FISCOTIP - 08.09.2005

Levensloopregeling en pensioen DGA

De levensloopregeling die hoogstwaarschijnlijk per 1 januari 2006 in werking treedt, kan door de directeur-grootaandeelhouder worden benut om zijn pen-sioen te optimaliseren en (fors) belasting te besparen.

Levensloopregeling

Met de levensloopregeling kunnen werknemers sparen voor toekomstig verlof door een spaarpremie ten laste van het loon te laten ko­men.

Ook voor DGA. Omdat de directeur-grootaandeelhouder (DGA) werknemer is, mag hij ook meedoen met de levensloopregeling. Let op. De spaarpremie moet wel daadwerkelijk worden gestort bij een bank of een andere toegelaten instelling.Per jaar mag 12% van het loon worden gespaard totdat een maximum van 210% is bereikt. De toetsing daarvan vindt plaats op basis van het jaarloon van het voorafgaande jaar.

DGA’s tussen 51 en 55 jaar. Deze categorie DGA’s mogen extra (snel) doteren aan de levensloopregeling. Wel geldt ook voor hen dat maximaal 210% van het loon kan worden gespaard.

Stel dat een DGA 52 jaar is, dan kan hij tot zijn 56e jaar 52,5% per jaar sparen (25% x 210%). Hij zou zelfs kunnen besluiten om eerst zijn salaris te verhogen en wel zodanig dat hij na betaling aan de levensloopregeling weer op zijn ‘oude’ brutosalaris uitkomt. Let op. Uiteraard moet de B.V. dan wel liquiditeiten hebben om de premie af te storten.

Pensioen optimaliseren

Door een zogenaamde ‘backservicelast’ te creëren, kunnen de fiscale lasten in de B.V. naar voren worden gehaald. Deze last ontstaat bij verhoging van de pensioengrondslag.

Verhogen salaris. Door het salaris te verhogen met de maximale premie voor de levensloopregeling, kan de pensioengrondslag in principe worden verhoogd zonder dat de DGA daar in privé voor wordt belast. Deze taxplanning zal met name een rol spelen bij DGA’s van 51 jaar of ouder, die de leeftijd van 56 jaar nog niet hebben bereikt.

Let op. Salarisverhogingen kunnen niet onbeperkt worden doorgevoerd. De fiscus zal al te hoge salarisstijgingen kunnen bestrijden met behulp van de zakelijkheidstoets.

Inkoop van dienstjaren. Bij inkoop van dienstjaren wordt pensioen toegezegd over bij vroegere werkgevers doorgebrachte diensttijd. Het reeds verdiende pensioen wordt daarbij ingebouwd. DGA’s kunnen alleen dienstjaren inkopen voorzover die vóór 8 juli 1994 liggen.

Hoewel de inkoop van dienstjaren in principe een forse backservicelast tot gevolg heeft, accepteert de fiscus in beginsel niet dat deze last in één keer door de B.V. wordt genomen. Wel wordt goedgekeurd om de last geleidelijk te nemen, op basis van de zogeheten ‘één-op-één inkoop’.

Aanwending levensloopsaldo. De fiscale zakelijkheidsdiscussie met de fiscus over de inkoop van dienstjaren kan worden vermeden door af te spreken dat de DGA een forse eigen bijdrage levert aan de inkoop van dienstjaren gelegen vóór 8 juli 1994.

Tip. De crux is hier dat hij daarvoor gebruik mag maken van het levensloopsaldo. Dat saldo mag namelijk worden omgezet in ouderdomspensioen. Concreet komt het er dan op neer dat het levensloopsaldo bij de bank (of andere instelling) wordt ‘gedeblokkeerd’ en overgemaakt naar de B.V.

De B.V. krijgt daardoor - weer - de beschikking over liquiditeiten die ze in de jaren daarvoor aan de levensloopregeling heeft betaald. Uiteraard mag deze deblokkering er niet toe leiden dat het pensioen bovenmatig wordt.

Tijdig actie ondernemen. Door dit tijdig bij uw pensioenadviseur aan te kaarten, kunt u volgend jaar al van deze fiscotip profiteren.

Door een combinatie van salarisverhoging en levensloopregeling haalt u fiscale lasten in de B.V. naar voren. Door inkoop van dienstjaren kan het levensloopsaldo weer naar de B.V. worden teruggehaald.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01