Verlost van aansprakelijkheid na de oplevering
Mis. De huismeester van een appartementencomplex wil vlaggen en andere versieringen ophangen aan de luifels van de appartementen. Bij één appartement gaat dat mis! De luifel raakt los en hij raakt daardoor gewond. Voor deze letselschade wordt de aannemer die de bouw heeft gerealiseerd, door de verzekering van de persoon met letselschade, aansprakelijk gesteld.
Schade op aannemer verhalen?
Hoezo vrijwaring voor alle aanspraken? De verzekeraar denkt de schade op de aannemer te kunnen verhalen omdat in de aannemingsovereenkomst die destijds voor de bouw is gesloten, wordt verwezen naar de algemene voorwaarden UAV 1989 die op de bouw van toepassing zijn. Volgens paragraaf 12 van die voorwaarden wordt de woningstichting door de aannemer gevrijwaard voor alle aanspraken van derden die het gevolg zijn van ‘nalatigheid, onvoorzichtigheid of verkeerde handelingen van de aannemer óf van zijn personeel, zijn onderaannemers of leveranciers’. Volgens de verzekeraar vallen daar ook de aanspraken van de huismeester tot vergoeding van de letselschade onder.
Niet normaal? De verzekeraar vindt dat er sprake is van grove nalatigheid van de kant van de aannemer. Het is niet normaal dat een gewone luifel niet met het gewicht van een of meer vlaggen kan worden belast. En als de aannemer wist dat de constructie niet zwaarder kon worden belast, dan had hij de woningstichting voor overbelasting moeten waarschuwen. Omdat de aannemer dat heeft nagelaten, kan hem dat worden verweten. Hij moet volgens de verzekeraar dan ook maar voor alle schade opdraaien. Maar de aannemer wijst elke aansprakelijkheid van de hand.
Wat is nu beslist door de bouwrechter? De rechter is het niet eens met de verzekeraar dat de aannemer nog steeds vrijwaring moet verlenen voor alle aanspraken van derden. Volgens de Raad van Arbitrage (nr. 30.203) eindigt de vrijwaring als het werk door de aannemer wordt opgeleverd. Dat blijkt ook uit de algemene voorwaarden. Bij de oplevering gaat het risico voor het bouwwerk over op de eigenaar.
Wanneer einde verzekering? Dat blijkt ook uit het feit dat verzekeringen voor mogelijke aansprakelijkheden door de aannemer altijd worden afgesloten voor de duur van de bouw. Die verzekeringen eindigen bij de oplevering van het bouwwerk. De rechter beslist dus ook dat de aannemer op basis van de algemene voorwaarden de woningstichting niet meer hoeft te vrijwaren voor aanspraken van derden.
Geen sprake van grove nalatigheid
Overschrijding van termijn. Ook oordeelt de rechter dat er geen sprake is van grove nalatigheid van de kant van de aannemer. Tijdens de uitvoering van het werk hoefde hij er geen rekening mee te houden dat de bevestiging van de luifel meer zou moeten dragen dan haar eigen gewicht.
Weliswaar moet daarbij rekening worden gehouden met een bepaalde veiligheidsmarge. Als die marge echter al is overschreden, dan zou er hoogstens sprake kunnen zijn van een verborgen gebrek. Tijdens de oplevering van de bouw was daarover namelijk niets bekend. En omdat de woningstichting de vervaltermijn van vijf jaar voor de mogelijkheid een beroep te doen op verborgen gebreken ruimschoots overschreed, kan de aannemer niet meer aansprakelijk worden gesteld.