigd, dient men daarna wel 6% te voldoen om aan art. 10 SW te ontkomen.

Rente jaarlijks te voldoen

De rente dient jaarlijks feitelijk te worden voldaan, anders is wederom art. 10 SW van toepassing. Ook als de rente bij de hoofdsom wordt bijgeschreven speelt art. 10 SW. Het leed is dan alleen maar groter. Deze regelgeving is te lezen in het besluit van de staatssecretaris van 18.10.2016 (BLKB2016/130M) .

Voorbeeld 1.Vader en moeder doen op 1 juli 2003 een schenking op papier van € 100.000 aan hun kind, met ook het beding: “Van de schuldig erkende bedragen wordt, te rekenen vanaf heden, aan de begiftigden 5% rente per jaar betaald, verschijnende jaarlijks op 31 december, voor het eerst op 31 december 2003 over het alsdan verstreken tijdvak. Partijen zullen jaarlijks, voor het eerst in het kalenderjaar volgende op het thans komende kalenderjaar, de rente voor het betreffende kalenderjaar vaststellen, daarbij rekening houdende met de marktrente en de tussen partijen bestaande relatie.” Sinds die tijd is er jaarlijks in december een bedrag van € 5.000 betaald aan het kind. Op 1 januari 2019 overlijden beide ouders door een ongeluk. Het kind is enig erfgenaam. De nalatenschap bedraagt € 300.000.

Uitwerking. Omdat in de overeenkomst is bepaald dat de rente jaarlijks kan worden aangepast, had vanaf 2010 een rente van 6% betaald moeten zijn. Dit is niet gebeurd. Daarom zal de gehele schenking bij de nalatenschap worden opgeteld. De nalatenschap bedraagt € 400.000. Hierdoor is de verschuldigde erfbelasting € 20.000 hoger. Hierop mag de eerder verschuldigde schenkbelasting, vermeerderd met 6% per jaar, nog in mindering komen. In 2003 was er een bedrag van € 20.711 vrijgesteld. De belasting over € 79.289 bedroeg volgens het toen geldende tarief ca. € 7.180. In aftrek komt € 7.180 plus € 6.677 (15,5 x € 430,80). De meer verschuldigde erfbelasting bedraagt € 20.000 -/- € 7.180 -/- € 6.677 = € 6.143.

Voorbeeld 2.Vader en moeder doen op 1 juli 2010 een schenking op papier van € 100.000 aan hun kind. De rente is 6% per jaar. Deze is tot 01.01.2018 keurig jaarlijks betaald. Maar omdat de ouders het geld niet meer kunnen missen, hebben ze in 2018 slechts € 3.000 betaald. Op 1 januari 2019 overlijden beide ouders door een ongeluk. Het kind is enig erfgenaam. De nalatenschap bedraagt € 300.000.

Uitwerking. Als men één verstreken rentetermijn is ‘vergeten’ te betalen, is art. 10 SW voor het geheel van toepassing. Wel mag de schuldenaar de achterstallige betalingen inhalen. Om te voorkomen dat art. 10 SW van toepassing wordt, dient men de achterstallige betalingen inclusief een samengestelde rente van 6% alsnog te voldoen en uiteraard wel eerder dan 180 dagen voor het overlijden. Voor bestaande gevallen van voor 2010 mag voor de verhoging van samengestelde rente worden uitgegaan van de overeengekomen zakelijke rente (mits deze niet op grond van de overeenkomst aangepast kon worden). De laatste lopende termijn mag na het overlijden worden betaald of verrekend voor zover de rentetermijn maximaal een jaar is. Dat is in deze casus dus een escapemogelijkheid.

Wordt de achterstallige rente niet betaald, dan is de extra verschuldigde erfbelasting wederom € 20.000 minus de met rente vermeerderde eerdere schenkbelasting. In 2010 was € 24.000 vrijgesteld. De belasting over € 76.000 bedroeg € 7.600. In aftrek komt € 7.600 plus 8,5 x € 456 = € 3.876. Uiteindelijk is de meer verschuldigde erfbelasting dus € 20.000 -/- € 7.600 -/- € 3.876 = € 8.524.

In dit voorbeeld is het beter om de achterstallige rente alsnog te betalen. Verschuldigd is dan € 3.000 x 1,06 = € 3.180. Met dit bedrag wordt de extra belasting van € 8.524 voorkomen.

Wanneer er in het verleden een schenking op papier is gedaan, zorg dan dat de voorwaarden uit de overeenkomst ook worden nageleefd. Als de rente opnieuw kon worden vastgesteld, dan is sinds 2010 een rente van 6% noodzakelijk om onder art. 10 SW uit te komen. Ook is daadwerkelijke betaling van de volledige rente noodzakelijk.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01