Opslag vaste mest op kopakker, wat nu?
Wilt u vaste mest opslaan op de kopakker? Dat kan, maar u moet wel rekening houden met enkele regels. Hoe zijn deze regels nu mede afhankelijk van de grootte van de mestopslag en de tijdsduur van de opslag van vaste mest?
Als u op uw bedrijf mest wilt opslaan op de kopakker, dan zult u of een melding moeten doen in het kader van het Besluit landbouw milieubeheer (AMvB), of u heeft te maken met de regels uit de Algemene Plaatselijke Verordeningen (APV). Alleen in een situatie dat u meer dan 600 m3 vaste mest wilt opslaan, kunt u te maken krijgen met een milieuvergunning. Dit zal echter op de kopakker in de meeste gevallen geen praktijk zijn.
Wanneer moet u een melding doen?
Als de opslag van vaste mest op de kopakker onder het Besluit landbouw milieubeheer valt moet u bij de gemeente een melding doen. Dit is aan de orde wanneer de vaste mest langer dan 6 maanden op de kopakker ligt. De mestopslag wordt dan als een zelfstandige inrichting gezien.
Let op. Ook wanneer u regelmatig een kortere periode mest opslaat, kan een melding worden vereist. Tevens kan dit aan de orde zijn wanneer u jaarlijks gedurende een kortere periode op dezelfde locatie de mest opslaat.
Het bovenstaande geldt niet bij een opslag van een geringe hoeveelheid van 10 m3.
De melding moet 4 weken voordat de mest wordt aangevoerd bij de gemeente worden gedaan.
Regels voor mestopslag
Als uw mestopslag valt onder het Besluit landbouw milieubeheer, dan moet u aan de regels voldoen die daarin staan. Lees verder!
Geuroverlast. De opslag van vaste mest moet een minimale afstand hebben ten opzichte van de bebouwing. Afhankelijk van de soort bebouwing gelden verschillende afstanden, namelijk:
• 50 meter van categorie I en II objecten (bijv. ziekenhuizen, bebouwde kom en dagrecreatie);
• 100 meter ten opzichte van categorie III, IV, en V objecten (bijvoorbeeld burgers in het buitengebied en woningen van agrariërs).
Bodembescherming. Afhankelijk van de tijdsduur van de opslag van de vaste mest moeten er maatregelen worden genomen om vervuiling van de bodem te voorkomen. Slaat u de mest minder dan twee weken op? Dan gelden vanuit het Besluit geen voorschriften. Slaat u mest langer dan twee weken, maar korter dan 6 maanden op? Dan moet u de volgende voorzieningen treffen:
• u moet onder de mestopslag een absorberende laag met een dikte van minimaal 15 cm leggen. Deze absorberende laag moet een organisch stof gehalte hebben van minimaal 25% (bijvoorbeeld stro of turf) en moet gelijk met de mest worden verwijderd;
• om ervoor te zorgen dat er zo min mogelijk hemelwater in contact komt met de vaste mest moet de hoop worden afgedekt. Dit kunt u doen door de hoop af te dekken met bijvoorbeeld plastic of een compostlaag van 15 cm dik.
Slaat u de mest een half jaar of langer op? Dan moet u deze opslaan op een mestdichte plaat met opstaande randen en het uitzakkende mestwater opvangen in een vloeistofdichte opslagruimte.
Bescherming oppervlaktewater. Voor de bescherming van het oppervlaktewater moet de mestopslag minimaal 5 meter vanaf de insteek van het oppervlaktewater liggen.
Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Slaat u de mest minder dan 6 maanden op? Dan speelt het Besluit niet en hoeft u dus ook niet daaraan te voldoen. Heeft u dan nergens mee te maken? Jawel, iedere gemeente kan in haar APV bepaalde regels en voorschriften vastleggen, waaraan u moet voldoen. Informeer bij uw gemeente.