Laatste btw-aangifte 2023
Onttrekkingen voor eigen verbruik
De Belastingdienst publiceert ieder jaar normbedragen voor het privégedeelte van de kosten van energie en water en van het eigen gebruik van agrarische producten. Voor het privégebruik van energie en water en gebruik van agrarische producten moet in de laatste btw-aangifte over 2023 een btw-correctie worden gemaakt. In de onlangs gepubliceerde Landelijke Landbouwnormen 2023 staat welke prijs (exclusief btw) er per product gehanteerd moet worden en waarover aan het einde van het boekjaar de btw-correctie moet worden berekend. Deze bedragen gelden ook voor MKB-ondernemers. Geef de btw-correctie aan bij vraag 1d.
Privégebruik auto
Voor het privégebruik van een auto van de zaak is btw verschuldigd. Bij het ontbreken van een sluitende kilometeradministratie en bij het ontbreken van een zakelijke vergoeding wordt de verschuldigde btw forfaitair gesteld op 2,7% van de cataloguswaarde van de auto (inclusief btw en bpm). Indien er bij de aanschaf van de auto geen btw in aftrek is gebracht - bijv. omdat de auto onder de margeregeling is gekocht of vanuit het privévermogen in de onderneming is ingebracht - geldt er een forfaitaire bijtelling van 1,5%. Het forfait van 1,5% is ook van toepassing op auto’s die de ondernemer of werkgever nog in gebruik heeft na afloop van het vierde jaar, volgend op het jaar waarin hij de auto is gaan gebruiken. Als er een kilometeradministratie is bijgehouden (en er is btw bij aankoop van de auto in aftrek gebracht), dan wordt de correctie voor de btw vanwege het privégebruik gesteld op de uitkomst van de hiernavolgende som. 21% x (privékilometers / totale kilometers) x gemaakte uitgaven (1/5e deel van het aankoopbedrag exclusief btw en bpm in de eerste vijf jaar) + gebruiks- en onderhoudskosten exclusief btw .Geef de correcties voor de auto aan bij vraag 1d van de btw-aangifte. Indien er een eigen bijdrage wordt betaald voor het privégebruik van de auto, dan moet 21/121e deel van deze eigen bijdrage worden aangegeven bij vraag 1a.
aandachtspunten
- Indien een auto voor een dga privévermogen is en de kosten van onderhoud en gebruik ten laste van privé komen terwijl de dga € 0,21 per kilometer vergoed krijgt, kan er geen btw-aftrek in de BV plaatsvinden en hoeft er geen correctie btw privégebruik auto te worden gemaakt.
- De ondernemer, niet zijnde een dga, voor wie de auto privévermogen is, kan de btw op kosten van onderhoud en gebruik terugvragen. Aan het einde van het jaar moet dan een btw-correctie worden gemaakt indien er sprake is van privégebruik.
- Woon-werkverkeer is voor de btw privégebruik. Als het woon-werkverkeer het enige privégebruik is van de auto, is een sluitende kilometeradministratie niet nodig. Goedgekeurd is dat er mag worden uitgegaan van een vast aantal van 214 werkdagen per jaar. De Hoge Raad (ecli:nl:hr:2023:1094) heeft onlangs geoordeeld dat woon-werkverkeer altijd privégebruik vormt, ook wanneer werknemers veel thuiswerken en de auto af en toe gebruiken om naar de vaste werkplek (vaak het kantoor) te rijden.
- Wat een normale eigen bijdrage is voor het privégebruik van een auto is niet eenvoudig vast te stellen. Ons standpunt is dat de normale waarde van het privégebruik van de auto gesteld kan worden op 2,7% (of 1,5% bij auto’s ouder dan vijf jaar) van de cataloguswaarde (inclusief btw en bpm). Stel dat de cataloguswaarde van een auto van drie jaar oud € 50.000 is en er op jaarbasis een eigen bijdrage wordt betaald van € 1.800. Op jaarbasis is € 312 (21/121e x € 1.800) btw verschuldigd.
- Anders dan voor de IB/LH bestaat voor de btw geen bijzondere regeling voor elektrische auto’s en auto’s die ouder zijn dan 15 jaar.
- De correctie btw privégebruik auto moet niet mee worden genomen in de BUA-berekening. Het privégebruik van een zakelijke fiets moet wel worden meegenomen in de BUA-berekening.
Verstrekkingen aan relaties en personeel
Zijn er in 2023 verstrekkingen met een privékarakter gedaan aan relaties en personeel, let dan op toepassing van de BUA (Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting). Wanneer de verstrekkingen per persoon op jaarbasis een waarde van meer dan € 227 exclusief btw hebben, dan moet de btw die hierop in aftrek is gebracht in 2023 in de laatste btw-aangifte van 2023 worden gecorrigeerd. Houd in de administratie altijd een berekening voor de BUA bij. De te corrigeren btw moet worden aangegeven bij vraag 5b van de btw-aangifte. Er zijn ook kosten die primair in het belang van de onderneming worden gemaakt en waarbij het persoonlijk voordeel voor de werknemers, als daar al sprake van is, van onderschikt belang is. Voor deze kosten maakt het BUA een uitzondering en is een correctie niet aan de orde.
Hoogte van de BUA-correctie Als een ondernemer of werkgever een vergoeding in rekening brengt, moet deze de btw uit deze eigen bijdrage op aangifte voldoen. Als de vergoeding hoger is dan of gelijk is aan de kosten van het privégebruik, hoeft voor deze verstrekking geen BUA-correctie meer te worden gemaakt. Als de vergoeding lager is, wordt de BUA-correctie berekend over het verschil tussen de kosten en de nettovergoeding. Ook als de werknemersbijdrage bestaat uit de opoffering van vakantie- of adv-dagen, moet de werkgever btw uit deze vergoeding op aangifte voldoen.
De waarde van de bevoordeling (het loon in natura/andere verstrekking) wordt dan gesteld op de kostprijs van de verstrekking. Als er kosten zijn gemaakt voor prestaties die deels een zakelijk karakter en deels een privékarakter hebben, wordt de BUA-correctie naar rato toegepast. De aan het personeel ter beschikking gestelde mobiele telefoon wordt bijv. slechts naar rato van het privégebruik als loon in natura aangemerkt. Alleen op dit gedeelte van de dienst is een BUA-correctie nodig. In voorkomende gevallen is het mogelijk hierover afspraken met de Belastingdienst te maken.
Verstrekking vouchers aan personeel Op grond van een uitspraak van het Europees Hof van Justitie kan worden afgeleid dat wanneer een ondernemer een voucher verstrekt aan zijn personeel en dit doet om het personeel te motiveren om de productiviteit en winstgevendheid te stimuleren, de aftrek van btw op de kosten niet kan worden beperkt op grond van het BUA (ecli:eu:c:2022:884) . Daarnaast hoeft de verstrekking van vouchers voor meervoudig gebruik (vouchers waarvan tijdens uitgifte van de bon nog niet bekend is hoeveel btw er uiteindelijk betaald moet worden) niet meegenomen te worden bij de berekening of het grensbedrag van € 227 (exclusief btw) wordt overschreden. Over de verkoop en doorverkoop van een voucher voor meervoudig gebruik is immers geen btw verschuldigd; dit zijn onbelastbare handelingen. Er treedt pas btw-heffing op wanneer op een later moment de voucher wordt ingewisseld voor een goed of dienst.
Uitsluiting van aftrek btw te voorkomen? Het kan een substantiële besparing opleveren als het mogelijk is om per medewerker onder het grensbedrag van € 227 (exclusief btw) te blijven. Er bestaan verschillende mogelijkheden om de BUA-correctie te optimaliseren. Door het bedrag van een eigen bijdrage verlaagt de waarde van de verstrekking voor het berekenen van de € 227-grens. Zo leidt een bevoordeling met een totale waarde van € 250, waarbij de werknemer een eigen bijdrage van € 25 betaalt, niet tot een BUA-correctie. De Belastingdienst heeft deze handelswijze toegestaan, maar heeft inmiddels opgemerkt dat dit in strijd is met de bepalingen in het besluit. Vanaf 2024 is deze werkwijze daarom niet meer mogelijk (stcrt. 2023 28124) . Vanaf 1 januari mag een btw-ondernemer, bij de berekening of het BUA-drempelbedrag wordt overschreden, de eigen bijdrage niet meer aftrekken van de uitgaven. Het totaal van de uitgaven moet dan worden getoetst aan het drempelbedrag.
(Pre-) pro-rataherrekening en herziening
Wanneer een ondernemer zowel vrijgestelde prestaties als btw-belaste prestaties verricht, moet er een omzetverhouding worden vastgesteld. Voor het deel belaste prestaties bestaat er recht op aftrek van btw. Hierbij kan de verhouding worden gehanteerd die gebaseerd is op het pro-ratapercentage.
Herziening Als een ondernemer in het verleden roerende of onroerende zaken heeft aangeschaft en de btw ter zake van deze aanschaf volledig of gedeeltelijk in aftrek heeft gebracht, dan moet de btw bij gewijzigd gebruik van dat goed herzien worden. Deze herziening moet worden aangegeven in de laatste btw-aangifte van het boekjaar en kan leiden tot een teruggaaf van of juist een betaling aan de Belastingdienst. De herzieningstermijn voor vastgoed loopt tien jaar, voor roerende zaken is dat vijf jaar. De btw-correctie in verband met herrekening en herziening moet worden aangegeven in de btw-aangifte bij vraag 5b.