Plezierige vruchten vruchtgebruik
De Hoge Raad heeft onlangs een interessante uitspraak gedaan over de waardering van de echtelijke woning ingeval de langstlevende partner in deze woning woont en blijft wonen. Wat speelt er?
Zodra iemand komt te overlijden, moet er successierecht worden betaald over de waarde van de nalatenschap. In veel gevallen behoort een eigen woning tot de nalatenschap. Over de waardering van de eigen woning heeft de Hoge Raad onlangs een interessante uitspraak gedaan.
In 2002 kwam een man te overlijden, die tot aan zijn overlijden in een gezamenlijke woning met zijn echtgenote leefde. Hij kende bij testament de woning geheel toe aan zijn echtgenote, onder de voorwaarde dat zij het kindsdeel aan de kinderen in contanten zou uitbetalen.
Standpunt inspecteur
De inspecteur stelde dat de woning gewaardeerd moest worden tegen de waarde in het economisch verkeer (vrij opleverbare staat) en legde een aanslag successierecht op. De erfgenamen stelden dat de woning minder waard was omdat de echtgenote van de man nog in de woning woonde.
Standpunt rechter
De Hoge Raad oordeelde dat een woning moet worden gewaardeerd tegen de vrij opleverbare waarde, tenzij er op het moment van overlijden een recht op de woning rust dat de verkoopwaarde bij verkoop aan een derde drukt. De Hoge Raad noemde daarbij het recht van vruchtgebruik, het recht van bewoning en het huurrecht bij name.
Omdat de erfgenamen in deze zaak dit niet goed hadden geregeld, was het gelijk aan de fiscus.
Commentaar
Let op. Op 1 januari 2006 is in de wet opgenomen dat er een huurcontract aanwezig moet zijn om de waarde van de echtelijke woning te drukken.
Zorg voor juiste formaliteiten. Het is dus zaak om het een en ander tijdig op de juiste wijze te regelen. Laat een huurcontract opstellen tussen uzelf en uw partner enerzijds en uw kinderen anderzijds. Bij het overlijden van u of uw partner kan de langstlevende dan in de woning blijven wonen, terwijl het huurcontract ervoor zorgt dat er een waardedrukkende factor op de woning rust. De woning wordt dan dus voor het successierecht lager gewaardeerd, waardoor er belasting wordt bespaard. Het feit dat de langstlevende ouder al in de woning woonde en erin blijft wonen, doet daar niets aan af.
Let op. Het is hierbij wel van belang dat de woning op het moment van overlijden overgaat naar de kinderen. Dit kunt u regelen in een vruchtgebruiktestament. De wet schrijft echter een huurcontract voor.
Het huurcontract moet de bepaling bevatten dat het contract pas in werking treedt als een van de huidige bewoners overlijdt en de kinderen de woning erfrechtelijk verkrijgen.
Ook is het mogelijk om bepalingen op te nemen die het de kinderen onmogelijk maken om het huurcontract eenzijdig op te zeggen. Dit voorkomt dat de langstlevende ouder op straat kan worden gezet.
Tip. Indien daarnaast overeengekomen wordt dat de huurprijs schuldig wordt gebleven, kan dit bij het overlijden van de langstlevende ouder opnieuw successierecht besparen.
U kunt de besproken uitspraak downloaden van http://belastingen.indicator.nl (BT 12.08.06).