WOZ - 26.10.2010

Drukt voorkeursrecht gemeente WOZ-waarde?

Jaarlijks wordt door de gemeente de WOZ-waarde van woningen en overige onroerende zaken vastgesteld. Als er een waardedrukkende factor is, dan moet hiermee voor de WOZ-waarde rekening gehouden worden. Wat is nu beslist?

Wet voorkeursrecht gemeenten. Op grond van de Wet voorkeursrecht gemeenten kan een gemeente een voorkeursrecht op onroerende zaken vestigen. Als een gemeente een voorkeursrecht van koop vestigt, is een eigenaar niet meer vrij aan wie hij de woning kan verkopen. Op het moment dat een eigenaar de woning wil verkopen, moet hij deze eerst aan de gemeente te koop aanbieden. De gemeente heeft vervolgens het eerste recht van koop. Een gemeente kan een voorkeursrecht tot koop op een woning vestigen om te voorkomen dat er met grond en woningen wordt gespeculeerd. Het is de vraag in hoeverre het vestigen van een voorkeursrecht een dusdanige beperking oplevert, dat dit leidt tot een waardevermindering van een woning. Laatst was hier een rechtszaak over.

Wat was het geval? Een eigenaar was van mening dat de waarde van zijn woning daalde door het feit dat er een voorkeursrecht door de gemeente was gevestigd op deze woning. Daardoor kon hij de woning immers niet meer op de vrije markt verkopen, maar was hij verplicht om de woning aan te bieden aan de gemeente. Deze beperking leidde volgens zijn mening tot een lagere waarde.

Standpunt gemeente. Met deze waardedruk werd bij het vaststellen van de WOZ-waarde geen rekening gehouden.

Standpunt rechter

Hoge Raad. De Hoge Raad oordeelde dat het juist is dat bij de waardebepaling geen rekening dient te worden gehouden met de werking van het voorkeursrecht.

De Wet voorkeursrecht gemeenten bevat immers een regeling die waarborgt dat de verkoper bij uitoefening van dat recht door de gemeente de werkelijke waarde van het object vergoed krijgt. Er is dus geen sprake van een waardedrukkende factor bij het bepalen van de WOZ-waarde.

Commentaar

WOZ-waarde. Jaarlijks wordt door de gemeente de WOZ-waarde van woningen en overige onroerende zaken vastgesteld. In de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) is bepaald dat de waarde wordt vastgesteld in vrije staat.

Dit is de prijs die bij het te koop aanbieden van de onroerende zaak, onder de meest gunstige omstandigheden betaald zou worden door de meestbiedende koper.

Het is uiteraard steeds van belang om te beoordelen in hoeverre de vastgestelde WOZ-waarde juist is vastgesteld. De WOZ-waarde is namelijk niet alleen van belang voor de bepaling van de hoogte van de onroerendezaakbelastingen.

De WOZ-waarde wordt immers ook gehanteerd om de huurwaarde van een woning te berekenen. Verder wordt de WOZ-waarde aangehouden om een woning in een nalatenschap te waarderen in verband met het bepalen van de hoogte van de erfbelasting.

Voorbeelden van omstandigheden die een waardedruk voor de WOZ kunnen geven zijn: een slechte ligging van de woning of omstandigheden in de buurt van woning die overlast geven.

U kunt de besproken uitspraak downloaden van http://belastingen.indicator.nl (BT 15.17.06).

Bron

Hoge Raad, 10 september 2010, nr. 09/03346

De Hoge Raad heeft nu beslist dat bij de WOZ-waardebepaling geen rekening hoeft te worden gehouden met een op een onroerende zaak gevestigd gemeentelijk voorkeursrecht. Met bijv. een slechte ligging van de woning of omstandigheden in de buurt van de woning die overlast geven, wel.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01